16.1 Binnenlands inkomen en economische groei

6 vwo economie
examen 2020-2021
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6 vwo economie
examen 2020-2021

Slide 1 - Tekstslide

PTA

Slide 2 - Tekstslide

werkoverzicht 

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 16 par. 1
Hoe meten we de productie van een bedrijf?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Drie manieren om de productie te meten
Via de productie (objectieve methode)
= toegevoegde waarde van bedrijven + toegevoegde waarde van de overheid

Via het inkomen (subjectieve methode)
= loon + pacht + huur + rente + winst

Via de aankopen van de eindgebruikers (bestedingenmethode)
= Particuliere consumptie + Particuliere investeringen + Overheidsbestedingen + Export – Import
= C + I + O + E – M

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Deze methode zullen we in paragraaf 2 nog uitvoeriger bespreken.

Slide 14 - Tekstslide

factorkosten of marktprijzen?
We spreken van Toegevoegde Waarde tegen factorkosten wanneer we het effect van de prijsverhogende belastingen en prijsverlagende subsidie buiten de berekening houden. Dan berekenen we namelijk de kosten van de productiefactoren: daarom “factorkosten“.

We spreken van Toegevoegde Waarde tegen marktprijzen wanneer we uitgaan van de winkelprijzen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bruto of Netto?
netto toegevoegde waarde = 

bruto toegevoegde waarde - afschrijving

Slide 17 - Tekstslide

Samengevat

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag
maken Checklist 16.1

Slide 19 - Tekstslide