Toets blok 2

doel:
Ik leer wat voorzetsels zijn.

Waar (De beer ligt op de kast)
Wanneer (Na de pauze ga ik)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

doel:
Ik leer wat voorzetsels zijn.

Waar (De beer ligt op de kast)
Wanneer (Na de pauze ga ik)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

klik het voorzetsel aan
'Ik zit in de boom.'
A
Ik
B
in
C
de
D
boom

Slide 3 - Quizvraag

Klik het voorzetsel aan
'Isis springt over het hek.'
A
Isis
B
springt
C
over
D
het

Slide 4 - Quizvraag

Piet staat ... de stoel te springen.
A
op
B
tijdens
C
naar
D
in

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

wat is het hele werkwoord
Samir bokst tegen Jelle
A
boksten
B
boks
C
boksen
D
bokste

Slide 7 - Quizvraag

wat is de laatste letter van het ww -en

Samir bokst tegen Jelle
A
s
B
k
C
t
D
o

Slide 8 - Quizvraag

schrijf het ww in de verleden tijd
Samir bokst tegen Jelle
A
boksden
B
boksten
C
bokste
D
boksde

Slide 9 - Quizvraag

schrijf het hele ww, wat is de laatste letter schrijf, het ww in de v.t. (3)
Karin danst voor de juf.

Slide 10 - Open vraag

wat is de verleden tijd
Ik probeer de bal te raken
A
probeerte
B
probeerten
C
probeerden
D
probeerde

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

zet de zin in een ander getal
De meeuw krijst
A
De meeuw krijste.
B
De meeuwen krijst
C
De meeuwen krijst
D
De meeuwen krijsen

Slide 13 - Quizvraag

zet de zin in een ander getal
Wij rennen de duin op
A
Ik ren de duin op
B
Jullie rennen de duin op
C
Zij rennen de duin op

Slide 14 - Quizvraag

schrijf het onderwerp en persoonsvorm op
Jullie lezen een een boek

Slide 15 - Open vraag


A

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

schrijf de afkorting in woorden
Mag ik a.u.b. naar de wc?
A
alstublieft
B
al u bliefd
C
als u blieft
D
alsstubliefd

Slide 18 - Quizvraag

schrijf de afkorting in woorden
De toets is op do. 23 oktober
A
donker
B
dons
C
donderdag
D
donder

Slide 19 - Quizvraag

schrijf de afkorting in woorden
Nog een paar min. en dan zijn we klaar

Slide 20 - Open vraag