H2 - Gedichte + Wiederholen Grammatik

Freitag 12. Mai 2022
Frühling - Woche 19
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
KEIN LAPTOP
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Freitag 12. Mai 2022
Frühling - Woche 19
Herzlich Willkommen 

Du brauchst:
Kugelschreiber
KEIN LAPTOP

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- Gedichten 
aan het eind van de les kun je een eenvoudig gedicht analyseren
- Wiederholen Grammatik
aan het eind van de les weet je weer hoe het zit met 1e en 4e naamval in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Die Zukunft kommt
schon morgen früh?
Kann man die nicht verschieben?
Ich wär so gern
und zwar mit dir 
im Heute hier geblieben

Slide 4 - Tekstslide

Was ist ein Gedicht?

Slide 5 - Tekstslide

Was ist ein Gedicht?
Een gedicht of vers is een (literaire) geschreven, gesproken of gezongen tekst die met klank, ritme of beelden een esthetisch of ander effect beoogt en naast de letterlijke nog een of meer andere symbolische betekenissen kan hebben. Een gedicht is door een dichter of dichteres bedacht en behoort tot de poëzie.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Reimschema (3)
NOCH EIN BEISPIEL:
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;                     
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,             
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.                

Slide 9 - Tekstslide

Reimschema (3)
NOCH EIN BEISPIEL:
Wer reitet so spät durch Nacht und Wind? ~ A
Es ist der Vater mit seinem Kind;                     ~ A
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,             ~ B
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.                ~ B

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wiederholen Grammatik
snap je het al: ga dan IN STILTE aan de slag met het extra oefenmateriaal. 

Slide 23 - Tekstslide

1e naamval = onderwerp
(nominativ)
ICH
DU
ER / SIE / ES

WIR
IHR
SIE/SIE
Ich esse ein Brötchen
Du trinkst Cola.
Ihr wohnt in einem Haus.
Ich liebe dich.

1) wat is gezegde?
2) wat is het onderwerp?
(wie of wat + gezegde)

Slide 24 - Tekstslide

ICH  - MICH  (mij)
DU - DICH (jou)
ER - IHN (hem)
SIE - SIE (haar)
ES - ES (het)
WIR - UNS (ons)
IHR - EUCH (jullie)
SIE - SIE  (hen / u)
WER - WEN / WAS - WAS
Lijdend voorwerp in Duits = 
4e naamval (akkusativ)
ich liebe dich
De vraag die je stelt is: 
3) Wie of wat + gezegde + onderwerp
Het voorzitsel für is altijd met een 4e naamval
(SEITE 43)

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeelden:
Welches Bett ist für mich. 
Ich habe ein Poster für dich.
Hier ist ein Stuhl für sie.
Ich liebe euch.




Slide 26 - Tekstslide

Voorzetsels + 4e naamval
DOFEGUB:
Durch
Ohne
Für
Entlang
Gegen
Um
Bis
Als je deze voorzetsels in de zin ziet staan, komt daarna ALTIJD de 4e naamval 

Slide 27 - Tekstslide

Beispiele:
Das ist mein neuer Sessel. Durch ihn wird mein Zimmer gemütlich.
Ohne dich will ich hier nicht leben.
Ich liebe meine Katze und kümmere mich gern um sie.
Wer spielt morgen gegen euch.

Slide 28 - Tekstslide

Üben
1. Du hast nie Zeit    ___________________.   (voor hem)
2. Die Wohnung ist zu groß   __________.   (voor ons)
3. Jeder macht sich Sorgen um  ______.   (jou)
4. Ohne  _________    will ich nicht leben.   (jou) 
5. Ich finde es spannend gegen _______ zu spielen.   (haar)
6. Er trainiert ___________ mit Liebe. (jullie) 
7. Das Buch ist schön. Ich kaufe _______ . (het)


Slide 29 - Tekstslide

Hausaufgaben: Lernen + Machen
Kapitel 7: alle Wörter (NL > DE / DE>NL) 
Machen S. 56: H Lesen, Übung 41+42

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide