H3 §3 Budgetteren

§ 3.3 Budgetteren
Deze les leer je:
- Wat budgetteren is
- Welke budgetten we hebben
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

§ 3.3 Budgetteren
Deze les leer je:
- Wat budgetteren is
- Welke budgetten we hebben

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Budgetteren
Je verwachte inkomsten en uitgaven op een rij zetten. Door te budgetteren kan je zien of je geld overhoudt of tekort komt.

De verschillende budgetten:
  • Vaste lasten
  • Dagelijkse uitgaven
  • Incidentele uitgaven
 

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld vaste lasten
  • Huur;
  • Abonnementen;
  • Gas, water en licht.


  • Vaste lasten betaal je 1x per maand/kwartaal/jaar.

Slide 4 - Tekstslide

Dagelijkse uitgaven
  • Boodschappen.

Slide 5 - Tekstslide

Incidentele uitgaven
  • Dure uitgaven die je maar heel af en toe doet
  • Als iets (duurs) kapot gaat en je moet het vervangen/repareren

Slide 6 - Tekstslide

budgetteren is nodig:
  • Als je inkomsten veranderen
  •  Als je uitgaven veranderen
  • Als je een groter bedrag wilt sparen
  • Als je uitgaven blijvend hoger zijn dan de budgetten.

Slide 7 - Tekstslide

Overschot
  • Je kan sparen
  • je kan budgetten verhogen
Tekort
  • Je kan minder sparen
  • budgetten verlagen 

Slide 8 - Tekstslide

Als je geld uitgeeft voor het abonnement van je telefoon zijn dat ..
A
dagelijkse uitgaven.
B
incidentele uitgaven.
C
vaste uitgaven.
D
vaste lasten.

Slide 9 - Quizvraag

Wat is budgetteren?

A
een begroting maken
B
een (financieel) plan maken
C
geld sparen
D
geld uitgeven

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht 1 samen maken
Loon: 1430,- per maand                                                        1430,- per maand.
Vakantietoeslag: 1140,- per jaar                                              95,- per maand.
Rente en divid: 114,- per kwartaal                                          38,- per maand.
Extra inkomsten: 12,- per week                                               52,- per maand.
Gemiddelde inkomsten:                                                         1615,- totaal

Slide 11 - Tekstslide

Geef één voorbeeld
van vaste lasten

Slide 12 - Woordweb

Geef één voorbeeld
van dagelijkse uitgaven

Slide 13 - Woordweb

Geef één voorbeeld
van incidentele uitgaven

Slide 14 - Woordweb