4.3 De paus en de kruistochten

13 mei - Toets hst 1 t/m 4
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

13 mei - Toets hst 1 t/m 4

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag:


- Herhalen dmv huiswerk bespreken
- Uitleg: Heilige Roomse Rijk
- Schema doornemen
- Intro 4.3: De paus en de kruistochten

Slide 2 - Tekstslide

4.2 staten ontstaan
ka: het begin van staatsvorming en centralisatie

Slide 3 - Tekstslide

3a. Beschrijf het verschil tussen een stamvorst en een landsheer.


Slide 4 - Open vraag

Het Heilige Roomse Rijk -
3b. Door wie werd de koning gekozen, en op basis van welk criterium?

Slide 5 - Open vraag

3d. Beredeneer of het gekozen koningschap de koning machtiger maakt, of juist niet, in vergelijking met de erfelijke monarchie.
Gekozen koningschap......


maakt de koning machtiger
maakt de koning minder machtig

Slide 6 - Poll

Heilige Roomse Rijk
Stamvorsten kozen een koning.
De koning kon door de paus worden gekroond tot keizer
Gevolg: machtsstrijd keizer en stamvorsten

Slide 7 - Tekstslide

Erkenning door keizer Karel IV dat de zeven belangrijkste keurvorsten voortaan de keizer mochten kiezen
Gouden Bul (1356)
De keurvorsten waren landsheer en de keizerstitel was symbolisch.

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken centralisatie schema

Slide 9 - Tekstslide

Welke vragen heb je zelf over het centralisatie schema?

Slide 10 - Woordweb

Eindconclusie: waar lukte de centralisatie het best?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Heilige Roomse Rijk

Slide 11 - Quizvraag

Positie koning in Frankrijk:
Oorlog voeren was duur; de koning moest een goed belastingstelsel opzetten --> Hiermee betaalde bij soldaten en ambtenaren
Zo had hij zijn leenmannen (adel) niet meer nodig en kon hij gaan centraliseren
Centralisatie: rijk besturen vanuit 1 plek met overal dezelfde wetten en regels

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat de steden zowel centralisatie van de macht van de koning mogelijk maakten als in de weg stonden.

Slide 13 - Open vraag

Welke vragen heb je over 4.2 - staten ontstaan?

Slide 14 - Woordweb

Tijd van steden en staten 
1000-1500


4.3 De paus en de kruistochten
- Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke of de geestelijke macht het voor het zeggen heeft 
- De uitbreiding van de christelijke wereld buiten Europa, onder andere in de vorm van de kruistochten

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt de verschillen uitleggen tussen wereldlijke en geestelijke macht.
- Je kunt met voorbeelden uitleggen waarom en hoe zowel de keizer als de paus streefde naar vergroting van zijn macht.
- Je kunt uitleggen waardoor en hoe het machtsstreven van de paus leidde tot het Oosters Schisma
- Je kunt uitleggen waardoor en hoe het machtsstreven van de paus leidde tot conflicten met de keizer en koningen zoals de Investituurstrijd
- Je kunt de oorzaken en gevolgen van de kruistochten beschrijven
- Je kunt het verband leggen tussen het Oosters Schisma en de kruistochten

Slide 16 - Tekstslide

Sleep alle voorwerpen die met dit tijdvak te maken hebben naar het tijdvak-pictogram.

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de kenmerken naar de juiste standen
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De boeren
Moest vechten
Moest werken
Moest bidden

Slide 18 - Sleepvraag

De paus en zijn macht
I. Het Oosters Schisma
II. Machtsstrijd tussen de paus en koning
III. Expansie van de pauselijke macht

Slide 19 - Tekstslide

Lees het Oosters Schisma (blz. 86) en maak vragen 1 en 2

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Het resultaat van de machtsstrijd en interne geloofsverschillen:

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de investituurstrijd en hoe eindigde deze strijd?

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wat is de investituurstrijd en hoe eindigde deze strijd?

Slide 26 - Open vraag

Waarom zouden leenheren bisschoppen tot leenmannen willen maken?

Slide 27 - Open vraag

Expansie van de pauselijke macht

1 kruistochten naar Jeruzalem
2 Iberisch schiereiland veroveren = Reconquista
3 grote gebieden in Oost-Europa



Slide 28 - Tekstslide

 Contact tussen 
christenen en moslims





  • Het contact was meestal vreedzaam: handel
  • Pelgrims hadden vrij toegang tot Palestina en Jeruzalem
  • Dit verandert als de Seldjoeken, een Turks volk, Jeruzalem veroveren en de Heilige Grafkerk verwoesten 

Slide 29 - Tekstslide


Problemen in het 
Byzantijnse Rijk





  • De keizer van het Byzantijnse Rijk voelt zich bedreigd.
  • Islamitische Seldjoeken hebben Jeruzalem in hun macht en zijn dichtbij zijn Rijk.
  • De keizer vraagt de paus (Urbanus II) om hulp.
  • De paus hoopt de oosterse kerk weer onder zijn gezag te krijgen

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide


Een Heilige Oorlog


  • In 1095 roept paus Urbanus II op tot een heilige oorlog, een kruistocht.
  • Doel 1: Bevrijden van het Heilig Land Palestina van de moslims
  • Doel 2: Terugdringen van de Turkse invallen in het Byzantijnse rijk
  • Doel 3: Uitbreiding van het Christendom

Slide 32 - Tekstslide

'Deus vult' (God wil het)

Slide 33 - Tekstslide

Paus Urbanus:
Kruisvaarders kregen van de paus een volle aflaat, al hun zonden werden vergeven

Slide 34 - Tekstslide

Op kruistocht!
  • Veel Europeanen gaan op pad, hun motieven:
  • religieus; pelgrimstocht, beloning met aflaat
  • politiek; macht en aanzien van vorsten neemt toe na geslaagde tocht, er ontstaan kruisvaarders staten
  • sociaal-economisch; rijkdom en meer aanzien voor hoge adel dankzij plunderingen 
Op de achtergrond zie je Richard Leeuwenhart die buigt voor Saladin. Deze koning ken je misschien wel van Robin Hood. Richard veroverde veel steden in het Heilige Land, maar Jeruzalem wist hij niet te veroveren. Uiteindelijk sloot hij een verdrag met Saladin (de legeraanvoerder die de moslimsvolken verenigde).

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Zet deze gebeurtenissen in chronologische volgorde. 
A. Keizer van Byzantium vraagt Paus om hulp.
B. Kruisvaarders dringen Jeruzalem binnen.
C. Turkse moslims veroveren Jeurzalem.
D. Paus roept Christenen op om een kruistocht te organiseren.
A
B
C
D

Slide 37 - Sleepvraag

rijkdom vergaren
Hoop op een beter leven
Meer macht vergaren
Het christen- dom dienen
Hieronder staan een aantal mensen of groepen mensen die op kruistocht  gingen of kruistochten organiseerden. Sleep de juiste mensen naar het juiste motief. Mensen hebben vaak meerdere motieven om iets te doen. Je kunt dus ook de mensen bij meerdere motieven indelen.
ridders
Hoge edelen
boeren
monniken
paus
De Byzantijnse keizer
armen

Slide 38 - Sleepvraag

Totaal waren er 9 kruistochten. In de bekendste kruistochten streden Richard Leeuwenhart en Saladin tegen elkaar.
De vierde kruistocht eindigt in Constantinopel

Slide 39 - Tekstslide

Gevolgen van kruistochten
economisch - introductie van luxe producten uit Midden-Oosten in Europa (specerijen!)
religieus - meer macht (en bezit) voor christelijke kerk
cultureel - de introductie van Arabische kennis in Europa; herintroductie van klassieke kennis in Europa


Slide 40 - Tekstslide

Kruistochten in Europa
Ook in Europa worden andersgelovigen niet langer getolereerd.
 De Islamitische heersers worden door christenen verdreven uit Spanje en Portugal (Reconquista)
De Joden worden massaal vervolgd en ook de volken in het noordoosten van Europa worden bekeerd

Slide 41 - Tekstslide