Les 2 g9 voeding ingrediënten

• MBO

Les 2 Ingrediënten 

Waarom is het belangrijk dat jullie hierover informatie krijgen?

Met welke ingrediënten kun je te maken hebben op je stage/werk?

Welke ingrediënten kun je noemen?

Doel van de les

In deze les leer je meer over de eigenschappen van de ingrediënten zodat je deze op de juiste manier kunt gebruiken in gerechten en producten.

Procedure

- Doceervorm

- Groepsopdracht

-Expert

-Opdrachtsvorm

- Digitale leeromgeving

- Evaluatie

Welke ingrediënten ken je?

Groenten

Fruit

Kruiden

Zuivelproducten

Groep 1  

Hoe? De docent heeft iedere student een nummer van 1 t/m 4 (genummerde hoofden) gegeven.

Hoelang? 20 minuten. 

Hulp? Maak gebruik van je groepje. Je mag je werkboek ‘Assistent horeca, voeding en voedingsindustrie’ gebruiken.

Klaar? Denk na over wat je allemaal wilt vertellen. 

Wat? Je maakt digitaal een mindmap waarin je de kenmerken die behoren bij groenten en de soorten groenten erin verwerkt. Let op! Zorg dat ieder van de groep een eigen product maak, zodat die deze bij de volgende opdracht kan gebruiken.

Groep 2

Hoe? De docent heeft iedere student een nummer van 1 t/m 4 (genummerde hoofden) gegeven.

Hoelang? 20 minuten. 

Hulp? Maak gebruik van je groepje. Je mag je werkboek ‘Assistent horeca, voeding en voedingsindustrie’ gebruiken.

Klaar? Denk na over wat je allemaal wilt vertellen. 

Wat? Je maakt digitaal infographic waarin je de kenmerken die behoren bij fruit en de soorten fruit erin verwerkt. Hiervoor maak je gebruik van digitale-tool Pictochart. Let op! Zorg dat ieder van de groep een eigen product maak, zodat die deze bij de volgende opdracht kan gebruiken. 

Groep 3

Hoe? De docent heeft iedere student een nummer van 1 t/m 4 (genummerde hoofden) gegeven.

Hoelang? 20 minuten. 

Hulp? Maak gebruik van je groepje. Je mag je werkboek ‘Assistent horeca, voeding en voedingsindustrie’ gebruiken.

Klaar? Denk na over wat je allemaal wilt vertellen. 

Wat? Je maakt digitaal collage waarin je de kenmerken die behoren bij kruiden en de soorten erin verwerkt. Let op! Zorg dat ieder van de groep een eigen product maak, zodat die deze bij de volgende opdracht kan gebruiken.

Groep 4

Hoe? De docent heeft iedere student een nummer van 1 t/m 4 (genummerde hoofden) gegeven.

Hoelang? 20 minuten. 

Hulp? Maak gebruik van je groepje. Je mag je werkboek ‘Assistent horeca, voeding en voedingsindustrie’ gebruiken.

Klaar? Stuur je vlog via de mail naar de docent. Denk na over wat je allemaal wilt vertellen.

Wat? Je maakt een vlog waarin je de kenmerken die behoren bij zuivelproducten en de soorten erin verteld. Let op! Zorg dat ieder van de groep een eigen product maak, zodat die deze bij de volgende opdracht kan gebruiken.

Expert

Hoe? Van elke groep gaat een expert verwisselen van zijn groep.

 Hoelang? Je krijgt 20 minuten ervoor. 

Hulp? Bij je vorige groepje heb je een product gemaakt. Dit mag je nu gebruiken.

5. Klaar? Wacht totdat elke groepje klaar is.

6. Wat ga je doen? Je presenteert je product die je bij je vorige groep hebt ontwikkeld.

Scan de barcode

Bekijk de website van groentenhelden. Zoek uit hoeveel procent water de onderstaande groenten bestaan: komkommer, ijsbergla, tomaten en spinazie.

Bezoek de website 

Digitale leeromgeving

Wat ga je doen?

Hoe? Individueel.

Hoelang? Je krijgt 30 minuten ervoor. 

Hulp? Maak gebruik van hoofdstuk 3 uit het theorieboek ‘Assistent, horeca, voeding en voedingsindustrie’.

5. Klaar? Als je je score hebt gedeeld met de docent mag je de computer afsluiten en zitten op je plek.

6. Wat ga je doen? Je gaat de begrippen van hoofdstuk 3 en 4 oefenen via de digitale leeromgeving.

Einde van de les

Huiswerk voor volgende week

De opdrachten 1.1 t/m 3.8 van hoofdstuk 3 uit het werkboek ‘Assistent horeca, voeding en voedingsindustrie maken.