Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
NL2C Blok 3 toets
NL3 Blok 3 toets
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
NL3 Blok 3 toets
Slide 1 - Tekstslide
Deze toets bestaat uit 31 vragen.
Je kunt 44 punten behalen.
Slide 2 - Tekstslide
1 Wat is de betekenis … Kies het woord uit de rechterrij.
overdreven aandacht
aanbevelen
kleiner en rimpelig worden
kleiner worden
gewone
verschrompelen
gebruikelijke
aanprijzen
Slide 3 - Sleepvraag
2 Wat is de overeenkomst tussen de woorden ‘non-verbaal’ en ‘ongezond’ gelet op de betekenis?
A
De voorvoegsels non- en on- betekenen niet (en/of zonder). Beide woorden hebben dus met ongezond eten te maken.
B
De voorvoegsels non- en on- betekenen niet (en/of zonder). Non-verbaal betekent dus niet verbaal en ongezond betekent niet gezond.
C
De voorvoegsels non- en on- betekenen verkeerd (en/of slecht). Non-verbaal betekent dus slecht speken en ongezond betekent niet slecht eten.
D
De voorvoegsels non- en on- betekenen verkeerd (en/of slecht). Beide woorden hebben dus met slechte eetgewoontes te maken.
Slide 4 - Quizvraag
3 Wat is de overeenkomst tussen de woorden ‘misgooien’ en ‘wantoestanden’ gelet op de betekenis?
A
De voorvoegsels mis- en wan- betekenen niet (en/of zonder). Beide woorden hebben dus te maken met niet raak gooien, niet scoren..
B
De voorvoegsels mis- en wan- betekenen niet (en/of zonder). misgooien betekent dus niet raak gooien en wantoestanden betekent niet bestaande toestand.
C
De voorvoegsels mis- en wan- betekenen verkeerd (en/of slecht). Misgooien betekent dus verkeerd gooien en wantoestanden zijn slechte situaties.
D
De voorvoegsels mis- en wan- betekenen verkeerd (en/of slecht). Beide woorden hebben dus met slecht presteren te maken.
Slide 5 - Quizvraag
4 Vul een passend voorvoegsel in.
Eindhoven was gastheer van de […wedstrijd] tussen Nederland-Spanje.
A
wanlandwedstrijd
B
tussenlandwedstrijd
C
onlandwedstrijd
D
interlandwedstrijd
Slide 6 - Quizvraag
5 Vul een passend voorvoegsel in.
De […-man] van onze buurvrouw zit voor zijn werk veel in het buitenland.
A
ex-man
B
oude man
C
voormalige man
D
buurman
Slide 7 - Quizvraag
6 Welk werkwoord past op de open plek in de zin?
Meeuwen zijn dolenthousiast over de grote hoeveelheid vliegende mieren die op een zwoele, zomerse dag overal in het land ....
A
opduiken
B
verspreiden
C
verwerken
Slide 8 - Quizvraag
Lees tekst 1
Dure foto.
Slide 9 - Tekstslide
7 Welk synoniem voor ‘zuilen’ staat in de tekst?
A
kronen
B
kunstwerken
C
dominostenen
D
sokkels
Slide 10 - Quizvraag
8 Wat betekent het onderstreepte woord ‘permanent’?
A
blijvend / onherstelbaar
B
blijvend / herstelbaar
C
tijdelijk
D
kortstondig
Slide 11 - Quizvraag
9 Wat betekent ‘onduidelijk’ in de laatste zin?
A
heel duidelijk
B
niet duidelijk
C
heel bijzonder
D
niet bijzonder
Slide 12 - Quizvraag
10 Welk uitdrukking is van toepassing op de vrouw?
A
de smaak te pakken hebben
B
onder de blote hemel
C
nog niet jarig zijn
Slide 13 - Quizvraag
11 Deze uitdrukking betekent:
Slide 14 - Open vraag
12 Wat is de betekenis … Kies het woord uit de rechterrij.
op hetzelfde ogenblik
ongewone
voorbijgaan
heel mooi vinden
verschillende
passeren
diverse
bijzondere
Slide 15 - Sleepvraag
13 Welk woord heeft een achtervoegsel?
A
achteruit
B
grijsaard
C
klokhuis
D
verdelen
Slide 16 - Quizvraag
14 Welk woord herken je in ‘atletisch’?
Slide 17 - Open vraag
15 Welk woord herken je in ‘originaliteit?
Slide 18 - Open vraag
16 Noteer de juiste vorm van het woord.
De ... van echte sneeuwvlokken begint ongeveer bij zes graden onder nul.
A
gevormde
B
vormen
C
vorming
Slide 19 - Quizvraag
17 Noteer de juiste vorm van het woord.
De ... van pepernoten gaat het hele jaar door.
A
produceren
B
productie
C
geproduceerde
Slide 20 - Quizvraag
18 Wat is de overeenkomst tussen de woorden ‘non-verbaal’ en ‘foutloos’ gelet op de betekenis?
A
Non-verbaal betekent niet verbaal, ofwel: zonder woorden en foutloos betekent geen fouten. De overeenkomst is dus dat iemand iets NIET doet.
B
Non-verbaal betekent niet verbaal, ofwel: zonder woorden en foutloos betekent geen fouten. De overeenkomst is dus dat iemand iets WEL doet.
C
Non-verbaal betekent wel verbaal, ofwel: met woorden en foutloos betekent met fouten. De overeenkomst is dus dat iemand iets WEL doet.
D
Non-verbaal betekent wel verbaal, ofwel: met woorden en foutloos betekent met fouten. De overeenkomst is dus dat iemand iets NIET doet.
Slide 21 - Quizvraag
Lees tekst 2
Lijk uit zeventiende eeuw gevonden in Coevorden.
Slide 22 - Tekstslide
19 Wat betekent ‘zichtbaar’ (al. 1).
A
je kunt het niet zien
B
je kunt het zien
C
ontevreden
D
je kunt het lijk komen bekijken
Slide 23 - Quizvraag
20 Noteer drie woorden met een achtervoegsel uit alinea 2.
A
archeologisch, bewering, kerkhof
B
archeologisch, noodgraf, voorzichtigheid
C
onderzoek, bewering, voorzichtigheid
D
archeologisch, bewering, voorzichtigheid
Slide 24 - Quizvraag
21 Geef een tegenstelling voor ‘verwachtingsvol’ (al. 3).
A
zonder verwachting
B
veel verwachting hebben
C
onzeker zijn
D
hopeloos
Slide 25 - Quizvraag
22 Wat is de betekenis … Kies het woord uit de rechterrij.
geven
voor een doel geschikt maken
vermoedelijk
hoeveelheid
bedrag
waarschijnlijk
tarief
aanpassen
Slide 26 - Sleepvraag
23 Welke woorden zijn een samenstelling?
documentaire - frietsaus - kriebelhoest - metselaar - luchtbed
A
frietsaus kriebelhoest metselaar
B
documentaire kriebelhoest luchtbed
C
frietsaus kriebelhoest luchtbed
D
frietsaus metselaar luchtbed
Slide 27 - Quizvraag
24 Het woord ‘fiets’ is in de samenstelling ‘sportfiets’ en in ‘fietssport’ het belangrijkste deel.
A
waar
B
niet waar
Slide 28 - Quizvraag
25 Leg je antwoord uit:
Slide 29 - Open vraag
26 Noteer de beschrijving in één woord:
een schoen die je draagt bij het sporten
Slide 30 - Open vraag
27 Noteer de betekenis van de samenstelling:
metaaldetector
A
apparaat om metalen voorwerpen op te sporen
B
metaal wat in een apparaat zit om stevigheid te geven
C
metalen voorwerpen waarmee je constructies kunt maken
Slide 31 - Quizvraag
28 Noteer de betekenis van de samenstelling:
reisgezelschap
A
spel wat je op reis kunt doen
B
personen die samen een reis maken
C
een groep die in een vliegtuig zit
Slide 32 - Quizvraag
Lees tekst 3
‘Kringlooppotje’ blijkt geld waard.
Slide 33 - Tekstslide
29 Een kringloop is een cirkelvormige beweging waarbij het materiaal steeds opnieuw wordt gebruikt.
Leg uit wat een kringloopwinkel (al. 1) is.
Slide 34 - Open vraag
30 Wat betekent een ‘liefhebber’ (al. 2)
in tekst 3.
A
Een liefhebber is iemand die niet van antieke (terracotta) theepotjes houdt.
B
Een liefhebber is iemand die van antieke (terracotta) theepotjes houdt.
Slide 35 - Quizvraag
31 Noteer drie samenstellingen uit alinea 3.
A
belteam, veilinghuis, openstaan
B
belteam, veilinghuis, porseleinveiling
C
openstaan, veilinghuis, porseleinveiling
D
belteam, openstaan, porseleinveiling
Slide 36 - Quizvraag
Je bent klaar!
Fijne dag!
Slide 37 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
herhaling voor- en achtervoegsels
December 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 1
2V_woordenschat blok 1 en 2
November 2022
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Woordenschat H 3, 4 en 5
April 2020
- Les met
34 slides
Nederlands
Ma 31 okt Voor - en achtervoegsels
Oktober 2022
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Nederlands H4 Woordenschat achtervoegsels Samenvatting
Januari 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
HH achtervoegsels en samenstellingen
Augustus 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
6.12 Kijk naar taal
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
W17-1H Woordenschat H5 NN
April 2022
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1