Oefentoets m&m H2

Oefentoets m&m H2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets m&m H2

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is het bij de evenaar warmer dan bij de polen? (1p)

Slide 2 - Open vraag

De Nederlandse winters zijn meestal niet enorm koud. Verklaar dat. (1p)

Slide 3 - Open vraag

Kies de juiste woorden. Stijgingsneerslag ontstaat vooral in de buurt van de EVENAAR/POLEN. De lucht is daar namelijk KOUDER/WARMER dan in andere gebieden. Daardoor bevatten de wolken MEER/MINDER water. (3p)

Slide 4 - Open vraag

Welke twee uitspraken gaan over het klimaat op een plek? (2p)
A Afgelopen maand heeft de zon 150 uur geschenen.
B De komende dagen gaat er 50 mm neerslag vallen.
C De zomers zijn hier meestal erg droog.
D In de winter is het hier gemiddeld 2 graden onder nul.

Slide 5 - Open vraag

Beschrijf hoe neerslag ontstaat. (1p)
Gebruik de begrippen verdamping en condensatie.

Slide 6 - Open vraag

Koufront/warmfront
(1p)

Slide 7 - Open vraag

Zijn de nachten op 21 december in Portugal korter dan in Noorwegen?
A
Ja, want Noorwegen heeft helemaal geen daglicht op 21 december
B
Ja, want Noorwegen ligt dichter bij de Noordpool, waar op 21 december geen daglicht is
C
Nee, want de dagen en de nachten zijn in heel Europa in december even lang
D
Nee, want Portugal ligt dichter bij de Zuidpool, waar op 21 december geen daglicht is

Slide 8 - Quizvraag

Wat is neerslag? (1p)

Slide 9 - Open vraag

Leg uit hoe seizoenen ontstaan. (1p)

Slide 10 - Open vraag

Een boer in Frankrijk heeft zijn koeien naar een weiland gebracht dat 500 meter hoger ligt dan zijn boerderij. Hoeveel kouder is het daar? (1p)
A
0,5 °C
B
3 °C
C
5 °C
D
6 °C

Slide 11 - Quizvraag