2H 14 september grammatica tijd en ruimte oscar wilde

welkom 2G
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

welkom 2G

Slide 1 - Tekstslide

programma
warming up
Talent 1.6 -> grammatica
literatuur-> verder met het verhaal

Slide 2 - Tekstslide

Wat vind je ervan als jullie verplicht een schooluniform moeten dragen?
Leg uit!

Slide 3 - Open vraag

wat leer je?
Je weet hoe je grammaticale zinsdelen kunt herkennen.

Je weet wat tijd en ruimte betekent bij het analyseren van literatuur

Slide 4 - Tekstslide

Talent 1.6 grammatica


                                                                                            Yeahhhhh
                                                                                               Zinsdelen!
                                                                        Wie kan ze nog benoemen???

Slide 5 - Tekstslide

Quiz over de doelen van deze les

Werk in een groepje
1 notulist, 1 tijdsbewaker, 1 procesbewaker
Bekijk de vragen en bespreek het antwoord, 1 minuut per vraag

Slide 6 - Tekstslide

antwoorden
zie bord

Slide 7 - Tekstslide

onderwerp in de zin
wie of wat ?
Hoort altijd bij de persoonsvorm!

Slide 8 - Tekstslide

persoonsvorm
Hoe vind je de persoonsvorm in de zin?

Slide 9 - Tekstslide

werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Slide 10 - Tekstslide

lijdend voorwerp
1. Zoek eerst de persoonsvorm en het gezegde van de zin.
2. Zoek dan het onderwerp.
3. Het lijdend voorwerp is antwoord op de vraag: wie/wat + onderwerp + gezegde? 
Je mag de volgorde veranderen.

Slide 11 - Tekstslide

meewerkend voorwerp
1. Zoek eerst de persoonsvorm, het onderwerp, het gezegde en het eventuele lijdend voorwerp in de zin.
2. Zet Aan wie of Voor wie voor het onderwerp, het gezegde en het eventuele lijdend voorwerp.
3. Staat het woord -aan of het woord -voor in een zin, dan weet je al dat er een meewerkend voorwerp in de zin zit.
In een zin kan altijd maar één meewerkend voorwerp zitten

Slide 12 - Tekstslide

samengestelde zin
de zin heeft meer dan 1 persoonsvorm

Slide 13 - Tekstslide

O & U-> grammatica 1.7

Deze week:
Maak oefening 2 t/m 7               (is basisstof)
    Oefening 8-9-10                            (is verdiepingsstof)

Slide 14 - Tekstslide

De zelfzuchtige reus

Waar ging het verhaal over?
Welke open plekken hadden we gevonden?

Slide 15 - Tekstslide

Ruimte: zegt iets over:
  • plaats
  • voorwerpen
  • weer en klimaat
  • tijdstip 
De ruimte geeft de sfeer aan een verhaal.
Die kan parallel zijn of in contrast
Beschrijf de ruimte van dit verhaal

Slide 16 - Tekstslide

Tijd is:
  • chronologisch
  • terugverwijzing/vooruitverwijzing
  • niet chronologisch
  • flasback/flashforward
  • vertraging
  •  versnelling
  • tijdsprong

Slide 17 - Tekstslide

aan de slag
zeg iets over tijd en ruimte en schrijf dit op in je schrift.

Slide 18 - Tekstslide