Labels en stijlfiguren

Labels en stijlfiguren
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Labels en stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Labels - leerdoelen: 
  • Je begrijpt hoe je argumenten kunt labelen
  • Je begrijpt hoe je structuur kunt aanbrengen met behulp van labels 

Slide 2 - Tekstslide

Labelen - Wat is dat? 
  • Labelen = een naam geven aan je argumenten
  • Je bedenkt één of een paar woorden die de kern van een argument weergeven.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom labelen? 
Labelen geeft structuur aan je pleidooi:
  • Het wordt makkelijker voor jezelf om je verhaal te vertellen
  • Het wordt makkelijker voor het publiek om je verhaal te volgen.  

Slide 4 - Tekstslide

Stelling: dierentuinen moeten verboden worden
Argument: 
(A): Een dierentuin is erg zielig voor de dieren.
(U): Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg, omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren. 
(B): Een voorbeeld van gedrag dat ongelukkige dieren laten zien, is het eindeloos heen-en-weer lopen in hun hok of proberen te ontsnappen. Dat doen ze omdat ze ongelukkig zijn 

A = argument, U = uitleg, B = (bij)voorbeeld
Tip: gebruik deze opbouw ook bij je eigen argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kun je dit argument labelen?

Slide 6 - Woordweb

Label: (het is) zielig voor dieren


(A): Een dierentuin is erg zielig voor de dieren.
(U): Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg, omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren.
(B): Een voorbeeld van gedrag dat ongelukkige dieren laten zien, is het eindeloos heen-en-weer lopen in hun hok of proberen te ontsnappen. Dat doen ze omdat ze ongelukkig zijn

Slide 7 - Tekstslide

Stelling: het gebruik van sociale media moet verboden worden voor kinderen onder de 16 jaar

Argument: 
(A):  Sociale media zijn schadelijk voor de geestelijke gezondheid van kinderen onder de 16 jaar.
(U): Kinderen in deze leeftijdsgroep zijn vaak nog in ontwikkeling op het gebied van zelfbeeld en emotionele stabiliteit. Sociale media kunnen hen blootstellen aan druk om te voldoen aan onrealistische schoonheidsidealen, gepest worden, of verslaving aan likes en volgers ontwikkelen.
(B): Kinderen kunnen bijvoorbeeld onzeker worden door het zien van de perfecte vakantiefoto's  op Instagram. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe kun je dit argument labelen?

Slide 9 - Woordweb

Label: schadelijk voor geestelijke gezondheid

Slide 10 - Tekstslide

Video: let op welke labels worden gebruikt en wanneer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke labels worden er genoemd?

Slide 13 - Open vraag

Op welke momenten gebruikt hij labels? 

Slide 14 - Tekstslide

Video: let op welke labels worden gebruikt

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Welke labels worden er gebruikt?

Slide 17 - Open vraag

Stijlfiguren
Leerdoelen:
  • Je weet wat stijlfiguren zijn
  • Je kunt stijlfiguren herkennen
  • Je kunt stijlfiguren effectief toepassen

Slide 18 - Tekstslide

Stijlfiguren - Wat zijn dat? 
  • Een stijlfiguur of stijlmiddel is het heel bewust gebruiken van een of meer woorden (die afwijken van de gebruikelijke betekenis)

  • Voorbeelden?

Slide 19 - Tekstslide

Waarom stijlfiguren?
Gebruiken om een bepaald effect te bereiken:
  • Aandacht trekken
  • Publiek op een bepaalde manier naar iets laten kijken
  • Nadruk leggen op iets
  • Etc.

Slide 20 - Tekstslide

Alliteratie (beginrijm)
Retorische vraag
Anafoor (herhaling)
Verrassend volledig, verbazend voordelig
Wij willen rechtvaardigheid, wij willen gelijkheid, wij willen een toekomst waarin iedereen telt
Vind je het normaal dat in Amsterdam tegenwoordig op elke straat een gestolen fiets wordt aangeboden? 

Slide 21 - Sleepvraag

Chiasme (kruisstelling)
Hyperbool (overdrijving)
Metafoor (onuitgesproken vergelijking)
Haar woorden waren messen die door mijn hart sneden.
De overheid moet niet alleen zeggen wat ze gaat doen, maar ook doen wat ze zegt.
Ik heb duizend keer gezegd dat je dat niet moet doen!
Deze politicus is een natuurramp.

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Video

Zelf aan de slag: werken aan pleidooi

  1. Geef de argumenten van je pleidooi labels
    (--> gebruik deze in de kop, romp en staart van je pleidooi)
  2. Pas minimaal twee stijlfiguren toe in je pleidooi
    (overzicht stijlfiguren --> teams)

Slide 24 - Tekstslide