1.4 en 1.5_G1a

Welkom G1a
Ga rustig zitten en pak je laptop en je boek!

Laptop mag nog even dicht tot je met het huiswerk begint





1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom G1a
Ga rustig zitten en pak je laptop en je boek!

Laptop mag nog even dicht tot je met het huiswerk begint





Slide 1 - Tekstslide

1.4 De ligging van Teheran
Iran in de atlas
Iran in de atlasI

Slide 2 - Tekstslide

Reliëf 
Reliëf = Hoogteverschillen in het landschap 

Hoogteligging = De ligging van een gebied in meters onder of boven het zeeniveau

Slide 3 - Tekstslide

Twee soorten afstanden

Slide 4 - Tekstslide

De relatieve afstand
Relatieve afstand = de afstand die je meet in reistijd.

De relatieve afstand kan altijd veranderen. 

Vraag: Waardoor kan de relatieve afstand veranderen?

 

Slide 5 - Tekstslide

De relatieve afstand
De relatieve afstand kan veranderen door: 

Vervoersmiddel
Wegwerkzaamheden
Ongelukken
Brug staat open
Het weer 

Slide 6 - Tekstslide

De absolute afstand
Absolute afstand = de afstand die je meet langs een rechte lijn (hemelsbreed) in km.

De absolute afstand veranderd nooit!

Slide 7 - Tekstslide

Zelf werken (10 min) 



Maak van paragraaf 4: 

Opgave 6

Opgave 7

(Opgave 5)





Hierna bespreken we de opgaven! 

Werk in stilte

Bewaar je vragen voor de nabespreking
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

1.5 Land van Migranten
Iran in de atlas
Iran in de atlasI

Slide 9 - Tekstslide

Het grote plaatje

Slide 10 - Tekstslide

Immigrant en Emigrant
immigrant
Iemand die vanuit een ander land binnenkomt in een nieuw land.
emigrant
Iemand die verhuist naar een ander land.

Slide 11 - Tekstslide

Migratie saldo

Slide 12 - Tekstslide

Soorten migranten
Economische migrant
Iemand die verhuist om economische redenen.
(Werk)
Sociale migrant
Iemand die verhuist om sociale redenen.
(Gezinsvorming/Gezinsherheniging)
Politieke migrant
Iemand die verhuist om politieke redenen.
(gebrek aan vrijheid)

Slide 13 - Tekstslide

Zelf werken (10 min) 



Maak van paragraaf 5: 

Opgave 1

Opgave 6

Extra: 8 & 9




Hierna bespreken we de opgaven!

Werk in stilte

  Bewaar je vragen voor de nabespreking
timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

Oefenen voor de toets

Slide 15 - Tekstslide

Tekenoefening
Maak een zo mooi mogelijk tekening met de volgende kenmerken:
1.  Evenaar
2. Nulmeridiaan
3. Noordelijk- en zuidelijk halfrond
4. Noord- en zuidpool
5. Westelijk- en oostelijk halfrond
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Oefenvraag 1
Zeist ligt op het noordelijk halfrond en heeft een breedteligging van 52 graden.

Zeist ligt op het oostelijk halfrond, met een lengteligging van 5 graden. 

Schrijf de coördinaten van Zeist op.  

 

timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Oefenvraag 2
Op de plattegrond van mijn woonplaats meet ik dat ik 3 cm moet lopen van mijn huis naar de tennisclub. De schaal van de plattegrond is 1:10.000. 

Hoeveel meter moet ik lopen naar de tennisclub? 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

Check je antwoorden
Vergelijk jouw antwoorden met je buurman/-vrouw

1) Wat hebben jullie hetzelfde?
2) Hebben jullie verschillende antwoorden? Zo ja, wie heeft het goede antwoord? En waarom? 
3) Kijk de antwoorden na


timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Oefenvraag 1
De coördinaten van Zeist zijn:
52 graden N.B., 5 graden O.L. 

N.B. = noorderbreedte (op het noordelijk halfrond - ten noorden van de evenaar)
O.L. = oosterlengte (op het oostelijk halfrond - ten oosten van de nulmeridiaan)



 

Slide 21 - Tekstslide

Oefenvraag 2
Het is 300 meter lopen van mijn huis naar de tennisclub. 

Berekening: 
1) 1 cm op de kaart = 10.000 cm in werkelijkheid
2) 10.000 cm omrekenen naar meters. 10.000 cm = 100 meter (10.000 delen door 100, want in 1 meter gaan 100 centimeter. Haal 2 nullen eraf). 
--> Dus 1 cm op de kaart is 100 meter in werkelijkheid
4) 3x 100 meter = 300 meter

Slide 22 - Tekstslide

Tips voor het omrekenen

1) Omrekenen van centimeter naar meter:
1 meter = 100 centimeter  
--> 2 nullen eraf 

2) Omrekenen van centimeter naar kilometer: 
1 kilometer = 100.000 centimeter 
--> 5 nullen eraf

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voorbereiden op de toets

Slide 25 - Tekstslide

Wat moet je weten voor de toets?
1) Leer hoofdstuk 1: paragraaf 1 t/m 5
2) Leer de bijbehorende basisboeknummers
     --> de basisboeknummers staan in je leerboek, onder de   
     paragraaf
3) Leer de begrippen
    --> de dikgedrukte woorden in je leerboek
    --> zie ook de begrippenlijst op blz. 22 + 23
4) Leer de topo van Iran
    --> goede antwoorden straks op het bord


Slide 26 - Tekstslide

Tips voor het leren :-) 
1) Maak de zelftoets van hoofdstuk 1
2) Maak de samenvattingsopdrachten aan het eind van elke paragraaf
3) Kijk je gemaakte huiswerk nog eens goed door: snap je alles? 
4) Bekijk de leerdoelen per paragraaf: kan je deze beantwoorden?
5) Oefen met de begrippen, overhoor elkaar
     --> doe begrippentennis!!

Slide 27 - Tekstslide

Begrippentennis
In tweetallen!
  1. Leerling 1 heeft de begrippenlijst uit het leerboek voor zich en noemt een begrip
  2. Leerling 2 omschrijft de betekenis van dit begrip zo goed mogelijk. Kijk niet in het leerboek!
  3. Leerling 1 controleert of de omschrijving klopt
  4. Daarna noemt leerling 2 een begrip en geeft leerling 1 de omschrijving.

..en ga zo maar door!...

Slide 28 - Tekstslide