flyer/reclamespot

Binnen = beginnen
Pak je leesboek erbij en ga stillezen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Binnen = beginnen
Pak je leesboek erbij en ga stillezen.

Slide 1 - Tekstslide

Flyer of reclamespot
  • Voor welk goed doel maak je de flyer of reclamespot?
  • Wat is jullie doelgroep? Stem je taalgebruik daarop af.
  • Wat is het doel van jullie flyer of reclamespot? Wat wil je dat de lezer of luisteraar gaat doen?
  • Flyer: let op spelling en gebruik van hoofdletters en leestekens.
  • Reclamespot: let op intonatie, volume en tempo.

Slide 2 - Tekstslide

Flyer of reclamespot

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Feedback geven
  • Geef als duo feedback op het product van een ander duo.
  • Schrijf jullie namen op het feedbackformulier.
  • Geef dit formulier en je folder of reclamespot aan een ander duo.
  • Dit duo vult het feedbackformulier in en geeft 1 tip en 1 top. 
  • Schrijf op het feedbackformulier wie de feedback heeft gegeven.

Slide 6 - Tekstslide

Inleveren
Inleverdatum: maandag 18 maart 5e uur(1D) of 6e uur(1F)

Wat lever je in?
  • De flyer of reclamespot.
  • Het werkblad flyer of reclamespot.
  • Het feedbackformulier.

Slide 7 - Tekstslide

Tekst en beeld
  • Aandacht trekken
  • Nieuwe informatie geven
  • Informatie verduidelijken

Slide 8 - Tekstslide

Stemgebruik
  • Intonatie: gebruik van hoge en lage tonen
  • Tempo: niet te snel en niet te langzaam
  • Volume: niet te hard en niet te zacht

Slide 9 - Tekstslide

Weektaak week 9
Thema A paragraaf 6
Rood opdracht 1 t/m 5 blz. 118
Blauw opdracht 1 t/m 5 blz. 118
Oranje opdracht 1 t/m 5 blz. 122
Thema A paragraaf 7
Rood opdracht 1 t/m 4 blz. 121
Blauw opdracht 1 t/m 4 blz. 121
Oranje opdracht 1 t/m 4 blz. 125

Vragen? Steek je vinger op!

Weektaak week 10
Thema A paragraaf 8
Rood opdracht 1, 2, 5 blz. 123
Blauw opdracht 1, 2, 5 blz. 123
Oranje opdracht 1, 2, 5 blz. 127
Maak duo's en kies voor opdr. 3 of 4!
Thema A paragraaf 9
Rood opdracht 1, 2, 4 blz. 125
Blauw opdracht 1, 2, 4 blz. 125
Oranje opdracht 1, 2, 4 blz. 129
Vragen? Steek je vinger op!

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfdoel
Activeren -> reclame, advertentie
Informeren -> nieuwsbericht, journaal
Instrueren -> handleiding, instructiefilmpje
Overtuigen -> sollicitatiebrief, ingezonden brief
Amuseren -> verhaal

  • Reclame speelt in op emoties door beeld en geluid.
  • Je past je taalgebruik aan op het publiek waar je voor schrijft.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe werkt reclame?
Inspelen op emoties door tekst, beeld en geluid.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijven voor publiek

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren?
Instrueren?
Activeren?
Overtuigen?
Amuseren?

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Amuseren

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren?         Instrueren?
Activeren?             Amuseren?
Overtuigen?

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Activeren

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren?
Instrueren?
Activeren?
Overtuigen?
Amuseren?

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Instrueren

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren?
Instrueren?
Activeren?
Overtuigen?
Amuseren?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Informeren?
Instrueren?
Activeren?
Overtuigen?
Amuseren?

Slide 22 - Tekstslide

Wat is het schrijfdoel?
Overtuigen

Slide 23 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik spel de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
  • Ik herken sterke en zwakke werkwoorden.

Slide 24 - Tekstslide