In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
7.1 Alles werkt samen
7.1
Alles werkt samen
Slide 2 - Tekstslide
Ademen en eten|
EXAMEN LEERDOELEN
BI/K9/7
Delen van het ademhalingsstelsel noemen, in afbeeldingen aanwijzen en functie(s)en werking
beschrijven:
*naam, ligging, bouw, werking en functie van delen van het ademhalingsstelsel, met name:
– mondholte, neusholte en keel (met huig en strotklepje);
– luchtpijp met kraakbeenringen, slijmvlies met trilharen;
– bronchiën;
– longblaasjes;
*verschillen tussen borst- en buikademhaling/ventilatiebewegingen door veranderingen van borstkas, middenrifspieren, buikspieren en tussenribspieren;
*functie van hoesten;
voordelen van ademhalen via de neus in vergelijking met ademhaling via de mond;
*kwaliteit van ingeademde lucht i.v.m. astma, bronchitis, longemfyseem en hooikoorts.
Slide 3 - Tekstslide
7.1 en 7.2 Leerdoelen
- Waaruit bestaat het lichaam
- Hoe komen de cellen aan energie
- Waardoor is er altijd voldoende glucose
- Suikerziekte
- Bouw ademhalingsstelsel
- Hoe haal je adem
- Hoe komt zuurstof in je bloed
- Gevolgen slecht werkende longen
-Gevolgen roken
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Hoe komen cellen aan energie?
Slide 6 - Tekstslide
Verbranding:
Glucose + zuurstof water + koolstofdioxide + ENERGIE
glucose = brandstof
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Te veel glucose
door insuline
glucose wordt omgezet in glycogeen
Slide 9 - Tekstslide
te weinig glucose
glycogeen wordt afgebroken en er ontstaat weer glucose
door glucagon
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
Tot welk orgaanstelsel behoren je organen: de longen?
A
Spijsverteringsstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Spierstelsel
Slide 14 - Quizvraag
Tot welk orgaanstelsel behoort je orgaan: de maag?
A
Spijsverteringsstelsel
B
Hormoonstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Spierstelsel
Slide 15 - Quizvraag
Sleep de woorden naar het juiste vakje door van klein naar groot te gaan.
cel
weefsel
organisme
orgaan
orgaanstelsel
Slide 16 - Sleepvraag
Welk hormoon produceer je als het glucosegehalte in je bloed te laag is?
A
Glucagon
B
Glycogeen
C
Insuline
D
Prolactine
Slide 17 - Quizvraag
Waar wordt insuline geproduceerd?
A
Hypofyse
B
Teelbal
C
Schildklier
D
Eilandjes van Langerhans
Slide 18 - Quizvraag
Welk hormoon produceert je alvleesklier na je ontbijt?
A
Insuline
B
glucagon
C
adrenaline
D
Is niet te zeggen
Slide 19 - Quizvraag
Werk 7.1
-Maken 7.1 opdr. 2 t/m 9,
11 t/m 17 & 19
-Maken blz. 51 samenvatten opdr 1 t/m 4
Slide 20 - Tekstslide
7.2 Ademen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
filmpje: (6.20 min)
Bekijk zelf de samenvatting van 7.2 ademhaling
(zie volgende dia)
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
Welk gas heeft het lichaam nodig om in leven te blijven?
Slide 30 - Woordweb
Waarom is het beter om door de neus adem te halen dan door de mond?
Slide 31 - Open vraag
Wat is het verschil tussen chronische bronchitis en longemfyseem?
Slide 32 - Woordweb
Wat weet je over ingeademde in vergelijking met uitgeademde lucht?