In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6.2 Verteringsstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert welke weg je voedsel aflegt door je verteringskanaal;
Je leert in welke organen je voedsel wordt verteerd en hoe deze organen dat doen;
Je leert gedeeltelijk de verteringsenzymen kennen;
Je leert werken met BINAS 82 C t/m G
Slide 2 - Tekstslide
Vertering
Doel = voedingsstoffen klein genoeg maken om op te nemen in bloed.
Het afbreken van grote moleculen (macromoleculen, polymeren) tot kleine moleculen (monomeren) met behulp van verteringsenzymen.
Alles wat bruikbaar is neem je op in het bloed via de darmen, restanten (onverteerd/onverteerbaar) poep je uit.
Chemische vertering
Slide 3 - Tekstslide
Welke voedingsstoffen moeten nog verteerd worden?
WEL
NIET
Eiwitten
Koolhydraten
Mineralen
Vitaminen
Vetten
Water
Slide 4 - Sleepvraag
Verteringsstelsel
Mondholte
Slokdarm
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne darm
Blindedarm
Dikke darm
Endeldarm
BINAS 82C
Slide 5 - Tekstslide
Mechanische & Chemische vertering
Mechanische vertering: Kleiner maken en mengen van ingeslikt voedsel. Kauwen en kneden Belangrijk: zorgt voor oppervlaktevergroting!!
Chemische vertering: Verkleinen van macromoleculen (de voedingsstoffen) tot monomeren met behulp van enzymen. Ofwel enzymatische vertering: enzymen knippen grote voedingsstoffen kleiner.
Slide 6 - Tekstslide
Juist of onjuist?
De inwerking van speeksel op het voedsel in de mond noem je chemische vertering.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Het begrip spijsvertering is het best te omschrijven als.....
A
de verbranding van voedsel, waardoor energie vrijkomt
B
de opbouw van eiwitten uit voedsel
C
het afbreken van grote moleculen, zodat er kleinere ontstaan
D
het veranderen van voedsel in stoffen, die worden opgeslagen
Slide 8 - Quizvraag
Tanden
Melkgebit & volwassen gebit.
Mechanische verkleining => voedsel in kleine delen knippen en vermalen.
Oppervlaktevergroting bij verteringsproces door kauwen:
Waarom is dat nuttig?
Slide 9 - Tekstslide
Waarom is oppervlaktevergroting door kauwen nuttig?
Slide 10 - Open vraag
Enzymen
Enzymen zijn heel selectief bij de vertering, door hun vorm. Net als een puzzelstukje past een enzym precies op 1 plaats.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
In het filmpje werd één deel van het spijsverteringsstelsel niet genoemd terwijl het wel (kwa tekst en vorm) even in beeld kwam. Welk deel is dit?
A
de maag
B
de 12-vingerige darm
C
de dunne darm
D
de dikke darm
Slide 13 - Quizvraag
Mondholte
Vertering start al in de mond
6 speekselklieren => produceren speeksel.
Speeksel: verteringssap met het enzym AMYLASE
Breekt zetmeel af.
Slide 14 - Tekstslide
BINAS 82E
Slide 15 - Tekstslide
Slokdarm
Vervoeren van voedselbrij naar de maag.
Peristaltiek => knijpbeweging die voedsel voort duwt.
Kringspieren en lengtespieren trekken om de beurt samen.
Kringspieren maken het smaller (samentrekken)
Lengtespieren maken het wijder
Peristaltische bewegingen ook in de maag en darmen
Slide 16 - Tekstslide
Welke voedingsstoffen zijn al deels verteerd als het eten in de maag zit?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten
D
Vitaminen
Slide 17 - Quizvraag
Maag
Opslagplaats (kan veel voedsel in)
Wand produceert maagsap (2,5L/ 24h)
Maagsap = enzymen + zoutzuur + slijm
Zoutzuur pH 1,5 => doodt bacteriën.
Slijm beschermt maagwand tegen zoutzuur.
PEPSINE (peptase) verteert eiwitten tot peptiden.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Waarom produceren maagcellen het inactieve pepsinogeen? En niet gelijk het actieve pepsine?
A
Omdat pepsinogeen eiwitten beter kan verteren dan pepsine
B
In de maag is het erg zuur door zoutzuur en pepsine werkt niet bij zo'n lage pH
C
Omdat pepsinogeen wordt omgezet in peptase. Pepsine zelf kan geen eiwitten verteren
D
Anders zal pepsine de eiwitten van de kliercellen zelf verteren
Slide 20 - Quizvraag
BINAS 82E
Slide 21 - Tekstslide
Dit was deel 1 - Huiswerk
Paragraaf 6.2 goed bestuderen
Maak opdracht 5-6 en 9-10
Slide 22 - Tekstslide
Maagportier
De kringspier tussen de maag en de 12-vingerige darm.
Twaalfvingerige darm = eerste stukje darm na de maag.
Gaat open als eten ertegen duwt.
Gaat daarna pas weer open als de zure brei minder zuur is geworden door het alvleessap wat er in de 12-vingerige darm bij komt.
Slide 23 - Tekstslide
Twaalfvingerige darm
Ontvangt afvoerbuizen vanaf de alvleesklier en galblaas
Alvleessap - pH8, en enzymen die koolhydraten, vetten en eiwitten (verder) verteren
HCO3- neutraliseert maagsap en bij deze hogere pH werken de enzymen het beste
Slide 24 - Tekstslide
In welke organen kunnen eiwitten worden verteerd?
A
mondholte, maag en dunne darm
B
maag, dunne darm en dikke darm
C
maag, 12-vingerige darm en dunne darm
D
mondholte, 12-vingerige darm en dunne darm
Slide 25 - Quizvraag
BINAS 82E
Slide 26 - Tekstslide
Het verslappen van de sluitspier van de maag (maagportier) wordt bevorderd wanneer:
A
HCO3- in de twaalfvingerige darm in overmaat aanwezig is
B
HCl in de twaalfvingerige darm in overmaat aanwezig is
C
de wand van de twaalfvingerige darm wordt uitgerekt
D
door de werking van lipase er vetzuur in de twaalfvingerige darm ontstaat
Slide 27 - Quizvraag
Lever en Galblaas
Lever maakt gal
Gal wordt opgeslagen in galblaas
Bij vet eten komt gal in 12-vingerige darm
Grote vetdruppels worden klein gemaakt = emulgeren
Gal bevat geen enzymen!
Dus geen sprake van vertering!
Slide 28 - Tekstslide
Waar wordt vet verteerd? In de ...
A
Mondholte
B
Maag
C
Twaalfvingerige darm en dunne darm
D
Dunne darm en dikke darm
Slide 29 - Quizvraag
Dunne darm
5 meter lang
Darmsapklieren => Toevoegen enzymen laatste stap vertering
Koolhydraten => monosachariden
Eiwitten => aminozuren
Vetten => vetzuren en glycerol
Opname voedingsstoffen en verteringsproducten
Slide 30 - Tekstslide
BINAS 82E
Slide 31 - Tekstslide
Welke verteringsproducten worden opgenomen door de dunne darm?