§1.4 Het Nederlandse rivierenlandschap

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas,
ga op je plek zitten,
pak je ipad voor,
ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
de les start wanneer de timer voorbij is!
timer
3:00
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Doe je telefoon in de telefoontas,
ga op je plek zitten,
pak je ipad voor,
ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
de les start wanneer de timer voorbij is!
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: Water
§1.4 Het Nederlandse rivierenlandschap

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §1.4 'Het Nederlandse rivierenlandschap'

Maak van §1.4 'Het Nederlandse rivierenlandschap' vraag 1 t/m 7

Examenvraagcheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelvragen van deze les
  1. Je kunt 3 soorten Nederlandse rivieren onderscheiden
  2. Je kunt de aanvoer, opslag en afvoer van water 3 soorten Nederlandse rivieren beschrijven en verklaren.
  3. Je kunt het belang van watertransport voor Nederland beschrijven en verklaren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en water van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 6 - Quizvraag

Het stroomgebied is
A
De hoofdrivier en alle zijrivieren
B
hetzelfde als het stroomstelsel
C
Het hele gebied dat afwatert op een rivier en de zijrivieren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Rivieren op natuurlijke wijze

Slide 9 - Tekstslide

Rivieren op natuurlijke wijze

Slide 10 - Tekstslide

Na ingreep van de mens

Slide 11 - Tekstslide

Je kan de volgende onderdelen van een rivier in Nederland aanwijzen op een dwarsdoorsnede / foto: oeverwal, komgrond, zomerdijk, winterdijk en uiterwaard.

Slide 12 - Tekstslide

Nu in het echt

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Definitie Polder
  • Een gebied waar de mens de waterstand regelt
  • Dit kan door een molen of een gemaal
  • Niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen

Slide 15 - Tekstslide

Zeepolder
  • Sedimenten van zand en klei wordt omdijkt
  • Denk aan Friesland en Zeeland
Zee
Buitendijks
Binnendijks

Slide 16 - Tekstslide

Droogmakerij
  • 2Stukken meren en/of zee die zijn leeggepompt
  • eerst dijken rond en meer en dan (jaren) leegpompen
  • wordt gebruikt voor landbouw en woningen
  • voorbeeld: Flevoland 

Slide 17 - Tekstslide

Waar zul je boerderijen vinden?
A
Uiterwaarden
B
Komgronden
C
Oeverwal
D
Boezem

Slide 18 - Quizvraag

Wat ligt hoger?
A
uiterwaarden
B
Winterdijk
C
Zomerdijk
D
kribben

Slide 19 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 20 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 21 - Quizvraag


A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Uiterwaarde
D
Kribben

Slide 22 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?
A
Polder
B
Zandmotor
C
Droogmakerij
D
Inklinking

Slide 23 - Quizvraag

Tegenwoordig pompen wij het water uit een droogmakerij d.m.v gemalen. Hoe deden we dat bij de eerste grote droogmakerijen 'De Beemster'?
A
Met de hand
B
Molen
C
Stoomgemaal
D
Slootjes graven die naar een laag punt stromen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk het plaatje hiernaast. Welk rijtje is juist?
A
1 = gemaal, 2 = polder, 3 = zee, 4 = dijk
B
1 = zee, 2 = gemaal, 3 = dijk, 4 = polder
C
1 = dijk, 2 = polder, 3 = zee, 4 = gemaal
D
1 = polder, 2 = dijk, 3 = zee, 4 = gemaal

Slide 26 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: lees en maak van §1.4 'Het Nederlandse rivierenlandschap' vraag 1 t/m 7

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)
            buurman/buurvrouw naast je
            de docent
          
Klaar: maakt een samenvatting van §1.4

Tijd: timer

Klaar: laat controleren, kijk na en maak verdieping of herhaling

Tijd: 5 minuten voor de bel

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waardoor ontstaan de beweging in de aardkorst?

Slide 29 - Open vraag