In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk kenmerk hoort NIET bij een overeenkomst tot opdracht?
A
Dienst
B
Uurtarief
C
Gezag
D
Inspanningsverbintenis
Slide 3 - Quizvraag
Stelling: Er is pas sprake van een arbeidsovereenkomst als er een contract is getekend door werknemer en werkgever.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Bij twee derde dwingend recht is...
A
...afwijking alleen mogelijk in de CAO.
B
...afwijking helemaal niet mogelijk.
C
...afwijking alleen schriftelijk mogelijk.
D
...afwijking mogelijk in de cao en met toestemming van de OR.
Slide 5 - Quizvraag
Stelling: Indien de werknemer schade oploopt tijdens het werk dient de werkgever altijd deze schade te vergoeden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Heb je een bijbaan? Zoek eens op of in jouw sector er een cao geldt en of er een vakbond is die de werknemers vertegenwoordigt.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe noemen we het ook alweer als van een wettelijke regel alleen mag afgeweken in de cao?
A
Semidwingend recht
B
Dwingend recht
C
Twee derde dwingend recht
D
Driekwart dwingend recht
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Een afspraak over de hoeveelheid vakantiedagen in de cao is een...
A
normatieve bepaling
B
obligatoire bepaling
Slide 18 - Quizvraag
Een afspraak over de looptijd van de cao is een
A
normatieve bepaling
B
obligatoire bepaling
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Sandra is verkoopmedewerker in een kledingwinkel. Ze is lid van de vakbond FNV Handel. Haar werkgever is niet aangesloten bij de cao. Gelden de afspraken uit de cao voor Sandra?
A
Nee, helemaal niet.
B
Ja, de hele cao geldt voor Sandra want ze is lid van de vakbond.
C
Alleen de algemeen verbindende bepalingen gelden.
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Leg uit wat wordt bedoeld met dat staking een laatste middel moet zijn.
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Hoe noemen we het ook alweer als van een wettelijke regel alleen mag afgeweken in de cao?
A
Semidwingend recht
B
Dwingend recht
C
Twee derde dwingend recht
D
Driekwart dwingend recht
Slide 35 - Quizvraag
Een afspraak over de hoeveelheid vakantiedagen in de cao is een...
A
normatieve bepaling
B
obligatoire bepaling
Slide 36 - Quizvraag
Een afspraak over de looptijd van de cao is een?
A
normatieve bepaling
B
obligatoire bepaling
Slide 37 - Quizvraag
Sandra is verkoopmedewerker in een kledingwinkel. Ze is lid van de vakbond FNV Handel. Haar werkgever is niet aangesloten bij de cao. Gelden de afspraken uit de cao voor Sandra?
A
Nee, helemaal niet.
B
Ja, de hele cao geldt voor Sandra want ze is lid van de vakbond.
C
Alleen de algemeen verbindende bepalingen gelden.
Slide 38 - Quizvraag
Mirjan is docent in het mbo zij is geen lid van de vakbond die de cao heeft gesloten. Haar werkgever is wel aangesloten bij de werkgeversorganisatie die de cao heeft gesloten. Geldt de cao voor Mirjan?
A
Nee, helemaal niet.
B
Ja, de hele cao geldt voor Mirjan want haar werkgever is aangesloten bij de cao.
C
Nee, niet helemaal. Alleen de algemeen verbindende bepalingen gelden voor Mirjan.
Slide 39 - Quizvraag
Stelling: Van de afspraken in een minimum-cao mag alleen naar boven worden afgeweken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 40 - Quizvraag
Leg uit wat wordt bedoeld met dat staking een laatste middel moet zijn.
Slide 41 - Open vraag
Noem een beroep dat niet volledig mag staken, leg daarbij ook uit waarom zij niet volledig kunnen gaan staken.
Slide 42 - Open vraag
Stelling: een wilde staking is een staking die niet gesteund wordt door de vakbond.