5.1 en 5.2

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Ritaj & Kris
1
Roma
16
Abdelrahmane & Misha
2
Ismail
17
Haider
3
Angelina
18
Grmawi
4
Kacper
19
Ronin
5
Bente
20
Can
6
Imran
21
Aïsha
7
Minas
22
Milo
8
Mohanad
23
Meron
9
Ismail
24
Lawie
10
Malak
25
Batoel
11
Lily
26
Lieke
12
Anthony
27
Noah
13
Malik
28
Omar
14
Meike
29
Leandro
15
May
30
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Naam
Nummer
Naam
Nummer
Ritaj & Kris
1
Roma
16
Abdelrahmane & Misha
2
Ismail
17
Haider
3
Angelina
18
Grmawi
4
Kacper
19
Ronin
5
Bente
20
Can
6
Imran
21
Aïsha
7
Minas
22
Milo
8
Mohanad
23
Meron
9
Ismail
24
Lawie
10
Malak
25
Batoel
11
Lily
26
Lieke
12
Anthony
27
Noah
13
Malik
28
Omar
14
Meike
29
Leandro
15
May
30

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Huiswerk controleren.
  •  Herhalen vorige les.
  • Huiswerk nakijken.
  • Uitleg 1.1
  • Maken 1.1
  • Uitleg 1.2

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de bron.

  • Wat zie je hier?
  • Bedenk of deze bron voor of na de 1600 eeuw gemaakt is, of kun je dat niet zien?
  • Leg uit waarom er zo veel werk in deze industrie was.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zorgt de verovering van Antwerpen ervoor dat Amsterdam de belangrijkste stapelmarkt werd? 

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken:
  • Maak blz 76, 78 en 79. 
  • Een leerling leest de vraag voor. Let goed op!
  • Heb je een ander antwoord? Steek je vinger op, er zijn meer antwoorden mogelijk.
  • Zorg ervoor dat je de antwoorden goed in je schrift schrijft.

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
  • Je kunt uitleggen waarom in de 17e eeuw veel mensen naar de steden in Holland en Zeeland trokken.
  • Je kunt uitleggen waarom kooplieden gingen samenwerken in een compagnie, en twee bijzondere kenmerken van de VOC en WIC noemen.

Slide 7 - Tekstslide

In welke tijd groeit Amsterdam het snelst?

Slide 8 - Tekstslide

Groei Amsterdam
17e eeuw. 
Begin 17e eeuw van 95.000 naar 200.000 inwoners.
Reden:
  1. Er was veel werk. Vanuit heel West en Noord-Europa komen mensen naar de Republiek. Ze migreren.
  2. Mensen vluchten naar de Republiek. Hier werden mensen niet vermoord of gediscrimineerd vanwege hun geloof. De republiek was verdraagzaam.

Slide 9 - Tekstslide

Aan het werk.
10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Maak blz 82 en 83.

Slide 10 - Tekstslide

Op jacht naar specerijen.
Rond 1600 gaan Nederlanders naar Indië, nadat ze route bij de Portugezen is gestolen. Er zijn wel twee problemen.
  1. De reis is gevaarlijk. Stormen, kapers, muiterij...en een investeerder is dan al zijn geld kwijt.
  2. Als meerdere bedrijven handelen in een product gaat de prijs omlaag. Zo werden specerijen goedkoper.

Slide 11 - Tekstslide

Oplossing.
Welke oplossing kun je bedenken voor deze problemen?
  • Ga samenwerken! Als meer mensen investeren in een grote groep schepen, dan is het risico kleiner.
  • Je kunt afspraken maken over de prijzen en zo blijven de prijzen stabiel.

Slide 12 - Tekstslide

Verenigde Oost-Indische Compagnie. Krijgt het alleenrecht (monopolie) op handel.

West-Indische Compagnie. Krijgt het alleenrecht (monopolie) op handel.
1602
1621
Azië
Afrika en Amerika

Slide 13 - Tekstslide

Landen verhandelen producten over de hele wereld met elkaar.

Slide 14 - Tekstslide

Aan het werk.
10 minuten. 
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
Maak blz 84 en 85. 
Lees blz 85 en 86.
Maak blz 86 en 87.

Slide 15 - Tekstslide