In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Economie - Crisis - 2.2
Havo 4
Crisis 1
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel
- Het verschil uitleggen tussen absoluut voordeel en comparatief voordeel.
- Berekeningen maken met optimale taakverdeling.
Slide 2 - Tekstslide
Schaarste dwingt tot keuze. Als iemand voor iets kiest, offert hij de waarde van de alternatieven, de andere mogelijkheden op.
Opofferingskosten zijn de opbrengsten van het beste, niet gekozen alternatief.
Arbeidsverdeling
en specialisatie
Iedereen doet waar hij het beste in is
Degene die het snelst het werk kan doen heeft een absoluut en comparatief voordeel op de anderen.
Absoluut: getallen
Comparatief: %
Slide 3 - Tekstslide
Femke en Kees wonen samen. Femke doet 2 uur over het schoonmaken en Kees 4 uur. Wat is het absolute voordeel van Femke?
Slide 4 - Open vraag
Femke en Kees wonen samen. Femke doet 2 uur over het schoonmaken en Kees 4 uur. Wat is het comperatieve voordeel van Femke?
Slide 5 - Open vraag
Zelfstandig werken
Maken opgave 2.12
Slide 6 - Tekstslide
Evaluatie
Je krijgt een aantal vragen over de behandelde lesstof.
Slide 7 - Tekstslide
De nominale waarde van de euro is groter dan de intrinsieke waarde.
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quizvraag
Transactiekosten kunnen alleen in geld worden uitgedrukt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Op welke twee manieren kun je je arbeidsproductiviteit verhogen
A
Door scholing en ruilen
B
Door scholing en specialisatie
C
Door scholing en instituties
D
Door transactiekosten en instituties
Slide 10 - Quizvraag
De ene persoon kan een taak sneller of goedkoper uitvoeren dan een andere persoon. Een voordeel in het aantal benodigde uren per taak of een financieel voordeel in het maken van een product.