Jong en oud hoofdstuk 3

Jong en oud hoofdstuk 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Jong en oud hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Jong en oud hoofdstuk 3
Lezen bladzijde 18 in stilte
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Samenvatting bladzijde 18
  • Op welke twee manieren kun je geld verdienen uit arbeid
  • In loondienst (bij een bedrijf)
  • Als zelfstandige (zzp)
  • Uit welke twee onderdelen bestaat de loonheffing?
  • Loonbelasting
  • Premies volksverzekeringen

Slide 3 - Tekstslide

Samenvatting bladzijde 18
  • Wat voor inkomsten kun je nog meer hebben
  • Winst
  • Huur
  • Rente
  • Pacht

Slide 4 - Tekstslide

Samenvatting bladzijde 18
  • Afhankelijk van je situatie krijg je korting op de belasting
  • Welke drie soorten korting zijn er?
  • Algemene heffingskorting
  • Arbeidskorting
  • Ouderenkorting

Slide 5 - Tekstslide

Rekenvoorbeeld
Jody verdient € 2.000 per maand. Het tarief van inkomstenbelasting en premies is 40 %.
Totale heffingskorting is € 3.000
Totaal inkomen = € 2.000 X 12 = € 24.000
0,4 X € 24.000 =         € 9.600
Heffingskorting        € 3.000 -
 Inkomensheffing    € 6.600

Slide 6 - Tekstslide

Jong en oud hoofdstuk 3
De werkgever van Jody heeft aan loonheffing al € 600 per maand ingehouden (voorafdracht)

Loonheffing = € 600 X 12 = € 7.200
Inkomensheffing                    € 6.600 -
Jody krijgt terug                      €    600
                 Maken opgave 3.1


Voorafdracht --> de werkgever houdt elke maand al loonheffing in op het loon.
Achter wordt berekend wat je eigenlijk moet betalen. 
Je krijgt geld terug of moet bijbetalen
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

De schijven in 2023
Hoeveel belasting betaal je bij een inkomen van € 80.000 
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

De schijven in 2023
 S 1: € 73.032 X 0,3693 = € 26.970
€ 80.000 - € 73.032 = € 6.968
S 2: € 6.968 X 0,4950 = € 3.449

€ 26.970 + € 3.449 = € 30.419

Slide 9 - Tekstslide

Stappen bij uitrekenen inkomensheffing
bruto arbeidsinkomen
aftrekposten - 
belastbaar inkomen          belastingschijven

heffingsbedrag
heffingskortingen - 
inkomensheffing
Maken opgave 3.2 en 3.3
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
 Jelly heeft een bruto inkomen van € 100.000.
Ze heeft € 10.000 aan aftrekposten. Haar totale heffingskorting is € 3.000

Stap 1--> aftrekposten           € 100.000 - € 10.000 = € 90.000
Stap 2--> schijven     schijf 1: € 73.032 X 0,3693 =                € 26.970
                                      schijf 2: € 90.000 - € 73.032 = €   16.968
                                                      € 16.968 X 0,4950 =    €          8.399 +
                                       totaal van de schijven               € 25.367          
Stap 3--> korting        € 25.367 - € 3.000 = € 22.367  
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 3.3  A
Bruto inkomen - aftrekposten = belastbaar inkomen

€ 42.000 - € 4.500 = € 37.500

Slide 12 - Tekstslide

 3.3 B

Slide 13 - Tekstslide

 3.4B

Slide 14 - Tekstslide

Gemiddeld heffingstarief
Inkomensheffing/ brutoloon X 100 %




Slide 15 - Tekstslide

Marginaal tarief
Jan verdient € 50.000
Petra verdient € 80.000

Wat is het marginaal tarief van Jan?
Wat is het marginaal tarief van Petra?

Slide 16 - Tekstslide

Marginaal tarief
Marginaal tarief van Jan is 36,93 %

Marginaal tarief van Petra is 49,5 %

Slide 17 - Tekstslide

Marginaal tarief
Het hoogste tarief dat je betaalt

Slide 18 - Tekstslide

Draagkrachtbeginsel
Draagkrachtbeginsel ‘de sterkste dragen de zwaarste lasten’.
→ mensen met hoger inkomen betalen in verhouding meer.


Dit gebeurt met progressieve belasting → hoge inkomens betalen procentueel meer belasting

Slide 19 - Tekstslide

Marginaal tarief
Petra verdient dus € 80.000

  • Zij gaat € 5.000 meer verdienen
  • Bereken met welk bedrag de inkomensheffing toeneemt.

  • € 5.000 X 0,4950 = € 2.475

Slide 20 - Tekstslide

Drie belastingstelsels
Proportioneel
Iedereen betaalt hetzelfde percentage belastingen
Progressief
Hoge inkomens betalen hoger percentage
Degressief 
Hoge inkomens betalen lager percentage

Slide 21 - Tekstslide

3.5 
Evelien
Haar baas
Bruto inkomen
€ 42.000
€ 84.000
Belastbaar inkomen
€ 37.500
€ 81.000
Inkomensheffing
€ 8.512
€ 31.100
A. Bereken voor Evelien het gemiddelde heffingstarief
  • € 8.512/ € 42.000 X 100 % = 20,3 %

Slide 22 - Tekstslide

3.5 C
Evelien --> 20,3% inkomensheffing
Haar baas --> 37 % inkomensheffing
Toon aan dat het belastingstelsel progressief is
  • Bij een progressief stelsel betalen hoge inkomens procentueel meer belasting. 
  • Je ziet dat de baas met hoge inkomen procentueel meer betaalt

Slide 23 - Tekstslide

Maken
3.6 C t/m 3.8

Slide 24 - Tekstslide

3.6
Schijf
Inkomen
Tarief
1
€ 0 - € 68.507
37,1 %
2
> € 68.507
49,5 %
Belastbaar inkomen Evelien € 37.500
Belastbaar inkomen Baas € 81.000
A. Marginaal tarief van Evelien:
B. Marginaal tarief van baas:

Slide 25 - Tekstslide

3.6
Schijf
Inkomen
Tarief
1
€ 0 - € 68.507
37,1 %
2
> € 68.507
49,5 %
Belastbaar inkomen Evelien € 37.500
Belastbaar inkomen Baas € 81.000
A. Marginaal tarief van Evelien --> 37,1 %
B. Marginaal tarief van baas: --> 49,5 %

Slide 26 - Tekstslide

3.6
Schijf
Inkomen
Tarief
1
€ 0 - € 68.507
37,1 %
2
> € 68.507
49,5 %
Belastbaar inkomen Evelien € 37.500
Belastbaar inkomen Baas € 81.000
C. Bereken met welk bedrag inkomensheffing toeneemt als haar inkomen met € 1.000 toeneemt
€ 1.000 X 0,371 = € 371

Slide 27 - Tekstslide

Belastingvoordeel hypotheekaftrek
Zonder hypotheekrenteaftrek Bruto inkomen € 40.000
€ 40.000 X 0,3693 =  € 14.772
Hypotheekrente = 
€ 8.000
Met hypotheekrenteaftrek

Bruto inkomen € 40.000
Aftrekpost          €   8.000 -
Belastbaar          € 32.000
€ 32.000 X 0,3693 = € 11.817






Het scheelt dus: 
€ 14.772 - € 11.817 = € 2.955
Of 0,3693 X € 8.000 = € 2.955

Slide 28 - Tekstslide

Belastingvoordeel hypotheekaftrek
Waarom hebben hogere inkomens meer voordeel van hypotheekrenteaftrek?
  • Hoge inkomens zitten in hoge schijf met hoog percentage. 
  • Zij hebben dus meer profijt van aftrekpost


Slide 29 - Tekstslide

3.5 
Evelien
Haar baas
Bruto inkomen
€ 42.000
€ 84.000
Belastbaar inkomen
€ 37.500
€ 81.000
Inkomensheffing
€ 8.512
€ 31.100
B. Bereken voor haar baas het gemiddelde heffingstarief
  • € 31.100/ € 84.000 X 100 % = 37 %

Slide 30 - Tekstslide