Blok 4 week 1 les 3

Werkwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Werkwoord

Slide 1 - Tekstslide

werkwoord 
Een werkwoord zegt wat een mens, dier of ding doet of wat er gebeurt. 
Het zijn woorden die je kunt doen. 
Bijvoorbeeld: rennen, lopen, kopen, lezen en leren. 
of.... sneeuwen, regenen of hagelen.

Slide 2 - Tekstslide

Ali aait de kat
A
Ali
B
de kat
C
aait

Slide 3 - Quizvraag

Het meisje zingt mooi.
A
het meisje
B
zingt
C
mooi

Slide 4 - Quizvraag

Pim en Marit fietsen snel.
A
Pim
B
Marit
C
fietsen
D
snel

Slide 5 - Quizvraag

Hij boort een gat.
A
hij
B
boort
C
een gat

Slide 6 - Quizvraag

De vogel vliegt heel hoog.
A
de vogel
B
vliegt
C
hoog

Slide 7 - Quizvraag

De kraan lekt.
A
de kraan
B
lekt

Slide 8 - Quizvraag

Ik hoort een 't' aan het einde
regent 

MAAK HET WOORD NIET LANGER BIJ EEN WERKWOORD. 
Je schrijft het werkwoord altijd met een t op het einde.

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoorden

Slide 10 - Woordweb