9.1 + 9.2 Formules korter schrijven

9.1 Formules korter maken, blz. 94
7.1 Pijlenketting, blz. 10 


Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel 

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

9.1 Formules korter maken, blz. 94
7.1 Pijlenketting, blz. 10 


Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel 

Slide 1 - Tekstslide

 Programma                           
  • Start
  • Lesdoel
  • Uitleg 9.1/7.1
  • Aan de slag 
  • Afsluiting





Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel

Aan het eind van deze les ..


.. weet je weer wat woordformules zijn.

.. kun je een woordformule korter opschrijven.




Slide 3 - Tekstslide

g x 0,45 + 23 =
A
23 - 0,45 x g
B
23 + 0,45 x g
C
0,45 x g -23
D
23 x g + 0,45

Slide 4 - Quizvraag

Welke formule is goed korter geschreven?
t = 32 x c + 45
A
32c = 45 + t
B
t = 45c + 32
C
32c + 45 = t
D
32t + 45 + c = 0

Slide 5 - Quizvraag

Welke formule is goed korter geschreven?
y-15 x h - 47 = m
A
m = y - 15h - 47
B
m =15h - y + 47
C
y - 15h -47 + m = 0
D
geen goed antwoord

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de goede rekenvolgorde?
A
KLMZUPJT
B
DOAVWHM
C
MWVWOAD
D
HMWVDOA

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Formule korter opschrijven
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten (formule met woorden)









Slide 9 - Tekstslide

Formule korter opschrijven
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20 x a     (L = Loon en a= aantal kranten)









Slide 10 - Tekstslide

Formule korter opschrijven
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten  (formule met woorden)

L = 5 + 0,20 x

L = 5 + 0,20a   (formule met letters)

Het keerteken mag je weglaten als je een getal x letter doet.






Slide 11 - Tekstslide

Formule korter opschrijven
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten      (formule met woorden)

L = 5 + 0,20 a     (formule met letters)









Slide 12 - Tekstslide

Formule korter opschrijven
Loon = 5 + 0,20 x aantal kranten

L = 5 + 0,20a 
L = 0,20a + 5











Beide notaties zijn goed!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Aan de slag

Maak: paragraaf 9.1 (volg je eigen leerroute) 

Kijk je werk goed na met een andere kleur en verbeter je fouten!






Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?

Huiswerk is paragraaf 9.1 af!




Slide 16 - Tekstslide

9.2 Formules vereenvoudigen

Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

Slide 17 - Tekstslide

 Programma                           
  • Start
  • Lesdoelen
  • Uitleg 9.2
  • Aan de slag 
  • Afsluiting





Slide 18 - Tekstslide

Lesdoelen

In deze les ..


.. leer je wat termen en variabelen zijn.

.. leer je formules te vereenvoudigen.




Slide 19 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Variabele: onbekende letter/woord
Hetgeen je bij elkaar optelt/aftrekt noem je termen.

Berekening:

Herleiden:
Optelling van drie gelijke termen.
4+4+4=34=12
a+a+a=3a=3a
Vermenigvuldiging van twee factoren.

Slide 20 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a en 2b zijn allebei termen. 

Zijn ze gelijksoortig?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Formules vereenvoudigen
4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 23 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen




Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor. 
Dus 4a + 2a = 6a     (denk aan 4 appels + 2 appels = 6 appels)

4a+2b=a+a+a+a+b+b
4a+2b=4a+2b

Slide 24 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6

Slide 25 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6

Slide 26 - Tekstslide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = 1a + 2
g = a + 2

Slide 27 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
       Aan de slag! 
Maken §9.1 + 9.2



Huiswerk afspraken: Maken, nakijken. Deze vragen MOET je kunnen doen.

Slide 28 - Tekstslide