Je krijgt een casus en voert een gesprek met een client met een hulpvraag. Je stelt onbevooroordeeld open vragen, je luistert, vat samen en vraagt door. Je verzamelt informatie en brengt de vragen op verschillende leefgebieden in kaart. Samen met de cliënt stel je de belangrijkste doelen vast. Je bespreekt wat de mogelijkheden zijn van de cliënt zelf en van zijn sociale netwerk. Ten slotte spreek je af welke acties ondernomen worden.
Gebruik in het gesprek het Werkblad Leefgebieden om aantekeningen te maken.
Het gesprek wordt geobserveerd door een medestudent. Na afloop bespreken jullie de observaties en krijg je feedback.
Tenslotte schrijf je een kort verslag over het gesprek.
Schrijf een samenvatting van het gesprek
Schrijf welke gespreksvaardigheden je hebt gebruikt.
Reflecteer op jouw eigen gesprek: welke feedback heb je gekregen, wat heb je deskundig uitgevoerd, wat zijn je leerpunten?