Voortplanting en seksualiteit

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

§4.1

BINAS!!!!!

86 A, B (geslachtsorganen en vorming zaadcel/eicel)

 86E (embryonale ontwikkeling

- primaire , secundaire en tertiaire geslachtskenmerken

- embryonale ontwikkeling

Primaire geslachtskenmerken

Bij geboorte aanwezig

Puberteit =>  productie

geslachtshormonen

Hormonen worden in hormoonklieren gemaakt.

Hormonen worden afgegeven in het bloed.

Alleen daar waar cellen receptoren hebben, hebben hormonen effect.

tertiaire geslachtskenmerken

geen lichamelijke veranderingen, maar gedragsverandering

= afzetten tegen omgeving

= seksueel aangetrokken voelen tot....

= ontwikkelen identiteit

Waar vindt bevruchting plaats?
(versmelten eicel en zaadcel)

1. Eierstok
2. Baarmoeder
3. Eileider
4. Vagina

ontwikkeling embryo  binas tabel 86E

www.bioplek.org

11 weken

Alle organen zijn aangelegd                             embryo => foetus

navelstreng
vruchtvliezen
vruchtwater

navelstreng en placenta

binas 86E
In de placenta vindt een uitwisseling plaats van voedingstoffen, O₂ en CO₂
Bloedcellen kunnen de placenta niet passeren!
binas 84 B

zelf aan het werk

§4.1 doorlezen

voorkennis vragen maken

opgaven maken en nakijken
biologiepagina:
Oefenen embryo en placenta
Oefenen eisprong en innesteling
Oefenen geslachtsorganen vrouw/ man

vandaag §4.2

Mitose en meiose

Binas  86 D

Leerdoelen

herkennen, toepassen, weten waar in het lichaam ,

kunnen uitleggen waarom, verschillen

- haploide cel (n),  diploide cel (2n)

- reductiedeling (meiose),  gewone celdeling (mitose)

- met binas de fasen herkennen van meiose

mitose = gewone celdeling

karyogram gewone lichaamscel mens

chromosomen komen in paren voor:

23 paar mens

homologe chromosomen

diploid (2n)

BINAS 70 B

geslachtscellen zijn haploïd (n)

 ze hebben 1 van elk chromosoom

meiose = reductie deling

Is nodig om om cellen te krijgen met maar de helft van het aantal chromosomen (n)   = haploïde cel

In geslachtsorganen van dieren, planten en schimmels.

geslachtscellen  = gameten

                  2n  = 46                                           (n = aantal paren)   n = 23

                    fruitvlieg                                            
                          kikker                                           
                        cavia                                       
                             aardappel                                                  

n = 4

n = 13

n = 32

n = 12

2n = 8

2n = 36

2n = 46

2n = 24

geslachts cel

lichaams cel

2n = 4 (diploid)

haploid
n = 2

Man: 

1 cel vormt 4 zaadcellen

Vrouw:

1 cel vormt 1 grote eicel, de andere 3 cellen sterven af

mitose                                                                                                       




meisose                                                                                                   

www.bioplek.org

metafase 1

metafase 1; crossing over

Grote variatie in erfelijke informatie.                                                       
Elke geslachtscel is weer anders  door crossing over
 en door variatie in verdeling chromosomen.                                                         

opdracht stopmotion meiose

zie studiewijzer

3/4 personen

Let op!!

Jullie gaan meiose doen, niet mitose!!

Deadline is vrijdag