bijvoeglijk naamwoord of bijwoord
Een bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap van een zelfstandig naamwoord: mooi en rood zijn bijvoorbeeld vaak bijvoeglijk gebruikt. MAAR als zo’n woord iets zegt van een andere woordsoort, dan noemen we het een bijwoord:
Hij speelt mooi piano. Mooi zegt iets over het ww spelen en niet over een piano, mooi is dus bijwoord.
Ik heb een mooi rode auto. (Hij is verder niet om aan te zien, maar die kleur rood is fantastisch). Mooi is bijwoord bij het bn rode.
Ik heb een mooie rode auto. Mooie zegt nu wél iets over het zn auto en is dus bijvoeglijk naamwoord.