Het conflict tussen de wereldlijke en geestelijke macht is een kenmerkend aspect uit
A
de tijd van ontdekkers en hervormers
B
de tijd van monniken en ridders
C
de tijd van steden en staten
D
de tijd van pruiken en revoluties
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Het conflict tussen de wereldlijke en geestelijke macht is een kenmerkend aspect uit
A
de tijd van ontdekkers en hervormers
B
de tijd van monniken en ridders
C
de tijd van steden en staten
D
de tijd van pruiken en revoluties
Slide 1 - Quizvraag
Als een priester een kerkdienst in zijn gemeente houdt spreken we van:
A
Wereldlijke macht
B
Geestelijke macht
Slide 2 - Quizvraag
Volgens paus Gelasius (eind 5e eeuw) bestond er in de wereld een tweezwaardenleer, wat inhoudt
A
Dat de macht van God in balans moest zijn met de macht van mensen
B
Dat er altijd een koning en een keizer moest heersen
C
Dat er sprake is van geestelijke macht en wereldlijke macht
Slide 3 - Quizvraag
Wat was de investituurstrijd?
A
Strijd tussen ridders om te laten zien wie het sterkste was
B
Strijd tussen koningen om een groot stuk land
C
Strijd tussen de koning en de paus over de bisschoppen
D
Geen van alle antwoorden
Slide 4 - Quizvraag
Tijdens het Concordaat van Worms werd de Investituurstrijd tijdelijk gestaakt. Welk jaar?
A
1096
B
1122
C
1205
D
1453
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de juiste chronologische volgorde van vroeger naar later met betrekking op de investituurstrijd? 1. De leenmannen van Hendrik IV willen hem niet meer gehoorzamen. 2. Keizer Hendrik IV benoemt toch bisschoppen en zet de paus af. 3. Gregorius VII doet keizer Hendrik IV in de ban. 4. Hendrik IV gaat naar Canossa om boete te doen en krijgt vergiffenis.
A
2, 3, 1, 4
B
3, 4, 2, 1
C
1, 2, 4, 3
D
2, 1, 3, 4
Slide 6 - Quizvraag
Zijn er nog vragen over de investituurstrijd?
Slide 7 - Tekstslide
Waarover verschillen sjiieten en soennieten van mening?
A
over de opvolging van de profeet Mohammed
B
over de vijf zuilen van de islam
C
over het jaar waarin de hedjra plaatsvond
D
over de boodschappen van de engel Gabriël
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een horige?
A
Vrije boer
B
Boer gebonden aan een domein
C
Een slaaf
D
Een rijke heer
Slide 9 - Quizvraag
Leenman
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
Slide 10 - Quizvraag
Autarkie
A
Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
B
Van agrarisch-urbane cultuur naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid
C
De verspreiding van het Christendom in geheel Europa
D
Het ontstaan en de verspreiding van de Islam
Slide 11 - Quizvraag
Hofstelsel
A
Een groep machtige boeren.
B
boeren die in ruil voor bescherming op het land van een heer werken
Slide 12 - Quizvraag
Wat is kerstenen?
A
Mensen gevangen nemen en martelen
B
Mensen proberen te bekeren tot het christendom
C
Mensen wegjagen uit hun dorp
D
Mensen verkopen als slaven
Slide 13 - Quizvraag
Bij de kerstening wordt vaak aangesloten bij de lokale gebruiken en geloof. Dat noem je:
A
Romanisering
B
syncretisme
C
Hierarchie
D
missionaris
Slide 14 - Quizvraag
Wie versloeg de Arabische legers in Poitiers (Frankrijk)?
A
Clovis
B
Peppijn
C
Karel Martel
D
Karel de Grote
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een belangrijke wetenschappelijke functie van het klooster?
A
Kopiëren van boeken
B
Verzorgen van zieken
C
Opvangen van bedelaars
D
Afschaffen van de slavernij
Slide 16 - Quizvraag
De kloosterlingen behoren tot de
A
Seculiere geestelijken
B
reguliere geestelijken
Slide 17 - Quizvraag
De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw
Slide 18 - Quizvraag
Mochten er in het kalifaat christenen en joden wonen?