hh Woordenschat H1+2 - les 1

Welkom!
Nederlands 1vwo
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands 1vwo

Slide 1 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  • Dagopening
  • Hoe kun je leren?
  • Oefentoets Woordenschat H1 + H2
  • Woordenlijsten H1 + H2 doornemen
  • Leren voor de toets 


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
Ik weet welke woordjes ik moet leren voor het so'tje.
Ik weet de betekenis van de woorden van H1 en H2

Slide 4 - Tekstslide

Voor we starten....
Noteer eerst het huiswerk in jouw Plenda.

Donderdag 16 september:
  • Leesboek mee!
  • Leer de moeilijke woordjes van H2

Vrijdag 17 september:
  • SO Woordenschat H1 en H2. 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je leren voor de toets?
  • Kijk goed welke woordjes je kent en welke je nog moeilijk vindt.
  • Leer de woordjes die je nog moeilijk vindt.
  • Neem de groene theorie in het boek door. H1 (blz. 24) en H2 (blz. 54)
  • Leer de woordjes vanaf het papier, via Quizlet of op een andere manier.
  • Nieuw Nederlands Online 'Trainen' > Woordenschat

Slide 6 - Tekstslide

Oefentoets
Woordenschat H1 en H2

Pak je laptop erbij, log in en doe mee met de oefentoets!

Slide 7 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 september
Woordjes H2 leren.
Leesboek mee!

Vrijdag 17 september: 
SO Woordenschat H1 en H2
Leesboek mee!




Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 1

Slide 9 - Tekstslide

defensie
weerzin
communicatie
saamhorigheid
relatie
afkeer
band
gevoel van sterke verbondenheid
verdediging
uitwisseling van berichten e.d.

Slide 10 - Sleepvraag



Welk woord past in de zin?
euforie – gesteldheid – interesse – perspectief – verantwoordelijkheid – verstandhouding.
1 Een tot nu toe onbekende terreurgroep heeft de […] opgeëist voor de aanslag op het busstation in de Iraakse hoofdstad.

Slide 11 - Open vraag



Welk woord past in de zin?
euforie – gesteldheid – interesse – perspectief – verantwoordelijkheid – verstandhouding.
2 Ik ben het helemaal niet met je eens, maar vanuit jouw […] bekeken is het wel begrijpelijk dat je zo over de zaak denkt.

Slide 12 - Open vraag

Maak met de volgende uitdrukking een zin, zodat de betekenis duidelijk wordt.
- bont en blauw -

Slide 13 - Open vraag

In de zakelijke tekst van meneer Van Putten komt vaak het woord ‘jongedame’ voor. Omdat meneer Van Putten graag variatie in zijn tekst wil, is hij op zoek gegaan naar synoniemen voor het woord ‘jongedame’. Welk synoniem raad jij voor meneer Van Putten aan?
A
juffrouw
B
grietje
C
meisje
D
mevrouw

Slide 14 - Quizvraag

Waarom raad je dit synoniem aan?

Slide 15 - Open vraag

Hoofdstuk 2

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de juiste betekenis?

kritisch
A

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis?

kritisch
A
nadelig
B
niet afgemaakt
C
roddelachtig
D
scherp beoordelend

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis?

subtiel
A
gevaarlijk; vol risico's
B
fijntjes
C
inhoudsloos; leeg
D
jaloers

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis?

onvoltooid
A
nadelig
B
niet afgemaakt
C
roddelachtig

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste betekenis?

afgunstig
A
gevaarlijk; vol risico's
B
jaloers
C
inhoudsloos; leeg

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord past in de zin?
Welk woord past in de zin?
aangedaan zijn – beargumenteren – benaderen – camoufleren – onverschillig zijn – twisten 

Ze kunnen lang en breed […] over de vraag wie de schuld heeft, maar de rechter zal uiteindelijk zijn vonnis vellen en daar moet ze zich bij neerleggen. 

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 22 - Tekstslide

Welk woord past in de zin?

Slide 23 - Open vraag

Welk woord past in de zin?
Welk woord past in de zin?
aangedaan zijn – beargumenteren – benaderen – camoufleren – onverschillig zijn – twisten 

Voor vragen over de vakantieperiodes van volgend jaar kun je het beste de administratie van de school […].

Beantwoord de vraag op de volgende slide.

Slide 24 - Tekstslide

Welk woord past in de zin?

Slide 25 - Open vraag

Gebruik de volgende uitdrukkingen in een zin zodat de betekenis duidelijk wordt. Maak een zin van ten minste 15 woorden. Je mag de vorm van de woorden aanpassen.
- Mijn naam is haas. -

Slide 26 - Open vraag

Leren voor de toets
  • Neem de woordenlijsten door en markeer de woorden die je moeilijk vindt.
  • Leer de woordjes via Quizlet, de woordenlijst, of op een andere manier.

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen van deze les
  • Ik weet welke woordjes ik moet leren voor het so'tje.

  • Ik weet de betekenis van de woorden van H1 en H2


Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 16 september
Woordjes H2 leren.
Leesboek mee!

Vrijdag 17 september: 
SO Woordenschat H1 en H2
Leesboek mee!




Slide 29 - Tekstslide