Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Geld, deel 2
de intrinsieke waarde is de waarde van geld die op het biljet/munt staat
A
waar
B
niet waar
1 / 13
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Economie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
de intrinsieke waarde is de waarde van geld die op het biljet/munt staat
A
waar
B
niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Voor gouden munten waarvan de materiaalwaarde overeenkomt met de op de munt vermelde waarde geldt:
A
nominale waarde = intrinsieke waarde
B
nominale waarde > intrinsieke waarde
C
nominale waarde < intrinsieke waarde
Slide 2 - Quizvraag
Externe waarde euro: Vakantie in Turkije
2021: €1,- = 18 Lira
2022: €1,- = 22 Lira
Een vakantie kost 18000 Lira. Bereken het prijsverschil voor een Nederlander tussen de twee jaren.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Functies van geld
Geld heeft drie functies:
De ruilfunctie
De rekenfunctie
De oppotfunctie
Slide 5 - Tekstslide
De ruilfunctie
De rekenfunctie
De oppotfunctie
Je koopt een auto
Je rekent hoeveel appels één banaan waard is
Je legt een pot met geld onder je bed voor later
Slide 6 - Sleepvraag
Chartaal geld:
het tastbare geld. De munten en biljetten.
Giraal geld
:
onzichtbare geld, geld op je
betaal
rekening
Twee soorten geld:
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Betaalmiddelen
- munten, bankbiljetten
- pinpas
- creditcard
- acceptgiro
- overschrijvingskaart
- ApplePay/Smartphone
Slide 9 - Tekstslide
Jelte gaat met zijn pinpas een bedrag van €70 euro uit de geldautomaat halen. Wat gebeurt er?
A
Het chartale geld en het girale geld is afgenomen
B
Het chartale geld is afgenomen maar het girale geld is toegenomen
C
Het chartale geld is toegenomen maar het girale geld is afgenomen
D
Het chartale geld en het girale geld is toegenomen
Slide 10 - Quizvraag
Anke heeft begroot dat ze € 1200 nodig zal hebben voor haar vakantie in Frankrijk. Hier is sprake van geld als:
A
ruilmiddel
B
rekenmiddel
C
oppotmiddel
Slide 11 - Quizvraag
Giraal geld
Indirecte ruil
Maatsch. geld- hoeveelheid
Nominale waarde
Fiduciair geld
Geld op betaalrekeningen
Ruilen via geld
Chartaal + giraal geld bij publiek
Waarde die er op staat
Geld gebaseerd op vertrouwen
Slide 12 - Sleepvraag
Opdrachten
1 t/m 13, paragraaf 4
Slide 13 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Geld, deel 2
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 H1.4 de waarde van geld
Oktober 2024
- Les met
11 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HV H1.4 de waarde van geld
September 2022
- Les met
32 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 H1.4 de waarde van geld
September 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Waarde van geld
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3 H1.4 de waarde van geld
September 2024
- Les met
12 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2.2 de waarde van geld
September 2024
- Les met
13 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
3HV H1 Paragraaf 4. De waarde van geld
Mei 2022
- Les met
26 slides
Economie
Middelbare school
havo
Leerjaar 3