Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3 Havo Hoofdstuk 3
3 Havo Hoofdstuk 3
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
3 Havo Hoofdstuk 3
Slide 1 - Tekstslide
De futur
Hoe stel ik een vraag?
Aan het eind van de les weet je welke tijd 'de futur'is en kun je die zelf maken
aan het eind van de les kun je een zin vragend maken
Slide 2 - Tekstslide
De les
Je gaat de presentatie zelf doorlezen en in je eigen tempo maken. als je klaar bent kan ik zien hoe je het hebt gemaakt.
Klaar? Dan ga je leren voor de formatieve toets van donderdag.
Zie ook magister
Slide 3 - Tekstslide
toekomende tijd= de Futur
Van welk werkwoord zijn deze uitgangen?
Bijv: ik zal kiezen, hij zal geven, wij zullen verkopen. Je neemt het hele werkwoord en zet dan de uitgang erachter
donner choisir vendre
je donnerai je choisirai je vendrai
tu donneras tu choisiras tu vendras
il/elle/on donnera il/elle/on choisira il/elle/on vendra
nous donnerons nous choisirons nous vendrons
vous donnerez vous choisirez vous vendrez
ils/elle donneront ils/elles choisiront ils/elles vendront
Slide 4 - Tekstslide
Onregelmatige werkwoorden
être=zijn je serai= ik zal zijn
avoir= hebben j'aurai= ik zal hebben
faire= maken/doen je ferai= ik zal maken/ doen
aller= gaan j'irai= ik zal gaan
pouvoir= kunnen je pourrai= ik zal kunnen
voir= zien je verrai= ik zal zien
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Nu jullie
Je mag Bron C op blz 38 er wel even bij houden
Slide 7 - Tekstslide
Donner: Je
A
donneras
B
donnerai
C
donnai
D
donrai
Slide 8 - Quizvraag
choisir: nous
A
choirons
B
choisirez
C
choisirons
D
choisiras
Slide 9 - Quizvraag
vendre: ils
A
vendront
B
vendreont
C
vendrons
D
vendreai
Slide 10 - Quizvraag
avoir: il
A
avoira
B
aura
C
auras
D
avoirai
Slide 11 - Quizvraag
être: je
A
êtrai
B
seras
C
êtrerai
D
serai
Slide 12 - Quizvraag
donner: tu
Alleen de vervoeging opschrijven (niet nog eens tu)
Slide 13 - Open vraag
finir: vous
Slide 14 - Open vraag
vendre: nous
Slide 15 - Open vraag
Comment poser une question?
Slide 16 - Tekstslide
Intonatie; zet een vraagteken achter de zin
Tu habites à Steenwijk.
Tu habites à Steenwijk?
Slide 17 - Tekstslide
Est-ce que + de zin
Est-ce que betekent niets, maakt alleen de zin vragend
Tu es malade.
Est-ce que tu es malade?
Elle est malade
Est-ce qu'elle est malade
Slide 18 - Tekstslide
Inversie:alleen als ond pers vnw is
Omdraaien van het onderwerp en de persoonsvorm
Tu es végétarien. Tu es végétarienne.
Es-tu végétarien? Es-tu végétarienne?
A-t-il donné son opinion?
De tussen t is vanwege de klinkerbotsing
Slide 19 - Tekstslide
Nu jullie!!
Slide 20 - Tekstslide
Maak de zin vragend met est-ce que (hele zin opschrijven)
Il a un chien.
Slide 21 - Open vraag
Maak de zin vragend door middel van inversie(omdraaiing)
Il a un frère
Slide 22 - Open vraag
Maak de zin vragend op 3 manieren
Ils habitent à Steenwijk
Slide 23 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
ontkenning + vraagzinnen
Februari 2021
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Poser une question.
Februari 2021
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Poser une question.
Maart 2022
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Poser une question.
Februari 2021
- Les met
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Poser une question.
Februari 2021
- Les met
24 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Pré-instruction la phrase interrogative
September 2022
- Les met
17 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question
Mei 2023
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question
19 dagen geleden
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs