Poezie oefenen H4

Gedicht oefenen H4
Vragen bij het gedicht Zoet-zuur
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Gedicht oefenen H4
Vragen bij het gedicht Zoet-zuur

Slide 1 - Tekstslide

Geef het rijmschema van het gehele gedicht. Gebruik alleen maar kleine letters

Slide 2 - Open vraag

Benoem het rijmschema van de eerste strofe
A
gepaard
B
gekruist
C
omarmend
D
slag

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitspraak is waar?
A
De tweede strofe is een kwatrijn
B
De overgang tussen regel 6 en 7 is een enjambement
C
Het gedicht bevat minimaal 1 octaaf

Slide 4 - Quizvraag

Dit gedicht is een sonnet
A
Waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Parafraseer het gedicht

Slide 6 - Open vraag

Welke woorden uit het gedicht passen bij het semantisch veld: Sinterklaas?

Slide 7 - Woordweb

Welk stijlfiguur zit in de derde strofe?
A
paradox
B
anafoor
C
enumeratie
D
repetitio

Slide 8 - Quizvraag

Hoe noem je de derde strofe?

Slide 9 - Open vraag

Ik kan nu elk gedicht analyseren
A
Zeker weten
B
Ik twijfel nog een beetje
C
Ik moet nog flink oefenen
D
Ik heb hulp nodig

Slide 10 - Quizvraag