M2

      Welkom!
Mavo 2
  • Leg je schrift en pen            vast  klaar.
  • Leg je methodeboek klaar.
  • Pak je planner
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

      Welkom!
Mavo 2
  • Leg je schrift en pen            vast  klaar.
  • Leg je methodeboek klaar.
  • Pak je planner

Slide 1 - Tekstslide

welkom
  • absentie/presentie

Slide 2 - Tekstslide

plattegrond M2C

Slide 3 - Tekstslide

plattegrond M2B

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen en huiswerk
  • Je kunt de inleiding, kern en slot herkennen in  een tekst
  • Je weet wat alinea's en functiewoorden zijn

huiswerkcontrole:
dinsdag 10 december: les 29: 1,2,3,4,5,9
donderdag 12 december: les 30: 1,2,4,5,6,7

huiswerk dinsdag 17 december
les 31: 1,2,3,4,5,6,7,8,9*




Zet in je agenda/planner
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

lesprogramma
  • welkom
  • startopdracht: theorie lezen en aantekeningen overschrijven
  • instructie  les 31
  • zelfstandig werken les 31: 1,2,3,4,5,6,7,8*
  • evaluatie






timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

les 29

Indeling in teksten: inleiding, kern slot
inleiding
- beginstuk
- de schrijver wil het onderwerp introduceren of je nieuwsgierig maken

kern/middenstuk
- informatie, argumenten, deelonderwerpen
- alinea's met in elke alinea een kernzin

slot
-laatste alinea
-vaak een conclusie of samenvatting of een opmerking over de toekomst
- in een krantenbericht/nieuwsartikel zit geen slot

Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Tekstslide

les 30

alinea's  
zinnen die bij elkaar horen
zit vaak een witregel tussen of een inspring of een nummer
 elke alinea heeft een kernzin (vaak de eerste of de laatste)

functiewoorden
 geven aan wat de bedoeling is van de alinea, bijvoorbeeld
-conclusie
- aanleiding
- uitleg

Deze functiewoorden kun je tegenkomen:
aanleiding, voorbeeld, uitleg, anekdote, argument, afweging, constatering, analyse
definitie, gevolg, oplossing, advies, verklaring
Maak aantekeningen!!

Slide 8 - Tekstslide

les 31 soorten inleidingen en afsluitingen

inleiding
 reden
opbouw
belangrijke info:  bij nieuwsberichten
voorbeeld
mening
combinatie

slot
samenvatting
conclusie
advies/waarschuwing
prikkelende opmerking/vraag

Maak aantekeningen!!

Slide 9 - Tekstslide

startopdracht
  1. Bin… je dat zeil goed vast? (vastbinden)
  2. Betaal… u altijd contant? (betalen)
  3. Zij verlang… heel erg naar een beetje rust. (verlangen)
  4. Verzamel… u nog altijd postzegels? (verzamelen)
  5. Vin… je dat een logische verklaring? (vinden)
  6. Als het te warm wor… gaan we niet (worden)
  7. Ik denk dat hij dat wel prima vin… (vinden)
  8. Jij reageer… wel erg fel. (reageren)
  9. Verbin… je huisarts zulke wonden niet zelf? (verbinden)
  10. Er wor… nooit voor mij gebeld. (worden)
  11. Mijn school versprei… geen folders. (verspreiden)
  12. Je vertel… zo weinig over je vakantie. (vertellen)
  13. Ik hoop dat u mij vertrouw… (vertrouwen)
  14. Behandel… u die klacht niet zelf? (behandelen)




timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

les 25 werkwoordspelling
Ik lach
Hij lacht
Wij lachen

Hij lachte
Wij lachten


meld
meldt
melden

meldde
meldden
  • Let op: jij/je iachter de pv is ik-vorm. 
Dus:  --> jij lacht vaak  --> lach jij vaak?
  • Laatste letter voltooid deelwoord? Maak het woord langer.. of gebruik 
  • twijfel je aan t of d? Gebruik dan het      'T KoFSCHiP X
ik vorm
ikvorm + t
hele werkwoord

ik vorm + te/de
ik vorm + ten/den

Slide 11 - Tekstslide

startopdracht - antwoorden
  1. Bind… je dat zeil goed vast? (vastbinden)
  2. Betaalt… u altijd contant? (betalen)
  3. Zij verlangt/verlangen… heel erg naar een beetje rust. (verlangen)
  4. Verzamelt… u nog altijd postzegels? (verzamelen)
  5. Vind… je dat een logische verklaring? (vinden)
  6. Als het te warm wordt… gaan we niet (worden)
  7. Ik denk dat hij dat wel prima vindt… (vinden)
  8. Jij reageert… wel erg fel. (reageren)
  9. Verbindt… je huisarts zulke wonden niet zelf? (verbinden)
  10. Er wordt… nooit voor mij gebeld. (worden)
  11. Mijn school verspreidt… geen folders. (verspreiden)
  12. Je vertelt… zo weinig over je vakantie. (vertellen)
  13. Ik hoop dat u mij vertrouwt… (vertrouwen)
  14. behandelt… u die klacht niet zelf? (behandelen)




Slide 12 - Tekstslide

les 26
voltooid deelwoord
combi met hebben/zijn/worden, bijvoorbeeld ik heb gevoetbald, hij is afgemeld, hij wordt gepest
begint vaak met ge-
laatste letter: langer maken
scheidbaar: ondergesneeuwd  en onscheidbaar: gestofzuigd

onvoltooid deelwoord: 
eindigt op 'end' (of ende)
bijvoorbeeld zwemmend, fietsend, lopend

Maak aantekeningen!!

Slide 13 - Tekstslide

werkwoordspelling
  1. Die advocaat behandel… die zaak morgen. (behandelen)
  2. Hij betaal… u zo spoedig mogelijk alles terug. (betalen)
  3. Verbin… u daar maar geen conclusies aan. (verbinden)
  4. Wij lan…en gisteren al om 6:00 uur. (landen)
  5. Waar bevin… die auto zich nu? (bevinden)
  6. Ik verwach…e niet dat het zo goed zou gaan. (verwachten)
  7. Er gebeur… hier nooit iets. (gebeuren)
  8. Wor… jij hier goed voor betaald? (worden)
  9. Hou… jij alles maar eens goed in de gaten. (houden)
  10. De leeuwin verslon… haar prooi. (verslinden)
  11. Je geloof… hem toch zeker niet? (geloven)
  12. Wij dach…en dat het wel goed zou komen. (denken)
  13. Wie bepaal… hier wat er besteld moet worden? (bepalen)
  14. Waarom verbran… je al die mooie, oude kaarten? (verbranden)
  15. Mijn lerares beste…e veel aandacht aan die onderwerpen. (besteden)

Slide 14 - Tekstslide

werkwoordspelling 3 - antwoorden
  1. Die advocaat  behandelt die zaak morgen. (behandelen)
  2. Hij betaalt zo spoedig mogelijk alles terug. (betalen)
  3. Verbindt u daar maar geen conclusies aan. (verbinden)
  4. Wij landden en gisteren al om 6:00 uur. (landen)
  5. Waar bevindt die auto zich nu? (bevinden)
  6. Ik verwachtte niet dat het zo goed zou gaan. (verwachten)
  7. Er gebeurt hier nooit iets. (gebeuren)
  8. Word jij hier goed voor betaald? (worden)
  9. Houd jij alles maar eens goed in de gaten. (houden)
  10. De leeuwin verslond haar prooi. (verslinden)
  11. Je gelooft hem toch zeker niet? (geloven)
  12. Wij dachten dat het wel goed zou komen. (denken)
  13. Wie bepaalt hier wat er besteld moet worden? (bepalen)
  14. Waarom verbrand je al die mooie, oude kaarten? (verbranden)
  15. Mijn lerares besteedde veel aandacht aan die onderwerpen. (besteden)

Slide 15 - Tekstslide

werkwoordspelling 4
  1. Hans verander… die tekst nog wel. (veranderen)
  2. Je vertel… dat verhaal maar een andere keer. (vertellen)
  3. Hoe laat lan… ons vliegtuig in Rome? (landen)
  4. Hij bemoei… zich werkelijk met alles. (bemoeien)
  5. Carolien beweer… van alles, maar je weet nooit zeker of het klopt. (beweren)
  6. Wor… daar wel voldoende rekening mee gehouden? (worden)
  7. Wanneer betaal… u die twee rekeningen? (betalen)
  8. Het wor… zo langzamerhand wel vervelend. (worden)
  9. Vin… jij het echt niet erg als het wat later wordt? (vinden)
  10. Ik bran…e mijn vingers daar niet aan. (branden)
  11. Bestee… zij genoeg tijd aan haar huiswerk? (besteden)
  12. Wie veel tijd aan huiswerk bestee…, wordt daar meestal wel voor beloond. (besteden)
  13. Toen wij jong waren, beste…en wij veel tijd aan ons huiswerk. (besteden).
  14. Die man lach…e als een boer die kiespijn heeft.
  15. Dat uitje kos…e ons een hoop geld. (kosten)


timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

werkwoordspelling 4
  1. Hans verandert die tekst nog wel. (veranderen)
  2. Je vertelt dat verhaal maar een andere keer. (vertellen)
  3. Hoe laat lan… ons vliegtuig in Rome? (landen)
  4. Hij bemoei… zich werkelijk met alles. (bemoeien)
  5. Carolien beweer… van alles, maar je weet nooit zeker of het klopt. (beweren)
  6. Wor… daar wel voldoende rekening mee gehouden? (worden)
  7. Wanneer betaal… u die twee rekeningen? (betalen)
  8. Het wor… zo langzamerhand wel vervelend. (worden)
  9. Vin… jij het echt niet erg als het wat later wordt? (vinden)
  10. Ik bran…e mijn vingers daar niet aan. (branden)
  11. Bestee… zij genoeg tijd aan haar huiswerk? (besteden)
  12. Wie veel tijd aan huiswerk bestee…, wordt daar meestal wel voor beloond. (besteden)
  13. Toen wij jong waren, beste…en wij veel tijd aan ons huiswerk. (besteden).
  14. Die man lach…e als een boer die kiespijn heeft.
  15. Dat uitje kos…e ons een hoop geld. (kosten)


Slide 17 - Tekstslide

instructie les 6: bijwoord en telwoord
bijwoord:
zegt iets over een ander woord (niet over een zelfstandig naamwoord)

telwoorden:
hoofdtelwoord: één, drie, verschillende,
rangtelwoord: tweede, zevende, eerste, laatste, middelste


Maak aantekeningen!!

Slide 18 - Tekstslide

instructie les 6: bijwoord en telwoord
bijwoord:
zegt iets over een ander woord (niet over een zelfstandig naamwoord)

telwoorden:
hoofdtelwoord: één, drie, verschillende,
rangtelwoord: tweede, zevende, eerste, laatste, middelste


Maak aantekeningen!!

Slide 19 - Tekstslide

instructie les 12: hoofdletters en leestekens
hoofdletters:
  • begin van een zin
  • bij namen van: personen, instituten, merken, historische gebeurtenissen, feestdagen, aardrijkskundige namen
  • titels van boeken, films en series
niet bij dagen, maanden, seizoenen, windstreken, historische tijdperken, religieuze stromingen



Maak aantekeningen!!

Slide 20 - Tekstslide

antwoorden
behandelt
betaalt
verbindt
landden
bevindt
verwachtte
gebeurt/gebeurde
word
houd
verslond
gelooft
dachten
verbrand
besteedde

Slide 21 - Tekstslide

Lezen


Stil
lezen


timer
15:00
10 minuten

Slide 22 - Tekstslide

boek 2C
Valentijn Aafjes: nerd, slim, wordt gepest, houdt van boeken lezen, moeder werkt bij de politie
Ben van Poppel: houdt van dieren, dierenactivist
Driss Amrani : ziet eruit als een bokser, pestkop,
Walter van Pierre: scheikundedocent, zit thuis in de knoop met een zieke vrouw die niets kan
Fleur en Inkie: beste vriendinnen
Mevrouw Vos: mentor en zwanger
Mila: wordt vele gepest, zorgt voor haar depressieve vader Herman, draagt goedkope kleding
Irmak: bezorgd over haar broer (buitenlanderhaat)



Slide 23 - Tekstslide

zelfstandig werken

huiswerk: dinsdag 3 september
les 1: 1,2,3,4,6,7* 8* 10*

klaar?
-woordenlijst invullen
-
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Hoe hoe heb je gewerkt vandaag?
Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Open vraag

Welke tekstdoelen ken je? Noem er een voorbeeld bij?
Hoe heb je gewerkt?

Slide 26 - Open vraag

Tot maandag!

Vergeet niet je stoel aan te schuiven ;-) 


Slide 27 - Tekstslide