De moraal is ‘
wees trouw aan God’. Door God (hier als engel hoorbaar) te gehoorzamen wordt Karel uiteindelijk een betere man. Karel ziet in dat hij zijn zwager Eggeric ten onrechte vertrouwt (Eggeric wil Karel vermoorden) en dat hij Elegast te
zwaar heeft veroordeeld (Elegast is eerder door Karel verbannen, maar Elegast neemt het desondanks op voor Karel door te vertellen over de geplande moord).