Fysiologie spijsverteringskanaal, les 2

Fysiologie
Les 2 
LBM4.2 
Schooljaar: 2021-2022
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FysiologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Fysiologie
Les 2 
LBM4.2 
Schooljaar: 2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Herhaling vorige les d.m.v. opdracht
  • Uitleg mond- en keelholte en slokdarm
  • Vragen tussendoor 
  • Uitleg maag
  • Werken aan opdracht filmpje 

  • Slot

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het vorige week over gehad? 
Voedingstoffen 
  • Vetten
  • Koolhydraten 
  • Eiwitten 
  • Mineralen 
  • Vitaminen 

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 
Wat hebben we vorige week alweer behandeld? 

Zet de woorden in de juiste kolom! 
15 minuten, daarna bespreken. 

Slide 4 - Tekstslide

Planning

Slide 5 - Tekstslide

Spijsverteringskanaal
Een aantal taken:
  • Opname van voedsel
  • Mechanische verkleining en mening
  • Chemische verwerking
  • Vervoer door het spijsverteringskanaal
  • Overdracht voedingsstoffen aan het bloed (resorptie)
  • Uitscheiding

Slide 6 - Tekstslide

Spijsverteringskanaal
Spijsverteringskanaal: mondholte, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm.

Ondersteuning: speekselklieren, alvleesklier, lever en galblaas

Slide 7 - Tekstslide

Mondholte
Voedselbewerking
  • Tong: smaak , tast, temperatuur, kauwen en vermengen, slikken, spreken, reinigen gebit
  • Kauwspieren
  • Gebit
  • Speekselklieren: oorspeekselkier, onderkaakspeekselklier, ondertongspeekselklieren

Slide 8 - Tekstslide

Mondholte
Opp. vergroting

Speeksel: anderhalve liter per dag
  • Speekselamylase 
  • Water en slijm

Speekselamylase: 
  • polysacharide -> disacharide

 

Slide 9 - Tekstslide

Keelholte (pharynx) 
Ruimte vanaf neusholte tot aan het strottenhoofd en de slokdarm

3 delen
  • Neus-keelholte
  • Mond-keelholte
  • Strottenhoofd-keelholte


Functie: passeren voedselbrok

Slide 10 - Tekstslide

Keelholte
Slikken -> slikreflex 
  • Willekeurige fase
  • Onwillekeurige fase

Wand bevat dwarsgestreept spierweefsel 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slokdarm (oesophagus)

  • Verbinding keelholte met maag
  • Transport voedsel
  • Knijpbewegingen (peristaltiek)
  • Vertering gaat door

Slide 13 - Tekstslide

Slokdarm (oesophagus)
Wand bestaat uit (van binnen naar buiten): 
  1. Mucosa -> slijmvlies
  2. Submucosa -> bindweefsellaag met bloedvaten, lymfevaten, zenuwen en slijmklieren 
  3. Muscularis -> kringspieren en lengtespieren
  4. Serosa -> bindweefsel. Verbind slokdarm met luchtpijp 

Slide 14 - Tekstslide

De lever is onderdeel van het spijsverteringskanaal
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Speekselamylase begint met de afbraak van het polysacharide zetmeel tot het kleine monosacharide maltose
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De Latijnse naam voor de slokdarm is 'pharynx'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer voedsel of vocht achter in de mondholte wordt gebracht, volgt automatisch een slikbeweging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

De wand van de slokdarm bestaat uit vijf lagen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

In de slokdarm gaat de vertering van voedingsstoffen door
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

De maag (gaster)
Sterk verwijd gedeelte van het stelsel

Functie
  • Reservoir (max. 4 liter)
  • Mengen, kneden en transport
  • Belangrijke rol bij vertering (~2 liter maagsap per dag)



 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

De maag
Maagsap en maagafscheiding

Mucosa (slijmvlies) -> sterk geplooid 

  • Crypten -> productie maagsap
  • Halscellen (slijmproductie)
  • Maagwandcellen (zoutzuur en intrinsieke factor)
  • Hoofdcellen (pepsinogeen)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

De maag
Maagsap: water, slijm, pepsinogeen, zoutzuur & intrinsieke factor

Pepsinogeen -> pepsine
  • Voorkomt dat eigen cellen worden verteerd 
  • Splitst eiwitten

Slijm
  • Beschermlaag



    Slide 25 - Tekstslide

    De maag
    Zoutzuur
    • Zorgt voor zuur milieu: pH 1,5-2 -> pepsine kan optimaal functioneren
    • Activeert inactieve pepsinogeen 
    • Dood micro-organismen 


    Intrinsieke factor
    • Noodzakelijk voor de opname van vitamine B12
    • Vitamine B12 co-enzym bij vorming rode bloedcellen

    Water
    • Oplos- en transportmiddel



    Slide 26 - Tekstslide

    De maag
    Maag is afgesloten met een maagportier (pyloris) = sluitspier

    Open en sluiten maagportier -> maagportierreflex 
    1. gedeeltelijk verteerd voedsel komt bij maagportier 
    2. Maagportier ontspant -> voedselbrok (zuur!) komt in de twaalfvingerige darm 
    3. Maagportier sluit
    4. Zoutzuur uit voedselbrok stimuleert secretine in wand twaalfvingerige darm 
    5. Secretine komt via het bloed bij alvleesklier (pancreas)
    6. Stimuleert afscheiding pancreassap (met natriumbicarbonaat) -> voedselbrok neutraliseert 
    7. Maagportier gaat open als voedselbrok geneutraliseerd is 

      Slide 27 - Tekstslide

      Opdracht filmpje 
      Tijd om te werken aan de opdracht
      • Met wie werk je samen?
      • Welk onderwerp ga je kiezen? 
      • Wat voor soort filmpje ga je maken? 

      Opdracht staat op de ELO 



      Slide 28 - Tekstslide

      Volgende week
      • Dunne darm
      • Dikke darm 

      Slide 29 - Tekstslide