Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
AE-13 Les 2
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Vocational Education
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling les 1
Behoeften, middelen en schaarste
De economische wetenschap
Micro- en macro economie
Consumeren en produceren
Productiefactoren
Slide 2 - Tekstslide
Meten van productie
Inkomen wordt verdiend met productie
Op drie manieren het zelfde meten:
1. De objectieve methode
2. De subjectieve methode
3. De bestedingenmethode
Slide 3 - Tekstslide
De objectieve methode
Via de productiewaarde (van
bedrijven
en
overheid
)
Nationaal product (NP):
Totale waarde van de productie van een land in een jaar.
Het NP kan gemeten worden door de toegevoegde waarde (TW) te berekenen.
Slide 4 - Tekstslide
Toegevoegde
waarde van bedrijven
De waarde die in de productie aan reeds bestaande producten wordt toegevoegd.
Slide 5 - Tekstslide
Bruto Toegevoegde waarde
f
Formule:
Bruto toegevoegde waarde=
Verkoopwaarde (Omzet) - Inkoopwaarde (grondstoffen, diensten van derden)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Afschrijvingen
Het verbruik van de kapitaalgoederen.
Men legt geld hiervoor opzij!
Geld zowel voor bedrijven als de overheid.
Slide 8 - Tekstslide
Netto toegevoegde waarde
Bruto toegevoegde- waarde
Afschrijvingen
Slide 9 - Tekstslide
1. De objectieve methode om de toegevoegde waarde te berekenen is:
A
omzet- alle kosten
B
omzet- productie andere bedrijven
C
loon + ambtenarensalarissen
D
Loon + huur + rente + pacht + winst
Slide 10 - Quizvraag
2. De Bruto toegevoegde waarde is de omzet min de
A
ingekochte goederen en diensten
B
uitbetaalde primaire inkomens
Slide 11 - Quizvraag
3. Waaruit bestaat de bruto toegevoegde waarde van de overheid?
A
De afschrijvingen
B
De ambtenarensalarissen
C
Het nationaal inkomen
D
Het nationaal product
Slide 12 - Quizvraag
Toegevoegde waarde van bedrijven
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
4. Bunita bentana heeft de volgende gegevens verzameld over jaar 2018:
Lonen f 40.000,- Afschrijvingen f 2000,-
Netto toegevoegde waarde f 93.000 Interest f 8.000,-
Pacht f 10.000,- Omzet f 138.000,-
Bereken:
a. de winst
b. de bruto toegevoegde waarde
c. de inkoop en diensten van derden
timer
5:00
Slide 15 - Tekstslide
De productiewaarde v/d overheid
De overheid verkoopt haar producten niet zoals een bedrijf.
Een overheid kent dus geen ‘omzet’ waarvan we allerlei inkopen kunnen afhalen.
De netto toegevoegde waarde van de overheid =
som van de ambtenarensalarissen.
Slide 16 - Tekstslide
Toegevoegde waarde van de overheid
Slide 17 - Tekstslide
Nationaal product en Nationaalinkomen
Het Nationaal Inkomen is de som van al
het verdiende
inkomen
door de bevolking van een bepaald land in een jaar.
Inkomen (Y) wordt verdiend uit productie
Bij productie wordt productiefactoren ingezet
De beloning van productiefactoren vormen samen
het verdiende inkomen
Slide 18 - Tekstslide
Formule: Y=l+p+r+w
NettoY= l+p+r+w= Netto TW= Netto NP
Y=NP
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
5 minuten PAUZE
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
5.
timer
5:00
Slide 22 - Tekstslide
6. Wat is het verschil tussen de bruto toegevoegde waarde en de netto toegevoegde waarde?
A
Loon
B
Afschrijvingen
C
Ambtenarensalarissen
D
Interest
Slide 23 - Quizvraag
7. Door de crisis hebben de investeringen van de overheid niet het gewenste effect op de werkgelegenheid. Dit behoort tot
A
de micro-economie
B
de macro-economie
Slide 24 - Quizvraag
8. De beloning voor de productiefactor kapitaal is rente en die van ondernemerschap is loon.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
9.
timer
3:00
Slide 26 - Tekstslide
10. Van een machinefabriek weten we het volgende:
aantal geproduceerde en verkochte machines: 220.
De verkoopprijs per product: € 85.000,-. De benodigde grondstoffen: € 8.500.000,-
De loonkosten van het bedrijf: € 3.200.000,-. Afschrijvingen: €5.200.000,-
De netto toegevoegde waarde van dit bedrijf was € .............
timer
8:00
Slide 27 - Tekstslide
Vragen?
VRAGEN?
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 2 AE-13
September 2020
- Les met
16 slides
Economie
Vocational Education
AE-13 Les 3 Investeringen
Augustus 2023
- Les met
19 slides
Praktische economie
Administratie hst 1 Een bedrijf van dichtbij paragraaf 5 en 6
Januari 2022
- Les met
21 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
M7 Economische groei - Les 1
September 2024
- Les met
21 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Afronding hoofdstuk 1 module 7
Juni 2023
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Nectar 5.4 Planten dl2
Juni 2022
- Les met
19 slides
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Economische groei hoofdstuk 1 les 1
November 2022
- Les met
16 slides
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Les 2
Mei 2020
- Les met
30 slides
Economie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5