Les 3 infecties en infectieziekten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
pathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stelling is onjuist?
A
Per jaar sterven in Nederland 1000 patiënten aan een ziekenhuisinfectie
B
70.000 patiënten per jaar krijgen een ziekenhuisinfectie
C
De meest voorkomende ziekenhuisinfectie is een lijnsepsis
D
6% van de opgenomen patiënten krijgt een ziekenhuisinfectie

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke infectie komt het meest voor in het ziekenhuis
A
Urineweginfectie
B
Wondinfectie
C
Sepsis
D
Darminfectie

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke risicomomenten van in contact komen met besmetting kan je opnoemen?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Risicomomenten
Bepaalde momenten in de zorg  brengen extra risico’s op besmetting met zich mee. 
Micro-organismen kunnen worden overgedragen via een zorgvragers, zorgverleners, uit de omgeving, aan gebruiksvoorwerpen of verspreiden in de lucht. 

Deze risicomomenten zijn die waarop je contact maakt met:
  • bloed, lichaamsvocht en uitscheidingsproducten;
  • niet-intacte huid of slijmvliezen;
  • materialen die in aanraking zijn geweest met bloed, lichaamsvocht, uitscheidingsproducten, niet-intacte huid of slijmvliezen.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je verspreiding van ziekteverwekkers voorkomen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verspreiding voorkomen
Infecties voorkomen kan op verschillende manieren:​

  • Hygiënisch werken​
  • Gebruik van steriele materialen en disposables​
  • Desinfectie en reiniging​
  • Isolatie van besmettelijke zorgvragers ​



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MRSA
Meticilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)
Om verspreiding van MRSA tegen gaan maatregelingen inzetten bij. 
  • Een zorgvrager die de afgelopen twee maanden langer dan 24 uur in een buitenlandse zorginstelling heeft verbleven.
  • Een zorgvrager die (in het verleden) besmet is met MRSA.
  • Een medewerker die de afgelopen twee maanden langer dan 24 uur in een buitenlandse instelling heeft verbleven.
  • Zorgvrager die in contact komt met varkens-, vleeskalveren-, of vleeskuikens


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van een MRSA-besmetting word je altijd ziek
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een reden om een patiënt geïsoleerd te verplegen?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geïsoleerd verplegen
Redenen:​
  • Zorgvrager loopt een gevaar een infectie op te lopen (beschermende isolatie) ​
  • Zorgvrager loopt het gevaar anderen te besmetten (bronisolatie)​
  • Beide vormen kunnen ook samen gebruikt worden (universele isolatie)



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronisolatie
Vanwege de besmettelijkheid en de ernst van de ziekte 

Drie vormen:​
  • Contactisolatie/ barrière verpleging​
  • Standaardisolatie​
  • Strikte isolatie



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contact isolatie - barrière verpleging
Besmetting enkel door direct contact of voorwerpen 
Voorbeelden: slijmvlies- en huidaandoeningen en geslachtsziekten​. 

  • Op zaal verplegen, zorgvrager mag de zaal niet zonder reden verlaten​
  • Beschermende kleding bij direct contact ​
  • Handschoenen bij direct contact ​
  • Handen desinfecteren als je de beschermende kleding en handschoenen uitdoet en daarna weer​



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Standaard isolatie
Als besmetting plaats kan vinden door micro-organismen die door direct lichaamscontact en/of door de lucht op korte afstand worden verspreidt​

Voorbeelden: luchtweginfecties, virusinfecties en kinderziekten​

  • Eenpersoonskamer​
  • Zorgvrager mag kamer niet verlaten​
  • Beschermende kleding bij direct contact​
  • Handschoenen bij contact met besmettelijk materiaal​
  • Neus/mondmasker bij besmetting via de lucht​
  • Handen desinfecteren als je de beschermende kleding en handschoenen uitdoet en daarna weer​





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strikte isolatie
Als een zorgvrager geïnfecteerd is met een zeer besmettelijk, een zeer slecht te bestrijden of een zeer gevaarlijk micro-organisme​

Standaard isolatie is niet voldoende om verspreiding te voorkomen​

Voorbeelden: E.S.B.L. MRSA-bacterie​, multiresistente open tuberculose​


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strikte isolatie
  • Kamer met sluis ​
  • Altijd beschermende kleding ​
  • Mond/neusmasker bij besmetting via de lucht​
  • Handen desinfecteren bij verlaten kamer. 
  • In de sluis wordt de beschermende kleding uitgetrokken en de handen opnieuw gedesinfecteerd​




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strikte isolatie kamer
Zorgvrager is besmettelijk voor anderen
Luchtdruk in de kamer is lager dan de luchtdruk buiten de kamer ​

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij beschermende isolatie loopt vooral de zorgverlener een gezondheidsrisico
juist
onjuist

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende isolatie
Bij zorgvragers met zeer lage weerstand ​

Preventie van het in aanraking komen met pathogene organismen​


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een ziektebeeld van een zorgvrager die je in beschermde isolatie moet verplegen?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Isolatie 
Contactisolatie - BMRO, herpes, hepatitis A 
Druppelisolatie - Kinkhoest, mazelen 
Strikte isolatie - MRSA
Aerogene isolatie - open Tuberculose


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Contactisolatie
Druppelisolatie
Strikte Isolatie 
Aerogene isolatie 
Handschoenen en schort 
Handschoenen, schort, FFP 1
Handschoenen, muts, mond-neusmasker en short 
Mondmasker FFP 2

Slide 22 - Sleepvraag

Contactisolatie = Handschoenen en schort
Druppelisolatie = Handschoenen, schort en FFP1 
Aerogene isolatie + Mondmasker FFP 2
Strikte isolatie = Handschoen, muts, mondneusmasker, schort (sluis). 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies