Inleiding literatuurgeschiedenis

Literatuurgeschiedenis
Introductie middeleeuwen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Literatuurgeschiedenis
Introductie middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 1: Wat voegt de literatuurgeschiedenis toe aan de algemene geschiedenis?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 2: OVT (onvoltooid verleden tijd) is de titel van een radioprogramma over geschiedenis. De titel zegt iets over de aard van geschiedschrijving. Verklaar deze titel.

Slide 13 - Open vraag

Vraag 3a: Wat wordt verstaan onder idee en wat is de functie hiervan binnen het kader van onze literatuurgeschiedenis?

Slide 14 - Open vraag

Vraag 3b: Waarom is het niet juist om de periode van een idee of stroming strak te begrenzen met jaartallen?

Slide 15 - Open vraag

Vraag 3c: Andere landen zijn ook van invloed op onze cultuur. Denk je dat dit altijd dezelfde landen zullen zijn? Licht je antwoord toe.

Slide 16 - Open vraag

'Voor Ari' van Jules Deelder behoort tot de Nederlandse literaire erfgoed en zal in geen enkele bloemlezing met een overzicht van de Nederlandse poëzie ontbreken.  Deelder schreef het bij de geboorte van zijn dochter. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 4a: Wanneer heeft Deelder dit gedicht geschreven: in 1870, in 1985 of in in 2015? Leg uit waarop je je datering baseert.

Slide 19 - Open vraag

Vraag 4b: Wat betekenen in 'Voor Ari' de regels 'Maar ze gaan allen dezelfde weg' en 'Je komt uit het water en je gaat door het vuur'?

Slide 20 - Open vraag

Vraag 4c: Welke levensles geeft de dichter Ari mee?

Slide 21 - Open vraag

Vraag 4d: Wat zou dit kunnen zeggen over de tijdsgeest waarin het gedicht is geschreven?

Slide 22 - Open vraag

Welke tijdvak hoort bij de uitspraak 'Alles hangt met alles samen'?
A
Vorm of vent
B
Gedenk te sterven
C
De tijden veranderen
D
Pluk de dag

Slide 23 - Quizvraag

Welk tijdvak hoort bij de uitspraak 'Ik denk dus ik ben'.
A
Pluk de dag
B
Gedenk te sterven
C
Alles is maakbaar
D
Vorm of vent

Slide 24 - Quizvraag

Welk tijdvak hoort bij de uitspraak: 'Toen sprak Reynaert: "Ik heb misdaan jegens alle dieren die nu leven. Vraag God dat hij mij wil vergeven."'
A
Pluk de dag
B
Romantiek en werkelijkheid
C
Alles is maakbaar
D
Gedenk te sterven

Slide 25 - Quizvraag

Je moet een korte uitleg geven over wat je in paragraaf 17 heb geleerd. Wat vertel je? Schrijf dit uit in volledige zinnen.

Slide 26 - Open vraag

Opdracht
Lees alinea 18: Gedenk te sterven (1000 - 1600) op blz. 186 - 193. Je gaat een mindmap maken van deze informatie. Bekijk goed welke informatie bij elkaar hoort, zodat je je mindmap juist indeelt. 

Slide 27 - Tekstslide