Spelling §1 Interpunctie

Spelling: Hoofdletters en leestekens
timer
10:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling: Hoofdletters en leestekens
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer moet je een hoofdletter gebruiken?

Slide 2 - Open vraag

Hoofdletters
  • Iedere zin begint met een hoofdletter.
  • Namen horen met een hoofdletter geschreven te worden.
    Else Mulder, Fien van der Laan, Adidas, Mc Donalds
  • Ook aardrijkskundige namen beginnen met een hoofdletter.
    Limburg, Grieks, Noord-Hollandse
  • Ook feestdagen en historische gebeurtenissen.

  • Geen hoofdletter: dagen, maanden, seizoenen en windstreken

Slide 3 - Tekstslide

Leestekens

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens

Slide 5 - Tekstslide

komma
De komma is een korte pauze in een zin.
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
als je iemand aanspreekt
'Hé, wat doe jij hier?'
tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
voor voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.

Slide 6 - Tekstslide

Sharon houdt van katten koken en klussen

Sharon houdt van katten koken en klussen

Ik houd van je mama

Ik houd van je mama

Hoe laat eten we tante

Hoe laat eten we tante







Slide 7 - Tekstslide



Maken: opdracht op het blaadje.

Na 3 minuten kijken we na!

timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

HUISWERK

Slide 11 - Tekstslide