§7.5 - Voedselketens

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen


  • Uitleg
  • Aan de slag
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen


  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 1 - Tekstslide

Weektaak
- Lezen §7.5 en §8.1  (voorafgaand aan de les)
- Mindmap maken (tip/advies), mag je laten controleren
- Maken opdrachten §7.5 en 8.1 (thuis/KWT)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen §7.5 Voedselketens
  1. Je weet wat de verschillen zijn tussen het dieet van omnivoren, carnivoren en herbivoren.
  2. Je kan uitleggen wat de rol is van producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen.
  3. Je kan uitleggen hoe producenten organische stoffen opbouwen en waarom ze aan de basis staan van een voedselketen. 
  4. Je kan het verschil uitleggen tussen autotrofe en heterotrofe organismen. 
  5. Je kan uitleggen wat een voedselrelatie is.
  6. Je kan de voedselrelaties in een ecosysteem weergeven in een voedselketen en voedselweb. 
  7. Je kan het trofisch niveau van een organisme in een voedselketen aangeven. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

3 Groepgn eters
  • Planteneters (herbivoren) eten plantaardig voedsel. 

  • Vleeseters (carnivoren) eten dierlijk voedsel.

  • Alleseters (omnivoren)eten plantaardig en dierlijk voedsel.

Slide 5 - Tekstslide

Producenten: basis van een ecosysteem

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Binas 93E1
1. Wat zijn de producenten? Hoe noem je deze organismen ook?
2. Noem een voorbeeld van een heterotroof organisme
3. Geef een voorbeeld van een voedselketen 
4. Noem een consument van de 1e, 2e, 3e en 4e orde

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 9 blz 256

Een jonge zeeslak eet algen. Hij is
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht 9 blz. 256
Welke stof produceren de chloroplasten voor de zeeslak?

Slide 11 - Open vraag

Een boom is een voorbeeld van een autotroof organisme, omdat..
A
Hij zuurstof maakt
B
Hij zichzelf voedt
C
Hij CO2 maakt
D
Hij anderen voedt

Slide 12 - Quizvraag

De basis van dit voedselweb is:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën

Slide 13 - Quizvraag

Wie staan er aan de top van dit voedselweb?
A
opgelost organisch materiaal
B
krabben
C
organisch materiaal in sediment
D
bruinvissen

Slide 14 - Quizvraag

In welke richting teken je de pijl in een voedselketen?
A
Naar de prooi
B
Naar de predator

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Waarop moet je letten om te bepalen welk organisme de predator en de prooi is in een grafiek?

Slide 18 - Open vraag

Afronden 7.5
- Maken §7.5
- Controleer of je de begrippen en leerdoelen beheerst

Nog vragen? Stel ze in de volgende dia -->

Slide 19 - Tekstslide

Hierover zou ik volgende les graag nog extra uitleg willen:

Slide 20 - Open vraag

Welkom
  • Weektaak
  • Leerdoelen


  • Uitleg
  • Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Weektaak
- Lezen §7.5 en §8.1  (voorafgaand aan de les)
- Mindmap maken (tip/advies), mag je laten controleren
- Maken opdrachten §7.5 en 8.1 (thuis/KWT)

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen §7.5 Voedselketens
  1. Je weet wat de verschillen zijn tussen het dieet van omnivoren, carnivoren en herbivoren.
  2. Je kan uitleggen wat de rol is van producenten, consumenten en reducenten in een voedselketen.
  3. Je kan uitleggen hoe producenten organische stoffen opbouwen en waarom ze aan de basis staan van een voedselketen. 
  4. Je kan het verschil uitleggen tussen autotrofe en heterotrofe organismen. 
  5. Je kan uitleggen wat een voedselrelatie is.
  6. Je kan de voedselrelaties in een ecosysteem weergeven in een voedselketen en voedselweb. 
  7. Je kan het trofisch niveau van een organisme in een voedselketen aangeven. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Opdracht
Lees de volgende tekst door, maar hieruit 1 voedselketen en een 1 voedselweb.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide