ON H3.3 H3.4 Parallel en serie GOE

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Lesplanning

0 min    

2 min    Uitleggen doelen deze les

5 min    Theorie uitleg

15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole

35 min Filmpje

Inhoud	Werkvorm
Ontvangst	Individueel
Vorige lesdoelen herhalen	Klassikaal
Quizz over huiswerk	Klassikaal
Nieuwe Lesdoelen uitleggen	Klassikaal
Theorie uitleg	Klassikaal
Zelfstandig werken oefenopgaven	Zelfstandig
Afsluiting herhalen doelen deze les	Klassikaal

Lesplanning

Herhaling 3.3

• Je kunt de Spanning, stroomsterkte en weerstand berekenen in een parallelschakeling 
• Je kunt de Spanning, stroomsterkte en weerstand berekenen in een serieschakeling 
• Je kunt de elektrische schakelingen tekenen en lezen 

• l
  

Je kunt de elektrische schakelingen tekenen en lezen 

• l
  

Samenvatting

• l
  

Samenvatting

R1 = 1 Ω

R2=0.25Ω

Apparaten in een huis zijn serie / parallel geschakeld

1. serie
2. parallel

Welke grootheid is er constant bij een parallel schakeling?

1. Stroomsterkte
2. Spanning
3. Weerstand
4. Vermogen

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?

1. Een serieschakeling
2. Een parallelschakeling

Serie of parallel?

1. Dit is een serieschakeling
2. Dit is een parallelschakeling

Staat deze schakeling in serie of parallel?

1. serie
2. parallel

Hoe bepaal je de stroomsterkte in een parallel schakeling?

1. U​tot​​=U​1​​+U​2​​+U​3​​
2. U​tot​​=U​1​​=U​2​​
3. I​tot​​=I​1​​+I​2​​+I​3​​
4. I​tot​​=I​1​​=I​2​​

Hoe bepaal je de spanning in een parallel schakeling?

1. U​tot​​=U​1​​+U​2​​+U​3​​
2. U​tot​​=U​1​​=U​2​​
3. I​tot​​=I​1​​+I​2​​+I​3​​
4. I​tot​​=I​1​​=I​2​​

Hoe bepaal je de stroomsterkte in een serie schakeling?

1. U​tot​​=U​1​​+U​2​​+U​3​​
2. U​tot​​=U​1​​=U​2​​
3. I​tot​​=I​1​​+I​2​​+I​3​​
4. I​tot​​=I​1​​=I​2​​

Hoe bepaal je de spanning in een serie schakeling?

1. U​tot​​=U​1​​+U​2​​+U​3​​
2. U​tot​​=U​1​​=U​2​​
3. I​tot​​=I​1​​+I​2​​+I​3​​
4. I​tot​​=I​1​​=I​2​​

Laatste vraag!
Kan je serie en parallel schakelingen allebei in een schakeling hebben?

1. JA
2. NEE

Nieuwe leerdoelen 3.4

• Je kunt uitleggen wat elektrisch vermogen is 
• Je kunt rekenen aan elektrisch vermogen P = U * I
• Je kunt rekenen aan energieverbruik E = P * t

Wat is elektrisch vermogen 

Elektrische energie zetten we om in .... 

Hoe snel die omzetting gaat noemen we vermogen

Rekenen aan elek. vermogen

• Power P = U * I
• Lamp heeft een weerstand = 6Ω, spanning = 12V
  
• R = U / I ==> I = U / R = 12V / 6Ω = 2A
  
• P = 12V * 2A = 10W aan warmte en licht
• Wat? wat is watt.
  
• 1 Watt is 1 J/s

                         

Rekenen aan energieverbruik

• Een koelkastlamp van 10W brand 10 min per dag
  
• Energie per jaar ==> E = P * t = 10W 365/60 = 61 Wh
• Energie kost geld! €0,25 per kWh
• Een huishouden gebruikt ~10 kWh per dag aan energie (gas en elektra).

Opgaven

maken:

Huiswerk

Herhaling 3.4

• Je kunt uitleggen wat elektrisch vermogen is
  
• Je kunt rekenen aan elektrisch vermogen P = U * I
  
• Je kunt rekenen aan energieverbruik E = P * t