weggoiien
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
'Hoe het werkt
Op een digitale muur bevinden zich diverse vragen. Deelnemers of docenten kiezen een vraag en beantwoorden deze.
Waarom ?
Deze werkvorm maakt de deelnemers actief en geeft hun de mogelijkheid om zelf invloed uit te oefenen op de vragen die zij beantwoorden.'
Slide 3 - Tekstslide
inhoudpresenteren
'Stel dat je dit morgen aan anderen moet uitleggen, hoe zou je dat dan doen? Schrijf woorden en zinnen op die je daarbij zullen helpen.
•Welke kritische vragen kun je over deze presentatie of dit onderwerp stellen?'
STAP 1 Luisteropdracht geven
Introduceer het onderwerp van de online sessie en vraag de deelnemers om tijdens het verhaal kernwoorden en zinnen mee te schrijven op papier.
STAP 2 Presentatie geven
Geef de presentatie over het onderwerp, bijvoorbeeld met behulp van een PowerPoint die je deelt of door een vooraf opgenomen of gekozen film- of videofragment.
STAP 3 Luisteropdracht bespreken
Bespreek de uitkomst van de luisteropdracht. Laat de deelnemers eventueel eerst in chatduo’s bevindingen uitwisselen of kernwoorden in de chat of word-cloud zetten (zie werkvorm Word-cloud). Maak daarna een gerichte ronde langs enkele deelnemers om hen hun antwoord te laten toelichten.
STAP 4 OPTIONEEL Navertellen
Het effect van de opdracht wordt nog groter als de deelnemers het verhaal op hoofdlijnen kunnen vertellen aan anderen. Laat de deelnemers in subgroepen in gesprek gaan en geef hun de opdracht elkaar kort de kern van het verhaal te vertellen. Nadat de eerste geweest is, vullen de anderen aan.
Slide 4 - Tekstslide
Activerende werkvormen worden gebruikt om leerlingen te betrekken bij de les. Activerend onderwijs gaat uit van de grondgedachte dat kennis beter beklijft wanneer leerlingen actief betrokken zijn bij het onderwijs. Het gebruiken van een werkvorm kan verschillende doelen hebben: als energizer of starter, om voorkennis te activeren, op een prettige
Wanneer kun je een werkvorm gebruiken?
- puur voor het plezier, een leuk tussendoortje, een energizer of starter; - om voorkennis te activeren;
- op een prettige en actieve manier het echte leerwerk doen;
- op een actieve wijze de leerstof verwerken en/of toepassen;
- het inzicht vergroten in de leerstof door argumenteren, discussiëren, elkaar uit te leggen, etc.;
- om aan het eind van een les na te gaan wat er geleerd is;
- om samen te vatten;
met wie voer ik de opdracht uit?
- wat moet ik afhebben aan het eind van de opdracht?
- wanneer moet ik de opdracht uitvoeren?
- hoe moet ik de opdracht uitvoeren?
- hoelang mag ik er over doen?
- wat is er klaar aan het eind van deze opdracht?
- wat moet ik doen als ik eerder klaar ben?en actieve manier het echte leerwerk doen, op een actieve wijze de leerstof verwerken en/of toepassen, om aan het eind van een les na te gaan wat er geleerd is, om samen te vatten etc. Het allesomvattende doel is het vergroten van het (leer)plezier, met als gevolg een groter leerrendement.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Het antwoord is: werkvormen.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
'Waarom
Door woorden te noteren bij de presentatie of uitleg denken deelnemers actief na over de stof, waardoor deze sneller beklijft. Ook is het vaak een welkome afwisseling, die activiteit en focus in de groep oplevert.
STAP 0Voorbereiden
Bereid je uitleg of verhaal voor en deel deze op in stukken. Vraag de deelnemers om papier en pen of potlood klaar te leggen en maak in een online platform (bijvoorbeeld Mentimeter of Padlet) een word-cloud aan.
STAP 1 Opdracht uitleggen
Leg uit dat je de inhoud in stukken gaat presenteren of behandelen en dat de deelnemers na elk stuk de tijd krijgen om wat ze gehoord hebben met elkaar samen te vatten in een word-cloud (laat eventueel een voorbeeld zien). Vraag hun om tijdens jouw presentatie of verhaal de kernwoorden op te schrijven.
'STAP 2Presenteren en woorden laten noteren
Vertel je verhaal en las na elk stuk een korte pauze in, zodat de deelnemers kernwoorden kunnen noteren in de door jou aangemaakte word-cloud. Deel hiervoor de link in de chat.
STAP 3Afronden
Bekijk met elkaar de word-cloud. Vraag iedereen om de twee belangrijkste woorden te noemen die ze zeker willen onthouden of wat de belangrijkste inzichten waren naar aanleiding van de presentatie.'
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
inhoudpresenteren
'Stel dat je dit morgen aan anderen moet uitleggen, hoe zou je dat dan doen? Schrijf woorden en zinnen op die je daarbij zullen helpen.
•Welke kritische vragen kun je over deze presentatie of dit onderwerp stellen?'
STAP 1 Luisteropdracht geven
Introduceer het onderwerp van de online sessie en vraag de deelnemers om tijdens het verhaal kernwoorden en zinnen mee te schrijven op papier.
STAP 2 Presentatie geven
Geef de presentatie over het onderwerp, bijvoorbeeld met behulp van een PowerPoint die je deelt of door een vooraf opgenomen of gekozen film- of videofragment.
STAP 3 Luisteropdracht bespreken
Bespreek de uitkomst van de luisteropdracht. Laat de deelnemers eventueel eerst in chatduo’s bevindingen uitwisselen of kernwoorden in de chat of word-cloud zetten (zie werkvorm Word-cloud). Maak daarna een gerichte ronde langs enkele deelnemers om hen hun antwoord te laten toelichten.
STAP 4 OPTIONEEL Navertellen
Het effect van de opdracht wordt nog groter als de deelnemers het verhaal op hoofdlijnen kunnen vertellen aan anderen. Laat de deelnemers in subgroepen in gesprek gaan en geef hun de opdracht elkaar kort de kern van het verhaal te vertellen. Nadat de eerste geweest is, vullen de anderen aan.
Slide 12 - Tekstslide
stap 1 Vraag of opdracht formuleren
Formuleer de vraag of opdracht waar de deelnemers het over gaan hebben.
stap 2 Instructie geven
Toon het lijstje met de duo’s dat je hebt gemaakt via 'scherm delen' of zet het in de chat. Geef opdracht aan de duo’s om over de vraag of opdracht van gedachten te wisselen. Meld hoelang ze daar de tijd voor hebben. Vraag om het beeld aan te laten staan, maar het geluid uit te zetten. Zet eventueel een digitale timer in beeld.
Je kunt de duo’s op verschillende manieren laten werken:
* Via persoonlijke chatberichten aan elkaar.
* Via videobellen (de eerste deelnemer van het koppel belt de tweede).
* In break-out rooms via het online platform.
stap 3 Opbrengst delen
Vraag elk koppel na afloop om het belangrijkste wat ze besproken hebben met de rest van de groep te delen. Kader de lengte van het antwoord in door bijvoorbeeld te zeggen: ‘Vertel in één zin...’ of ‘Noem één voorbeeld...’
Slide 13 - Tekstslide
Waarom
Sommige vaardigheden kunnen niet online geoefend worden. Wel kun je de vaardigheden laten zien en deze met elkaar bespreken. Zo beklijft de theorie beter en hebben de deelnemers direct een voorbeeld hoe ze dit kunnen toepassen. Dit maakt het makkelijker om de vaardigheid zelf in praktijk te brengen.'
'STAP 0 Voorbereiden
Film vooraf hoe jij (of een collega) de vaardigheid uitvoert. Noteer ook welke stappen of verschillende handelingen nodig zijn bij deze vaardigheid. Zet deze gelijk op een online prikbord, whiteboard of in een PowerPoint.
STAP 1 Video laten zien
Deel in de chat de link naar de video en vraag de deelnemers om tijdens het kijken alleen te observeren. Geef daarna de opdracht om de video nogmaals te bekijken en nu stap voor stap te noteren wat ze jou zien doen of horen zeggen en welk effect dat heeft.
STAP 2 Observatieronde
Vraag een deelnemer te benoemen welke stappen hij heeft genoteerd. Anderen mogen daarna aanvullen. Licht ontbrekende stappen toe, eventueel aan de hand van het online overzicht.
STAP 3 Afronden
Vraag de deelnemers of alles duidelijk is. Geef ze daarna de instructie om in hun eigen praktijk te gaan oefenen met de vaardigheid.'
Slide 14 - Tekstslide
Waarom
Sommige vaardigheden kunnen niet online geoefend worden. Wel kun je de vaardigheden laten zien en deze met elkaar bespreken. Zo beklijft de theorie beter en hebben de deelnemers direct een voorbeeld hoe ze dit kunnen toepassen. Dit maakt het makkelijker om de vaardigheid zelf in praktijk te brengen.'
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
fun en de sfeer
Erkenning en waardering zijn basisbehoeften. In het werk spreken mensen niet zo vaak uit waarom zij elkaar waarderen, zeker niet richting hun leidinggevenden. Met deze activiteit haal je positieve feedback in de vorm van waardering op en maak je het op een verrassende manier
STAP 0Voorbereiden
Haal over elke deelnemer een compliment op (bij collega’s of teamleden). Stuur een mail of app en probeer je actie geheim te houden voor de deelnemers. Verwerk alle complimenten in een PowerPoint-slide, een online prikbord of Post-it platform, die je met het team kunt delen. Zorg ook voor een antwoordblad waarop staat welk compliment bij wie hoort.
'STAP 1Complimenten tonen en opdracht geven
Vertel dat je anderen hebt gevraagd om hun waardering uit te spreken over deze deelnemers. Deel het overzicht met complimenten en geef de groep de opdracht om met elkaar te bespreken voor wie welk compliment bedoeld is.
STAP 2Antwoordoverzicht laten zien
Als de groep de complimenten heeft toegewezen, deel dan het overzicht met de antwoorden en bespreek de overeenkomsten en verschillen.'
Slide 17 - Tekstslide
Waarom
Erkenning en waardering zijn basisbehoeften. In het werk spreken mensen niet zo vaak uit waarom zij elkaar waarderen, zeker niet richting hun leidinggevenden. Met deze activiteit haal je positieve feedback in de vorm van waardering op en maak je het op een verrassende manier bespreekbaar.
STAP 0Voorbereiden
Haal over elke deelnemer een compliment op (bij collega’s of teamleden). Stuur een mail of app en probeer je actie geheim te houden voor de deelnemers. Verwerk alle complimenten in een PowerPoint-slide, een online prikbord of Post-it platform, die je met het team kunt delen. Zorg ook voor een antwoordblad waarop staat welk compliment bij wie hoort.
Slide 18 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Welke digitale hulpmiddelen kun je inzetten per fase?
Slide 23 - Tekstslide
odra je een opdracht hebt toegewezen kan je monitoren wat de status per leerling is.
Om dat te doen ga je weer naar opdrachten, dan naar het betreffende team en tot slot ga je naar "toegewezen' (zie afbeelding).
Daar klik je op en vervolgens die je de status van alle individuele leerlingen.
In onderstaand overzicht zie je een voorbeeld van een toegewezen opdracht. Je ziet als docent de status per leerling (ingeleverd/bekeken/niet ingeleverd) en je ziet als docent ook hoeveel opdrachten je nog moet beoordelen en hoeveel opdrachten reeds beoordeeld zijn.
Je klikt op de persoon om te zien wat hij/zij heeft ingeleverd. Je krijgt dan het overzicht zoals hieronder afgebeeld.
Hier kan je het werk van de leerling inzien, feedback geven en eventueel punten toekennen. Zodra je op "retourneren" klikt, krijgt de leerling een melding en daarbij inzicht in de feedback en de toegewezen punten. Je hebt de opdracht nu beoordeeld.
Tot slot kan je altijd weer teruggaan naar de opdracht om te kijken naar de beoordeelde opdrachten.
In onderstaand overzicht zie je een voorbeeld van "beoordeelde opdrachten". Je kan hier de status, feedback en punten terugzien.
Slide 24 - Tekstslide
opening chat wat verwacht je van deze bijkomst
aan het werk
Slide 25 - Tekstslide
wat zie zit als eerste
wat zie je zitten met verdieping
vragen sytellen
quiz
uitgebreidere ctivernde werkvormen
insubgroepen uit elkaar
wat spreek me aan waar heb ik nog wat extra hulp bij nodig
Slide 26 - Tekstslide
Check of studenten ‘nog bij de les zijn’ door vragen te stellen, studenten het woord te geven of door op een student te klikken met de rechtermuisknop en deze even ‘vastmaken’, zodat je de student in beeld te zien krijgt.
Vragen tijdens de les
Vragen zorgen voor interactie tijdens de les en je kunt meteen checken of studenten het snappen.
Studenten kunnen in de vergaderchat vragen stellen tijdens de instructie, of ze gebruiken de hand opsteken-functie.
Behandel de vragen klassikaal, na de instructie.
Stel zelf ook regelmatig vragen aan de studenten tijdens je instructie voor meer interactie en afwisseling.
Noem de naam voordat je een vraag wilt stellen aan een student, of die student het woord wilt geven.
Laat studenten eventueel voorafgaand aan de les al vragen stellen in de Posts van het kanaal of via Microsoft Forms.
Gebruik eventueel Padlet om vragen te inventariseren.
Gebruik Mentimeter om vragen te stellen.
Deel bij gebruik van Microsoft Forms, Padlet of Mentimeter altijd je scherm met de resultaten zodat studenten het kunnen zien.
Slide 27 - Tekstslide
wat zie zit als eerste
wat zie je zitten met verdieping
vragen sytellen
quiz
uitgebreidere ctivernde werkvormen
insubgroepen uit elkaar
wat spreek me aan waar heb ik nog wat extra hulp bij nodig
