Herhaling H8
1 / 9
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Een hoger geluid heeft een ......
trilling dan een lager geluid.
trilling dan een lager geluid.
A
Hardere
B
Zachtere
C
Snellere
D
Langzamere
Slide 2 - Quizvraag
Welke trilling heeft de hoogste frequentie? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 3 - Quizvraag
Een hoger geluid heeft een ......
frequentie dan een lager geluid.
frequentie dan een lager geluid.
A
hogere
B
lagere
Slide 4 - Quizvraag
Alles wat geluid maakt, noem je een geluid-bron.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met decibel?
A
De eenheid van frequentie drukken we uit in decibel (dB)
B
De eenheid van de amplitude drukken we uit in decibel (dB)
C
De eenheid van geluidssterkte drukken we uit in decibel (dB)
Slide 6 - Quizvraag
De eenheid van geluidssterkte is decibel.
Wat is de afkorting van decibel?
Wat is de afkorting van decibel?
A
Db
B
DB
C
db
D
dB
Slide 7 - Quizvraag
Welke trilling geeft de laagste toon? Trilling 1 of trilling 2?
Trilling 1
Trilling 2
A
Trilling 1
B
Trilling 2
C
Frequentie trilling 1 is gelijk aan trilling 2
D
Is niet af te lezen
Slide 8 - Quizvraag
Geluid-bronnen maken geluid door trillingen.
A
Waar
B
Niet waar
