H11_Allergische aandoeningen

Voorkennis_Opdracht Kennisclip
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmcotherapieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis_Opdracht Kennisclip

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen les 1
Aan het eind van deze les, weet je; 
* Wat is een antigeen/allergeen is
* Wat een mestcel is en zijn functie
* Welke rol IgE speelt bij allergie
* Wat is sensibilisatie is
* Hoe een allergie onstaat

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Sensibilisatie
Lichaamsvreemde stoffen (antigenen) worden onschadelijk gemaakt door antilichamen. Dit is normaliter een nuttige reactie, die infecties kan bestrijden. Daarnaast kan het lichaam bepaalde antigenen herinneren


Bij een allergische reactie ontstaat er een abnormaal heftige afweerreactie op een lichaamsvreemde stof. Deze stof wordt dan een allergeen genoemd.

Een overgevoeligheidsreactie ontstaat pas na meerdere keren (twee keer of vaker) in contact te zijn geweest met het allergeen. Het ontstaan van een overgevoeligheidsreactie heet sensibilisatie.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Mestcel
Mestcellen maken deel uit van het immuunsysteem
waarbij ze,  antigeen-specifieke IgE antilichamen op hun celmembraan 
 zich kunnen binden met antigenen of allergenen die het lichaam binnenkomen. 

Dat kan bijvoorbeeld via de longen (astma) of via de slijmvliezen (hooikoorts) of door injectie (allergische reactie op insectensteek) of soms door de mond (type I voedselallergie).


Als een allergeen door een 1 IgE molecuul wordt 'gepakt' vindt degranulatie plaats: histamine komt vrij.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Locatie van mestcellen

Mestcellen zijn echter nog niet volgroeid wanneer zij het beenmerg verlaten, maar rijpen pas nadat ze zich in het weefsel vastgehecht hebben;
Zoals 
* Slijmvlies van de longen
* Maagdarm kanaal 
* In de huid

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 11.1 _11.2

Slide 17 - Tekstslide

Wat is sensibilisatie?

Slide 18 - Open vraag

Atopisch/niet-atopisch

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Noem 5 soorten allergenen

Slide 21 - Open vraag

Lichaamsvreemde stoffen worden ook wel                         genoemd
Een lichaamsvreemde stof die een heftige reactie veroorzaakt worden ook wel                    genoemd
Antilichamen presenteren zich op een bepaald type cel:                  
Een allergische reactie ontstaat pas na herhaaldelijk contact met een allergeen                           
Belangrijke mediatoren die betrokken zijn bij allergische reacties zijn leukitriën en                                 
Overgevoeligheid voor een allergeen is erfelijk                
Bij hooikoorts moet je iemand altijd doorverwijzen naar de huisarts         
niet waar
antigenen
mestcellen
niet waar
allergenen
histamine
waar

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Antihistaminica
Corticosteroiden
Histamine afgifte remmers
Blokkeren de aangrijpingspunten op de histamine receptor
Onderdrukken de heftigheid van een allergische reactie
Zorgen ervoor dat histamine niet vrijgelaten wordt
Cromoglicinezuur
Loratidine
Prednisolon

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide