Productindelingen, 14-1-2022

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
10 minuten: uitleg
40 minuten: aan het werk!

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Planning voor de les:
5 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor
5 minuten : voorkennis
5 minuten: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
5 minuten: PAUZE
10 minuten: uitleg
40 minuten: aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

Welke hoort niet bij de traditionele 4 P's
A
Prijs
B
Personeel
C
Plaats
D
Promotie

Slide 2 - Quizvraag

Fysieke behoeften zijn de enige primaire behoeften
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Diensten kunnen op voorraad gehouden worden (vergankelijk)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Diensten zijn heterogeen en er is een nadruk op maatwerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Het uitgebreide product bestaat uit de fysieke en afgeleide eigenschappen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen:
1. Je begrijpt de productindeling van Copeland (B2C)
2. Je begrijpt de productindeling van Kraljic (B2B)

HUISWERK:  9 T/M 15, par 1.3
(De marketingmix)

Slide 7 - Tekstslide

B2C: productindeling van Copeland

Slide 8 - Tekstslide

B2C: Convenience goods

Slide 9 - Tekstslide

Stapelgoederen

Slide 10 - Tekstslide

Emergency goods

Slide 11 - Tekstslide

Impulsgoederen

Slide 12 - Tekstslide

Wat was jouw laatste impulsaankoop?

Slide 13 - Open vraag

B2C: Shopping goods

Slide 14 - Tekstslide

homogene shopping goods

Slide 15 - Tekstslide

heterogene shopping goods

Slide 16 - Tekstslide

Toon een voorbeeld van een homogene shopping good:

Slide 17 - Open vraag

B2C: Speciality goods

Slide 18 - Tekstslide

Welk speciality good zou jij willen hebben later?

Slide 19 - Open vraag

B2C: Unsought goods

Slide 20 - Tekstslide

Dit weet jij nu!

Slide 21 - Tekstslide

Heavy
Light

Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld
In een klas zitten 30 leerlingen. Als iedere leerling eenmaal per jaar een zak Lays chips eet, dan is de verbruiksintensiteit gelijk verdeeld over alle gebruikers.
De verbruiksintensiteit is 1 zak chips per jaar per persoon.  Een zak Lays chips heeft een verkoopprijs van € 2,- per zak.  Stel nu dat in een andere klas met 30 leerlingen het chips verbruik als volgt is:

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld 2
In weer een andere klas zijn minder gegevens beschikbaar over het chips verbruik per jaar:

Slide 26 - Tekstslide

Hoeveel procent van de omzet realiseert één heavy user?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel procent van de omzet realiseert één light user?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat is de verbruiksintensiteit van de heavy users vergeleken met de light users?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wil je dit oefenen?


Maak dan opdracht 11 van paragraaf 1.3

Slide 33 - Tekstslide

5 minuten PAUZE
timer
5:00

Slide 34 - Tekstslide

B2B: productindeling van Kraljic

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeeld: bier

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat? Opdrachten 9 t/m 15, par 1.3
Hoe? Aan de hand van het stoplicht.
Hulp? Het stoplicht, de docent, je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les.
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Dan gaan we de leerdoelen testen.

Slide 41 - Tekstslide

Bij strategische producten is de winstgevendheid en het toeleveringsrisico groot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 42 - Quizvraag

Een vrachtwagen is een voorbeeld van een hefboomproduct.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Eerste levensbehoeften of boodschappen, worden ook wel ..................... genoemd.
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Speciality goods
D
Unsought goods

Slide 44 - Quizvraag

Bij ..................... wordt onderscheid gemaakt tussen heterogene en homogene goederen
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Speciality goods
D
Unsought goods

Slide 45 - Quizvraag