Les 3. Aristoteles

Aristoteles (384 -322 vC)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aristoteles (384 -322 vC)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat deze filosoof betekent voor de hedendaagse ethiek.
  • Je kunt uitleggen wat zijn ethiek inhoudt.
  • Je kent het begrip "onbewogen beweger".
  • Je weet verschillen te benoemen met het denken van Plato.
  • Je bent instaat je eigen mening duidelijk te formuleren omtrent de ethiek van Aristoteles.

Slide 2 - Tekstslide

Wat was de naam van de meest beroemde allegorie van Plato?

Slide 3 - Open vraag


Plato is hoofdzakelijk beroemd geworden vanwege zijn.......
A
dogma's
B
wijsheid
C
Ideeënleer
D
opvattingen over de staat

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Aristoteles was al op jonge leeftijd een weeskind.
Hij is opgevoed door zijn oom.
Op zeventienjarige leeftijd vertrok hij naar Athene en werd
leerling aan Plato's Academie.
Daar bleef hij twintig jaar lang tot 347 v. Chr.

1
Aristoteles wordt gezien als de eerste Homo Universalis.
Hij was bekwaam in filosofie,
psychologie, politieke en sociale wetenschappen, wiskunde en
natuurwetenschappen, taal- en letterkunde, theater etc..
2
Hij zou de privéleraar zijn geworden van de toen veertienjarige Alexander (ca. 342 v.Chr.)
Later beter bekend als 'Alexander de Grote'. (tot ca. 340 v.Chr.)
3
Als gevolg van een anti-Macedonische reactie na het
plotse overlijden van Alexander de Grote (in 323 v.Chr.)
werd hij als collaborateur beschouwd en aangeklaagd wegens goddeloosheid.
4
Hij verliet de stad, met als reden "dat hij de Atheners een tweede vergrijp tegen de filosofie wilde besparen."
Hij week uit naar Chalkis, naar het landgoed van z'n moeder.
Daar stierf hij een jaar later aan de gevolgen van een maagkwaal op eenenzestig jarige leeftijd.
5

Slide 6 - Tekstslide


Naar wie verwees Aristoteles toen hij zei dat dat hij de Atheners een tweede vergrijp tegen de filosofie wilde besparen.
A
Jezus
B
Plato
C
de sofisten
D
Socrates

Slide 7 - Quizvraag

Ethiek: Deugdethiek
Doel: Gelukkig zijn!
Opgroeien tot een volwassen persoon die streeft naar geluk.
1
De studie van de filosofie.
De phronesis.
Genot. (hedonisme)
Aristoteles is de grondlegger van de deugdethiek.
2

Slide 8 - Tekstslide

Kritiek
Hij had kritiek op de ideeënleer van Plato, want waarnemingen zijn de basis van ons denken.
Verwerping van het dualisme.

Rechtvaardige staat gebaseerd op rechtvaardige wetten en deugd.

Slide 9 - Tekstslide


Wat betekent dualisme? (Plato)
A
strikte scheiding tussen materie en immaterie
B
scheiding tussen kerk en staat
C
scheiding tussen dood en leven
D
tweestrijd

Slide 10 - Quizvraag

God is de onbewogen beweger.
De uiteindelijke oorzaak van alle zijn en van alle worden.

De ziel is geestelijk en blijft na de dood voortbestaan.



Slide 11 - Tekstslide

5

Slide 12 - Video

03:10

Wat maakt een mens gelukkig?
A
Door in het midden te blijven tussen 2 excessen.
B
Door je zelf op de voorgrond te stellen.
C
Door je zelf op de achtergrond te stellen.
D
Door niet je zelf te laten zien aan anderen.

Slide 13 - Quizvraag

03:10

Waar beschikken (volgens Aristoteles) succesvolle mensen over?
A
bepaalde omstandigheden
B
bepaalde uiterlijke kenmerken
C
bepaalde deugden
D
bepaalde handelingen

Slide 14 - Quizvraag

04:47

Wat is de functie van tragedie in de kunst?
A
Het herinnert ons er aan dat het leven zo maar kan veranderen. We moeten dus omzien naar mensen die het minder hebben.
B
Het herinnert ons er aan dat wij een goed leven lijden en dat we dankbaar moeten zijn.
C
Het herinnert ons er aan dat hard werken altijd wordt beloont.
D
Het herinnert ons er aan dat er in de wereld altijd arme mensen zullen zijn. Zij zijn van de rijken afhankelijk.

Slide 15 - Quizvraag

04:47

Waar dient kunst voor?
A
Het laat ons de mooie kan van het leven zien waar we van kunnen genieten.
B
Het zorgt ervoor dat wij ervoor dat we geen schuldgevoel krijgen.
C
Het maakt dat we ons leven op de juiste manier leren waarderen.
D
Zo blijven bepaalde waarheden ins ons denken hangen.

Slide 16 - Quizvraag

05:47

Wat leert vriendschap ons?
A
Om trouw te zijn aan ons zelf.
B
Om jezelf belangrijk te vinden.
C
Dat we ons moeten open stellen voor andere mensen.
D
Wie we eigenlijk zouden moeten zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Retoriek bij Aristoteles betekent....

Slide 18 - Open vraag

4 belangrijke filosofische vragen

  1. Wat maakt mensen gelukkig?
  2. Wat is het nut van kunst?
  3. Wat is het nut van vriendschap?
  4. Hoe kun je mensen overtuigen van bepaalde ideeën in deze drukke wereld?


Slide 19 - Tekstslide

Ik weet dat ik niets weet
Ideeënleer 
Onbewogen beweger

Slide 20 - Sleepvraag

Klik op de schaakstukken en lees de stelling.
Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coördinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Slide 21 - Tekstslide

I
H
B
R
A
A
D
T
N
M
P
K
L
V
W
L
L
E
O
A
G
E
T
I
G
K
Aristoteles was privéleraar van Alexander de Grote.  (D,8)
Aristoteles was de eerste homo universalis. (A,5)
Aristoteles was de grondlegger van de deugdethiek.(C,4)
Een groot voorbeeld voor Aristoteles was Jezus Christus. (A,8)
Phronesis betekent "praktische wijsheid". (G,1)
Aristoteles werd gezien als collaborateur. (F,7)
Plato was de leermeester van Aristoteles. (H,4)
Aristoteles was het 7e kind van zijn vader en moeder. (G,3)
Arsstoteles was van beroep dichter. (B,2)
Aristoteles had kritiek op de ideeënleer van Plato. (D,5)
Aristoteles verwierp het dualisme. (D,3)
Volgens aristoteles is God "De onbewogen Beweger". (G,6)

Slide 22 - Sleepvraag


Welk woord is de oplossing? 
Gebruik geen hoofdletters

Slide 23 - Open vraag

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat deze filosoof betekent voor de hedendaagse ethiek.
  • Ik kan uitleggen wat zijn ethiek inhoudt.
  • Ik ken het begrip "onbewogen beweger".
  • Ik weet verschillen te benoemen met het denken van Plato.
  • Ik ben instaat je eigen mening duidelijk te formuleren omtrent de ethiek van Aristoteles.

Slide 24 - Tekstslide