35. Thema 4, week 3 Les 11b rekenen
1 / 22
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
de doorsnede
B
de symmetrie
C
de omvang
Slide 2 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
de doorsnede
B
de symmetrie
C
de proportie
Slide 3 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
de proportie
B
de omvang
C
de doorsnede
Slide 4 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
in grote getale
B
minuscuul
C
omvangrijk
Slide 5 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
in grote getale
B
minuscuul
C
omvangrijk
Slide 6 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
het kwadraat
B
de proportie
C
de omvang
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord hoort bij de omschrijving?
A
het bereik
B
de proportie
C
het kwadraat
Slide 8 - Quizvraag
A
B
C
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Sleepvraag
A
Het pretpark heeft veel bezoekers.
B
Het is een rustige dag in het pretpark.
C
Vandaag zijn veel attracties gesloten.
Slide 13 - Quizvraag
A
De leerling corrigeert zijn fouten.
B
De juf legt de leerling iets uit.
C
De professor rekent met cijfers en letters.
Slide 14 - Quizvraag
A
B
C
Slide 15 - Quizvraag
A
B
C
D
Slide 16 - Quizvraag
A
B
C
Slide 17 - Quizvraag
A
B
C
D
Slide 18 - Quizvraag
Welk woord hoort onder de vlek?
A
dit kwadraat
B
dit percentage
C
deze formule
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Sleepvraag
Maak een zin met het woord:
de formule
