In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
Link+ A2-B1 laag-tot middenopgeleiden
Thema 2 Taak 1
Stad en land
-kennis maken
-Quiz : woordenschat
-Herhaling : grammatica (perfectum)
-spreken over je huis/buurt/woonomgeving
-leesopdracht
-grammatica(imperfectum)
-schrijfopdracht/spreken
-huiswerk
Slide 1 - Tekstslide
Kennis maken!
1.Hoe heet je?
2.Waar kom je vandaan?
3.Waar woon je ?
4.Hoe lang woon je al in Nederland?
5.Werk je of studeer je?Volg je een opleiding?
6.Hoe lang leer je Nederlands?
7.Speek je andere talen behalve Nederlands?
Slide 2 - Tekstslide
Pak je telefoon!
Google.com--->
Stappen :
1.''lesson up student ''typen
2.''het wachtwoord'' invoeren
3. je naam typen!
Slide 3 - Tekstslide
Wat is dat?
A
een plant
B
een plein
C
een paleis
D
een paard
Slide 4 - Quizvraag
We hebben een Perzisch________in de woonkamer.
A
boekenkast
B
plant
C
gordijnen
D
tapijt
Slide 5 - Quizvraag
Ik ga naar het________om mijn dochter op te halen
A
winkel
B
kerk
C
supermarkt
D
vliegveld
Slide 6 - Quizvraag
Dit huis heeft een moderne__________
A
bad
B
berging
C
inrichting
D
gordijn
Slide 7 - Quizvraag
Ik weet niet welke kleur ik moet__________
A
uitkiezen
B
ontwerpen
C
kussen
D
schilderen
Slide 8 - Quizvraag
Mijn kamer is niet klein maar_________
A
gezellig
B
ruim
C
rommelig
D
licht
Slide 9 - Quizvraag
We hebben een huis met een grote tuin.Morgen gaat mijn vader het________maaien.
A
planten
B
gras
C
bloemen
D
plant
Slide 10 - Quizvraag
Amsterdam is een drukke en_________stad
A
gezellig
B
levendige
C
leuk
D
verantwoordelijke
Slide 11 - Quizvraag
Ik heb gisteren bij IKEA twee grote___________gekocht
A
kussen
B
kussens
C
kussenen
D
kussen's
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Maak nu de grammaticaopdrachten 1&2!
Slide 16 - Tekstslide
Kijk naar de foto's!
In wat voor een huis woon je?Op welke verdieping?Is je huis groot /ruim /modern/gezellig/klein/licht/oud/nieuw?Heeft je huis een balkon of een tuin/garage?Woon je in levendige /rustige/ veilige/ historische/multiculturele/gezinsvriendelijke buurt?
eengezinshuis woonboot
appartementvrijstaand huisrijtjeshuis villa
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
link a2-b1 laag en middenopgeleiden hf 1 taak 2
Werk met z'n tweeën!
1.Hoe zien de huizen in je eigen land eruit (kleur, soort huis)?
2.Wonen de meeste mensen in jouw land in steden of in dorpen?
3.Waar heb je zelf gewoond in je eigen land?
4.Waar woon je nu in Nederland?Woon je in een huurhuis of in een koophuis?
5.Ben je tevreden met je huis?
6.Heb je leuke buren?
7.Heeft jouw buurt een park, een winkelstraat en een station?
8.Wil je graag verhuizen? Zo ja, waarom?
Slide 20 - Tekstslide
Lezen :
Lees de tekst bl.25 t/m 27 en maak de opdracht 2!
Ben je klaar? Dan gaan we jullie antwoorden bespreken!
Spreken :
Maak opdracht 3 & 4 bl.27&28
Slide 21 - Tekstslide
Grammatica imperfectum(regelmatige werkwoorden)
SoFTKeTCHuP
wonen-ik woon-ik woonde/maken-ik maak-ik maakte
ik woonde ik maakte
jij/je woonde jij maakte
u woonde u maakte
hij/zij/ze/het woonde hij/zij/ze het maakte
wij/we woonden wij/we maakten
jullie woonden jullie maakten
zij/zij woonden zij/ze maakten
Slide 22 - Tekstslide
Imperfectum(onregelmatige werkwoorden)
gaan--> ging doen->deed/deden
eten->at/en
ik ging geven->gaf/gaven
jij/je ging drinken->dronk/en
u ging komen->kwam/en
hij/zij/ze/het ging slapen->sliep/en
wij/we gingen lezen->las/lazen
jullie gingen houden->hield/en
zij/ze gingen zijn->was/waren
hebben->had/hadden
Slide 23 - Tekstslide
zien->zag/en brengen->bracht/en
worden->werd/en begrijpen->begreep/begrepen
zeggen->zei/zeiden krijgen->kreeg-kregen
kunnen->kon/konden winnen->won/wonnen
hebben->had/hadden zingen->zong/en
bezoeken->bezocht/en zitten-> zat/en
beginnen>begon/begonnen zoeken->zocht/en
zwemmen-zwom/zwommen vragen->vroeg/en
mogen->mocht/en lopen-liep/en
vinden->vond/en nemen-nam/en
kijken->keek/keken
kopen->kocht/en
Slide 24 - Tekstslide
Grammatica :
maak nu de opdracht 3 & Schrijf over jezelf
Ben je klaar?
Kijk ze na! Heb je vragen?
Schrijven :
maak nu opdracht 5 bl.28
Ben je klaar?
Spreken :
maak nu de opdrachten 6,7&8 bl.28&29
Slide 25 - Tekstslide
schrijven :
maak nu opdracht 9 bl.29
huiswerk : maak de online opdrachten taak 2 (1 t/m 6)
& de grammaticaopdrachten 1.26,1.27 &1.28 &op. 9 bl.29