1= mono 2= di 3= tri 4= tetra 5= penta 6= hexa 7= hepta 8= octa 9= nona 10= deca
Slide 9 - Tekstslide
Reacties
Reactievergelijking
Dit is in molecuulformules uitgelegd wat er gebeurt.
1. Naamgeving moleculaire stoffen
2. BINAS
3
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Video
Schrijf de systematische namen van de volgende stoffen op papier en lever in bij volgende slide. Op slide daarna kan je de antwoorden vinden.
1. NO2 (g)
2. Cl2O (g)
3. PCl3 (l)
4. NF3 (g)
5. SO3
6. HCl
7. CH4
8. P2O3
9. H2S
10. CaBr2
11. KF3
12. N2O4
Slide 13 - Tekstslide
Lever hier de antwoorden van de vorige slide in.
Slide 14 - Open vraag
Antwoorden
1. NO2 (g)
2. Cl2O (g)
3. PCl3 (l)
4. NF3 (g)
5. SO3
6. HCl
7. CH4
8. P2O3
9. H2S
10. CaBr2
11. KF3
12. N2O4
1. stikstofdioxide
2. dichlooroxide
3. fosfortrichloride
4. stikstoftrifluoride
5. zwaveltrioxide
6. waterstofchloride
7. methaan
8. difosfortrioxide
9. diwaterstofsulfide
10. calciumbromide
11. kaliumfluoride
12. distikstoftetraoxide
Slide 15 - Tekstslide
Schrijf de systematische namen van de volgende stoffen op papier en lever in bij volgende slide. Op slide daarna kan je de antwoorden vinden.
1. distikstoftetrabromide
2. fosforpentachloride
3. koolstofdisulfide
4. koolstofdioxide
5. tin(II)oxide
6. natriumbromide
7. zwaveldioxide
8. difosforhexabromide
9. siliciumtetraoxide
10. methaan
11. ammoniak
12. dikoolstofhexasulfide
Slide 16 - Tekstslide
Lever hier de antwoorden van de vorige slide in.
Slide 17 - Open vraag
Antwoorden
1. distikstoftetrabromide
2. fosforpentachloride
3. koolstofdisulfide
4. koolstofdioxide
5. tinoxide
6. natriumbromide
7. zwaveldioxide
8. difosforhexabromide
9. siliciumtetraoxide
10. methaan
11. ammoniak
12. dikoolstofhexasulfide
1. N2Br4
2. PCL5
3. CS2
4. CO2
5. SnO
6. NaBr
7. SO2
8. P2Br6
9. SiO4
10. CH4
11. NH3
12. C2S6
Slide 18 - Tekstslide
geen Griekse telwoorden bij naamgeving zouten !
Slide 19 - Tekstslide
naamgeving zouten (1)
Gelijk aan een moleculaire verbinding, maar we gebruiken de telwoorden niet.
AlCl2 heet geen aluminium dichloride maar aluminiumchloride
Slide 20 - Tekstslide
naamgeving zouten (2)
Van naam naar zout moet je zorgen dat de totale lading 0 is
gebruik tabel 45 Binas
Zoek de symbolen bij de namen en
Zorg dat de er evenveel + als - in de formule zit
schrijf de formule in de volgorde positief ion, negatief ion
Slide 21 - Tekstslide
naamgeving zouten:
van sommige metaalionen bestaan meerdere varianten
met een romeinscijfer geef je de lading van het metaalion aan.
ijzer(III)chloride =FeCl3 en ijzer(II)sulfaat = Fe(SO4)
mangaan(IV)oxide=MnO2 mangaan(II)chloride =MnCl2
kwik(II)sulfide=HgS
positief metaal- of ammonium(NH4-)ion, gevolgd door het negatieve ion
Slide 22 - Tekstslide
Hydrateren
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
samengestelde ionen
Slide 25 - Tekstslide
Octet regel
Slide 26 - Tekstslide
Kwantitatieve eigenschap
Kwalitatieve eigenschap
Massa
Pijn
Geluidsterkte
Concentratie van een oplossing
Kleur van een trui
Lengte
Slide 27 - Sleepvraag
Is lucht een zuivere stof of een mengsel?
Zuivere stof
Mengsel
Slide 28 - Sleepvraag
suiker
zout
water
alcohol
koolstofdioxide
H2O
CO2
NaCl
C6H12O6
C2H5OH
Slide 29 - Sleepvraag
Ken je de faseovergangen nog?
verdampen
condenseren
stollen
smelten
rijpen
vervluchtigen
/ sublimeren
Slide 30 - Sleepvraag
een
waardig
twee
waardig
drie
waardig
Slide 31 - Sleepvraag
polair
Apolair
Ion
C-O
C-C
C-H
O-H
Na-Cl
C-F
Ca-F
Slide 32 - Sleepvraag
Oplossing
Suspensie
Emulsie
Een mengsel van stoepkrijt in water
Een mengsel van zonnebloemolie en water
Een troebel mengsel
Een mengsel van alcohol en water
Slide 33 - Sleepvraag
Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Indampen
Bezinken en afgieten
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplossingsvermogen
Slide 34 - Sleepvraag
Uitleg
Sleep de blauwe vlakjes (met een plaatje of beschrijving erin) naar de juiste scheidingsmethode. Let op! Sommige kunnen bij meerdere scheidingsmethodes.