3GT herhaling H4

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 4 - Woordweb

orden

Slide 5 - Tekstslide

gevolg-oorzaak
Bedank een zin en gebruik een signaalwoord met als tekstverband: oorzaak-gevolg

doordat - hierdoor - met als gevolg

Slide 6 - Tekstslide

Vul het signaalwoord in
1. ... fiets je naar de bushalte, ... stap je in de bus, ... zet je keurig je mondkapje 
op en ... vertrekt de bus naar school  
(tijdsvolgorde)
   
2. ... de buschauffeur zich verslapen had, kwam de bus tien minuten te laat.
 (oorzaak-gevolg)

3. ... de toets ... halen, zul je wel eerst moeten leren! 
(voorwaarde) 
timer
2:40

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Twan heeft een bijbaantje voor twee uurtjes,

 ________  vindt  ________ erg leuk.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 16 - Sleepvraag

Zijn de onderstaande woordjes persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Sleep elk woord hieronder naar het goede antwoord.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hen
ik
jij
jou
jouw
mijn
onze
wij
uw
zijn

Slide 17 - Sleepvraag

Betrekkelijk voornaamwoord
Sleep de kenmerken en de zinnen waarin het betrekkelijk voornaamwoord ontbreekt, naar het juiste woord.
die
dat
wat
Dit betrekkelijk voornaamwoord gebruik je bij de-woorden (mannelijke en vrouwelijke woorden)
Dit betrekkelijk voornaamwoord gebruik je bij het-woorden (onzijdige woorden)
Het boek van mijn docent, [...] ik mocht lenen, heb ik uit.
De burgemeester van dat dorp, [...] al lang ziek is, wil ermee stoppen.
Dit betrekk.vnw gebruik je: a) als het betrekking heeft op onbepaald vnw, bij overtreffende trap, bij een hele zin.

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Sleep de woorden in het rode vakje naar het juiste gele vakje!
auto
bureau
computer
draak
excursie
geest
hotel
klinker
lokaal
lolly
manier
menu
muzikant
opa
pyjama
meervoud op -en
meervoud op s
meervoud op 's

Slide 20 - Sleepvraag

Huiswerk
Vandaag: 
- H4 Lezen, woordenschat, Taalverzorging afmaken.
Rest van de week: 
- Maak de 'Extra' opdrachten en de opdrachten van 'Trainen'
- Maak de oefentoets H4

Slide 21 - Tekstslide