Herhaling H3

Herhaling H3 water
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H3 water

Slide 1 - Tekstslide

3.1

Slide 2 - Tekstslide

Hoe noem je het wanneer zeewater verdampt en als neerslag weer direct in dezelfde zee terecht komt?

Slide 3 - Open vraag

De waterkringloop wordt aangedreven door:
A
Rivieren
B
Gletsjers
C
Verdamping
D
De zon

Slide 4 - Quizvraag

Oppervlaktewater is al het water dat je kunt zien, geef hier een voorbeeld van.

Slide 5 - Open vraag

Welk fout zit in deze afbeelding?

Slide 6 - Open vraag

3.2

Slide 7 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze definitie?

Het verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.
A
Fossiel water
B
Fysiek watertekort
C
Nuttige neerslag
D
Economisch watertekort

Slide 8 - Quizvraag

Grondwater
Neerslag
Verdamping
Uitspoeling

Slide 9 - Sleepvraag

Welke van de twee is een oorzaak van duurzaam waterbeheer?
A
Vernieuwbaar water
B
Niet vernieuwbaar water

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zou je
waterverspilling
tegen kunnen gaan?

Slide 11 - Woordweb

3.3

Slide 12 - Tekstslide

Waardoor ontstaat bodemdaling?
A
Door het ontbossen.
B
Door het oppompen van het grondwater.
C
Door het aanleggen van dijken.

Slide 13 - Quizvraag

Laag gelegen gebieden
Gebieden met bodemdaling
Gebieden aan de voet van een gebergte met een ondoordringbare bodem
Gebieden op de route van een tropische orkaan
Gebieden die door stedelijke bebouwing verstenen
Dreiging voor overstroming, soms door zee, soms door een rivier
Oppompen grondwater
Te kleine beddingen om een piekafvoer op te vangen
Water waait tegen de kust omhoog en hevige regenval
Al het water verdwijnt in het riool en stroomt direct naar de rivier

Slide 14 - Sleepvraag

Welke maatregel is beter?
A
Het weer in het hele stroom-gebied in de gaten houden.
B
Rivier niet opsluiten tussen dijken maar ruimte geven om te overstromen.

Slide 15 - Quizvraag

3.4

Slide 16 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de volgende beschrijving?

Er is in een gebied te weinig geïnvesteerd om het wel aanwezige water bij de bewoners te brengen.
A
Economisch watertekort
B
Fysiek watertekort

Slide 17 - Quizvraag

Bij beregening verdampt er minder irrigatiewater dan bij druppelirrigatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Een wateroorlog is een gewapend conflict tussen twee staten om water.

Wat zijn de twee belangrijkste problemen?
A
Overschot aan irrigatiewater
B
Tekort aan irrigatiewater
C
Tekort aan schoon drinkwater
D
Een ander land legt een stuwwal aan

Slide 19 - Quizvraag