‘gewoon’ steen bestaat niet. Dit zijn allemaal stenen die je tegenkomt bij de
(van links naar rechts) intratuin, xenos, een museum, Rome.
Welke steensoorten (her)ken je?
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Onderdelen in deze les
startactiviteit
‘gewoon’ steen bestaat niet. Dit zijn allemaal stenen die je tegenkomt bij de
(van links naar rechts) intratuin, xenos, een museum, Rome.
Welke steensoorten (her)ken je?
Slide 1 - Tekstslide
§2.10 Systeem aarde
Slide 2 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Slide 3 - Tekstslide
Welke uitspraak is juist?
A
Bij convergerende plaatranden wordt een continent kleiner als gevolg van een botsing.
B
De gebergten die je in de schilden aantreft, zijn ontstaan tijdens de laatste fase van gebergtevorming.
C
Bij divergerende plaatranden verdwijnt continent door middel van subductie
D
Dankzij subductie groeit het continent
Slide 4 - Quizvraag
Beredeneer of het Andesgebergte op de foto dicht bij een plaat grens ligt of er juist ver vandaan ligt.
Slide 5 - Open vraag
Endogene krachten
Exogene krachten
Gebergteafbraak
Platentektoniek
Sedimentatie
Subductie
Aardbevingen
Vulkanisme
Hydrologische kringloop
Gebergtevorming
Erosie
Slide 6 - Sleepvraag
Speelt de hydrologische kringloop vooral een rol bij endogene processen of bij exogene processen?
Slide 7 - Open vraag
Leerdoelen
Je begrijpt de directe en indirecte invloed van de hydrologische kringloop op de gesteentekringloop.
Je begrijpt hoe de koolstofkringloop werkt en welke gevolgen deze heeft voor de aarde.
Slide 8 - Tekstslide
Waarom verliest de mens het van de natuur op IJsland?
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
01:09
Een bekende uitspraak: “God created the world, but the dutch created the Netherlands”. Waarom is zo’n uitspraak niet van toepassing op de situatie in IJsland?
Slide 11 - Open vraag
02:32
Waarom komt IJsland als eiland, in tegenstelling tot de rest van de Mid-Atlantische rug, juist boven zeeniveau uit?
Slide 12 - Open vraag
05:43
IJsland heeft een eigen kringloop die lijkt op de hydrologische kringloop. Geef in eigen woorden in stappen aan hoe deze kringloop werkt. Gebruik in je antwoord de woorden: Zee, verdamping, vulkaan, opbouw sneeuw.
Slide 13 - Open vraag
06:50
In het noorden van IJsland bestaat een waterval in een basalt gebied waar een soort canyon is gevormd. Beschrijf kort hoe deze canyon is ontstaan.
Slide 14 - Open vraag
07:16
In IJsland is het veel moeilijker om je aan te passen aan de natuur. Leg uit waarom weg-infrastructurele projecten zo moeilijk zijn om daar goed te realiseren.
Slide 15 - Open vraag
08:53
Een fumarole is een snelkookpan. Waarom kom je deze fumarolen tegen op breuklijnen?
Slide 16 - Open vraag
Systeem aarde
De aarde is een groot dynamisch systeem waarin alle componenten met elkaar in interactie zijn.
De aarde is materieel gesloten er gaat nauwelijks tastbaar spul in of uit. Dit betekent dat alles rond blijft gaan, niets gaat verloren.
Bijvoorbeeld in de verschillende kringlopen.
Slide 17 - Tekstslide
De sferen
beïnvloeden elkaar over en weer.
Systeem aarde:
Klimaatsysteem: de aarde wordt verwarmd
Platentektonieksysteem: de aarde moet zijn warmte kwijt
Geodynamosysteem: een natuurlijke kerncentrale
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
De kringlopen
Overgang tussen de verschillende sferen.
Welke kringlopen zijn er?
Waar worden ze door aangestuurd?
Slide 20 - Tekstslide
Hydrologische kringloop
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Gesteentekringloop
Slide 23 - Tekstslide
Koolstofkringloop
Slide 24 - Tekstslide
De koolstofkringloop
Zet de begrippen op de juiste plek
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
0
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Koolstofkringloop
Fotosynthese
Vorming van veenlagen
Vulkanisme
Oceaan neemt CO₂ op
Algen en schelpdieren sedimenteren
Kalk verdwijnt naar mantel door subductie
Slide 28 - Tekstslide
De koolstofkringloop
Koolstof zit opgeslagen in de atmosfeer, de lithosfeer, de biosfeer en de hydrosfeer.
De koolstof in de atmosfeer draagt bij aan het broeikaseffect van de aarde.
Maar alle andere sferen zorgen juist dat dat broeikaseffect niet te sterk wordt.
Slide 29 - Tekstslide
Het broeikaseffect
De zonne-intensiteit is met 25% toegenomen
De concentratie CO2 in de atmosfeer is afgenomen van >90% naar 0,035%
De aarde is leefbaar gebleven door de opslag van CO2 in de sferen. Voorbeeld?
De kringloop houdt zichzelf en systeem aarde in evenwicht
Slide 30 - Tekstslide
Het versterkte broeikaseffect
Toegenomen CO2 concentratie in de atmosfeer sinds de industriele revolutie.
Maar had meer moeten zijn gezien de grote hoeveelheid geproduceerde CO2 -> weer opgeslagen in de biosfeer.
De vraag blijft in hoeverre de mens de koolstofkringloop verstoord.
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Dat was alle stof van dit hoofdstuk!
Slide 33 - Tekstslide
Oefenen met paragraaf 2.10
Hierna maken we samen de verkorte leerroute van paragraaf 2.10. Opdracht 1 - 2 - 5
Slide 34 - Tekstslide
1a. Op welke wijze nemen levende mensen en dieren dagelijks deel aan de koolstofkringloop
Slide 35 - Open vraag
1b Op welke wijze nemen levende planten deel aan de koolstofkringloop?
Slide 36 - Open vraag
Alles heeft met alles te maken
A
juist
B
onjuist
Slide 37 - Quizvraag
De samenstelling van de atmosfeer wordt indirect beïnvloed door platentektoniek
A
juist
B
onjuist
Slide 38 - Quizvraag
Het broeikaseffect bestaat niet
A
juist
B
onjuist
Slide 39 - Quizvraag
In de kern van de aarde zit een thermostaat
A
juist
B
onjuist
Slide 40 - Quizvraag
Levende organismen beïnvloeden de temperatuur van de aarde
A
juist
B
onjuist
Slide 41 - Quizvraag
C. geodynamosysteem >> platentektonieksysteem
D. platentektonieksysteem >> geodynamosysteem
B. platentektoniek >> klimaatsysteem
A. Klimaatsysteem >> platentektoniek
1. Afvoer van warmte
2. Verwarming van de mantel
3. Samenstelling van de atmosfeer
4. Afbraak van gebergten
Slide 42 - Sleepvraag
2c. Leg uit op welke wijze het systeem van platentektoniek het klimaatsysteem beïnvloedt. Je uitleg moet een oorzaak - gevolg relatie bevatten
Slide 43 - Open vraag
Lithosfeer <> atmosfeer
Atmosfeer <> hydrosfeer
Atmosfeer <>biosfeer
Biosfeer <> lithosfeer
Hydrosfeer <> lithosfeer
Lithosfeer <> lithosfeer
A. samenpersen
B. Vulkanisme
C. Metamorfose
D. Sedimentatie van de resten van algen en schelpen
E. Verwering
F. Subductie
G. Verdampen
H. opname door oceaanwater
I Fotosynthese
J Verrotten van planten
K. Wegzakken
Slide 44 - Sleepvraag
5b. Door welke 3 processen raakt de atmosfeer CO2 kwijt?
Slide 45 - Open vraag
5c Welke vier processen zorgen ervoor dat het CO2 gehalte van de atmosfeer toeneemt?