Leestekens

Leestekens
Groep 6
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Leestekens
Groep 6

Slide 1 - Tekstslide

Welke leestekens kennen we al?

Slide 2 - Woordweb

ik moet vandaag werken schoonmaken en boodschappen doen
A
Ik moet vandaag werken schoolmaken, en boodschappen doen.
B
Ik moet vandaag werken, schoonmaken en boodschappen doen.
C
ik moet vandaag werken, schoonmaken en boodschappen doen.

Slide 3 - Quizvraag

ik heb vandaag heel veel gegeten appel peer banaan en aardbei
A
Ik heb vandaag heel veel gegeten: appel peer banaan en aardbei
B
Ik heb vandaag heel veel gegeten appel, peer, banaan en aardbei.
C
Ik heb vandaag heel veel gegeten: appel, peer, banaan en aardbei.

Slide 4 - Quizvraag

mijn moeder zei we gaan vandaag vroeg op bed
A
Mijn moeder zei: 'We gaan vandaag vroeg op bed'.
B
Mijn moeder zei: 'We gaan vandaag vroeg op bed.
C
Mijn moeder zei: We gaan vandaag vroeg op bed.

Slide 5 - Quizvraag

Directe rede
Directe rede is de letterlijke overgave van wat iemand heeft gezegd. 
Toen zei ze tegen mij: 'Ik vind jou erg lief'. 

Slide 6 - Tekstslide

Indirecte rede
Navertellen wat iemand heeft gezegd.
Toen zei ze tegen mij dat ze mij erg lief vond. 
Codewoorden: dat/ of

Slide 7 - Tekstslide

Toen zei ik tegen Amy: 'Ik vind het jammer dat we niet hebben gespeeld
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 8 - Quizvraag

Toen zei ze tegen Kees dat ze graag met hem wilde gaan zwemmen
A
Directe rede
B
Indirecte rede

Slide 9 - Quizvraag

Maak van de directe rede een indirecte zin:
Ruben antwoordt: 'Ik ben de snelste van de klas'.

Slide 10 - Open vraag